Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting bij de APV 2011 gemeente Almere |
De 8e wijziging van deze Verordening kent de volgende overgangsbepaling: Besluiten, genomen of reeds geldend bij of krachtens de Algemene plaatselijke verordening 2011, (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 juli 2018, RV-37/2018) die golden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. Met 'deze verordening' wordt gedoeld op de verordening zoals gewijzigd bij de 8e wijziging.
Gemeentewet, art. 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-08-2019 | 10-07-2020 | Rectificatie 8e wijziging APV gemeente Almere 2011 | 11-07-2019 | RV-51/2019 | |
19-07-2019 | 24-08-2019 | 8e wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening 2011 | 11-07-2019 | RV-51/2019 | |
12-10-2018 | 19-07-2019 | 7e wijziging APV gemeente Almere 2011 | 19-07-2018 | RV-37/2018 | |
12-01-2018 | 12-10-2018 | 07-12-2017 | RV-79/2017 | ||
12-12-2017 | 12-01-2018 | 6e Wijziging. Wijziging art. 2.9 en art. 2.10 | 07-12-2017 Gemeenteblad Almere, nr. 956, 11-12-2017 | RV-79/2017 | |
03-10-2017 | 13-12-2017 | 5e Wijziging.Vervallen artikel 1:3 en wijziging diverse artikelen | 20-07-2017 Gemeenteblad Almere, nr. 857, 25-09-2017 | RV-51/2017 | |
22-01-2015 | 03-10-2017 | wijziging en vervallen artikelen i.v.m. actualisering, toevoeging artikel 2:43a | 18-12-2014 Gemeenteblad Almere, nr. 4, 14-01-2015 | RV-87/2014 | |
19-06-2014 | 22-01-2015 | wijziging en vervallen artikelen i.v.m. actualisering, toevoeging artikelen 2:58, 2:60, 2:61, 2:65, 2:66, 2:67, 2:69 | 05-06-2014 Gemeenteblad Almere, 11-06-2014 | RV-33/2014 | |
18-12-2013 | 19-06-2014 | toevoeging afdelingen 8a en 8b aan Hoofdstuk 2 | 28-11-2013 Gemeenteblad Almere, 10-12-2013 | RV-73/2013 | |
24-12-2011 | 18-12-2013 | intrekking art. 1:2 lid 4 en toevoeging art. 1:9 incl. toelichting | 22-12-2011 Gemeenteblad Almere, 23-12-2011 | RG-249 | |
29-01-2011 | 24-12-2011 | nieuwe regeling | 13-01-2011 Gemeenteblad Almere, 21-01-2011 | RV-85/2010 |
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:43 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:43a Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen
Artikel 2:44 Plakken en kladden
Artikel 2:45 Vervoer plakgereedschap e.d
Artikel 2:46 Vervoer inbrekerswerktuigen en hulpmiddelen voor winkeldiefstal
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:49a Hinderlijk gedrag in of vanuit een woning
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:52 Neerzetten van fietsen e.d.
Artikel 2:53 Bespieden van personen
Artikel 2:54 Loslopende honden
Artikel 2:55 Verontreiniging door honden
Artikel 2:56 Gevaarlijke honden
Artikel 2:56a Gevaarlijke honden op eigen terrein
Artikel 2:57 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Artikel 2:58a Zoeken van contact, verrichten van handelingen van seksuele aard
Afdeling 16 Messen en schietwapens
Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen
Afdeling 2 Vergunning Seksbedrijf
Artikel 3:4 Concentratie seksinrichtingen
Artikel 3:5 Nuloptie raamprostitutiebedrijven
Artikel 3:8 Eisen met betrekking op vergunning
Artikel 3:9 Intrekkingsgronden
Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandigheden
Artikel 3:11 Verlenging vergunning
Afdeling 3 Uitoefenen seksbedrijf
paragraaf 3:1 Regels voor alle seksbedrijven
Artikel 3:12 Sluitingstijden seksinrichtingen; (tijdelijke) sluiting; aanwezigheid; toegang
paragraaf 3:2 Regels voor alle prostitutiebedrijven en prostituees
Artikel 3:14 Leeftijd en verblijfstitel prostituees
Artikel 3:16 Verdere verplichtingen van de exploitant en beheerder prostitutiebedrijf
paragraaf 3.3 Raam- en straatprostitutie
Artikel 3:17 Verbod raamprostitutie
Artikel 3:18 Verbod straatprostittie
Artikel 3:19 Verbodsbepalingen klanten
Artikel 3:20 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennisgeving aan de burgemeester.
Afdeling 4. Vertoningen op de weg
Artikel 2:5 Muziek en vermakelijkheden (waaronder straatmuzikant)
Indien wordt voldaan aan alle onderstaande voorwaarden is het gestelde in het eerste lid niet van toepassing:
a. er wordt met ten hoogste 3 personen opgetreden;
b. er wordt geen gebruik gemaakt van draaiorgels, geluid versterkende apparatuur of instrumenten met een vel (membranofonen) zoals trommels, bongo’s en dergelijke;
c. het optreden omvat maximaal een halfuur achtereen op dezelfde plaats, waarbij een locatie binnen 100 meter als dezelfde plaats wordt beschouwd;
d. het optreden vindt uitsluitend plaats tussen 9.00 en 22.00 uur;
e. het optreden vindt niet plaats binnen een straal van 100 meter van markten of evenementen, of binnen 100 meter van ziekenhuizen;
f. het plaatsen van kleine objecten met een gezamenlijke oppervlakte van max. 25m2 ten behoeve van een optreden is toegestaan, voor zover het plaatsen
van deze objecten zich niet verzet tegen de in artikel 1:8 genoemde belangen;
g. het optreden vindt niet plaats in geheel of deels overdekte, openbaar toegankelijke ruimtes.
h. er worden geen artikelen verkocht of geld aangenomen waarvoor het publiek actief is benaderd.
i. er is geen sprake van hinderlijk gedrag of overlast voor de directe omgeving.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:7 Hinderlijke beplanting
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Artikel 2:8 Gladheidbestrijding en andere overlast op de weg
Het is verboden een toegang tot een woning, een vaartuig, een gebouw of een gedeelte daarvan, alsmede het voetpad of trottoir dat direct grenst aan een woning, een vaartuig, een gebouw of een gedeelte daarvan, voorwerpen of stoffen te plaatsen te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten, waardoor overlast of gevaar wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt die de toegankelijkheid kan belemmeren.
In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of daarmee gelijk te stellen vermaak, alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, feesten, braderieën en wedstrijden op of aan de weg, met uitzondering van:
a. bioscoop- en theatervoorstellingen;
b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet;
c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
f. activiteiten als bedoeld in de artikelen 2:5 en 5:16 van deze verordening;
g. reguliere sportactiviteiten in en op sportaccommodaties, niet zijnde vechtsportevenementen of -gala’s.
h. betaald voetbalwedstrijden als bedoeld in artikel 2:12.
2. Onder organisator wordt verstaan een natuurlijk persoon of in geval van een rechtspersoon, de bestuurder van deze rechtspersoon dan wel diens gevolmachtigde, die een evenement als bedoeld in het eerste lid organiseert, of leidt.
Artikel 2:9a Evenementenkalender
Het college stelt jaarlijks een evenementenkalender vast. Dit is een lijst van evenementen die in een daarop volgend kalenderjaar in de gemeente kunnen plaatsvinden en die is opgesteld aan de hand van door organisatoren op uiterlijk 1 september aangemelde evenementen.
Artikel 2:10 Evenementenvergunning
Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
Indien een kennisgeving, gelet op het tijdstip waarop de speeldatum wordt vastgesteld, niet vier weken tevoren kan worden gedaan, dient de organisator van de wedstrijd na de vaststelling van de speeldatum hiervan onmiddellijk de burgemeester schriftelijk in kennis te stellen, maar in ieder geval één week voor de speeldatum.
Artikel 2:13 Verboden voetbalwedstrijd
Het is de organisator van een voetbalwedstrijd ingevolge artikel 2:12, eerste lid, verboden, deze te doen plaatsvinden, indien:
Artikel 2:14 Verwijdering supporters
Personen, die zich door kleding, uitrusting of gedragingen manifesteren als voetbalsupporter en inhet bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de te bezoeken wedstrijd zijn verplicht om, indien sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, hun weg naar het stadion te vervolgen zodra ze de gemeente bereiken.
Al degenen die behoren tot de supportersaanhang van een bezoekende betaald voetbalclub en dat door bijvoorbeeld kleding, uitrusting, gedraging of anderszins kenbaar maken zijn verplicht om, indien sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan daarvan, direct na afloop van de wedstrijd te vertrekken uit de gemeente of zich te begeven in een door de politie aan te geven route en richting.
Personen, die zich door kleding, uitrusting of gedragingen manifesteren als voetbalsupporter en niet in het bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de wedstrijd en op een of andere wijze de openbare orde verstoren of ernstig dreigen te verstoren dan wel racistisch gedrag vertonen of racistische uitlatingen doen, zijn verplicht zich op eerste aanzegging van de politie buiten de gemeentegrenzen te begeven of in een door de politie aan te geven route en richting.
Afdeling 8. Toezicht op OPENBARE INRICHTINGEN
In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.
2. Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.
Artikel 2:18 Sluitingstijden openbare inrichtingen
In afwijking van de in het eerste lid gestelde sluitingstijden, kan de burgemeester in het belang van de openbare orde of het woon- en leefklimaat andere sluitingstijden vaststellen voor één of meer openbare inrichtingen, categorieën van openbare inrichtingen of voor de tot de openbare inrichtingen behorende terrassen.
Artikel 2:19 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor één of meer openbare inrichtingen en/of een daartoe behorend terras tijdelijk andere dan krachtens 2:18, eerste lid geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.
Artikel 2:20 Aanwezigheid in gesloten openbare inrichting
Het is bezoekers van een openbare inrichting verboden gedurende de tijd dat dit bedrijf bij of krachtens het bepaalde in artikel 2:18 of ingevolge een op grond van artikel 2:19 genomen besluit gesloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden.
AFDELING 8a. BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET
Artikel 2:22b Regulering paracommerciele rechtspersonen
Een paracommerciele rechtspersoon kan, onverminderd het bepaalde in artikel 2:18 van deze verordening, alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken op maandag tot en met zondag van 13:00 uur tot maximaal 1 uur na beeindiging van de activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciele rechtspersoon.
In afwijking van het gestelde in het eerste lid, kan een paracommerciele rechtspersoon tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, alcoholhoudende drank verstrekken tijdens ten hoogste 6 bijeenkomsten per jaar.
AFDELING 8b. BEPALINGEN OVER HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOLVRIJE DRANKEN
De burgemeester kan nadere regels stellen die strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning voor het alcoholvrij bedrijf is vereist.
AFDELING 10. NACHTVERBLIJF, KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN
In deze afdeling wordt verstaan onder:
kampeermiddel: een onderkomen of een voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.
Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Het verbod, bedoeld in het tweede lid, is niet van toepassing voor zover wordt gehandeld krachtens wettelijk voorschrift.
4. De houder van de schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven.
5. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.
6. Het is verboden de aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame.
7. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud daarvan.
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, of op het openbaar water, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten, of anderszins overlast veroorzaken.
Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, of op het openbaar water, die deel uitmaakt van een door de burgemeester aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartements- gebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte of de onmiddellijke omgeving van zo'n gebouw.
Artikel 2:49a Hinderlijk gedrag in of vanuit een woning
Dit artikel art. 2:49a "Hinderlijk gedrag in of vanuit een woning" treedt in werking op 1 juli 2017, gelijktijdig met de Wet aanpak woonoverlast waarop het artikel is gebaseerd.
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, dient er zorg voor te dragen dat, door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf, geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
Het is verboden zich zonder redelijk doel en op voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Degene die zich binnen de bebouwde kom met een hond op een openbare plaats begeeft, is verplicht opruimmiddelen voor hondenuitwerpselen bij zich te dragen en is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd. Onder geëigende opruimmiddelen wordt verstaan: een hondenpoepschep of een (wegwerp)zakje.
AFDELING 12. BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
Het is verboden in door het college aangewezen openbare plaatsen of in een voor publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken.
Artikel 2:58a Zoeken van contact, verrichten van handelingen van seksuele aard
Het is verboden op een openbare plaats:
In deze afdeling wordt onder handelaar verstaan de handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van als artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in het Vuurwerkbesluit.
AFDELING 15. Veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.
Het is degenen aan wie dit door of namens de burgemeester in het belang van de openbare orde schriftelijk is bekendgemaakt, verboden zich gedurende een in de bekendmaking genoemd tijdvak van ten hoogste acht weken te bevinden op of aan door de burgemeester aangewezen wegen en plaatsen gedurende de uren daarbij genoemd.
Afdeling 16. Messen en schietwapens
Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen
Afdeling 1 ALGEMENE BEPALINGEN
De artikelen 1:2 en 1:5 tot en met 1:8 zijn niet van toepassing op het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
exploitant: de natuurlijke persoon of de bestuurder van een rechtspersoon die houder is van de vergunning voor het seksbedrijf of, voor zover van toepassing, de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke persoon, voor wiens rekening en risico een seksbedrijf wordt uitgeoefend;
AFDELING 2. VERGUNNING SEKSBEDRIJF
Artikel 3:4 Concentratie seksinrichtingen
De burgemeester, of het college indien het een escortbedrijf betreft, kan delen van de gemeente aanwijzen waarbinnen voor het vestigen van een seksinrichting geen vergunning wordt verleend. Daarbij kan worden bepaald dat de aanwijzing slechts geldt voor seksinrichtingen van seksbedrijven van een nader aangewezen aard.
Artikel 3:5 Nuloptie raamprostitutiebedrijven
Afdeling 2. VERGUNNING SEKSBEDRIJF
Een vergunning wordt geweigerd als:
er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, als het overige personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, slachtoffer zijn van mensenhandel of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;
de exploitant of de beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,00 of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
1°. bepalingen, gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet 2000, de Wet arbeid vreemdelingen en hoofdstuk 3 van de APV 2011;
2°. de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 416, 417, 417bis, 420bis tot en met 420quinquies, 426 en 429quater van het Wetboek van Strafrecht;
3°. artikel 69 van de Algemene wet rijksbelastingen;
4°. de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
Een vergunning kan worden geweigerd:
voor een seksbedrijf waarvoor de vergunning op grond van artikel 3:9, eerste lid, aanhef en onder a tot en met e, of tweede lid, aanhef onder a tot en met g, of in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur is ingetrokken, gedurende een periode van vijf jaar na de intrekking;
Artikel 3:8 Eisen met betrekking tot vergunning
De vergunning vermeldt in ieder geval: de naam van de exploitant;
a. indien van toepassing, die van de beheerder;
b. voor welke activiteit de vergunning is verleend;
c. het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend;
d. het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt;
e. indien van toepassing, het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend;
f. de voorschriften en beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden;
g. voor zover van toepassing, de geldigheidsduur van de vergunning;
2. De exploitant draagt er zorg voor dat de vergunning of een afschrift daarvan zichtbaar aanwezig is in de seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend, en tevens dat aan de buitenzijde van de seksinrichting zichtbaar is dat hij over een vergunning voor die seksinrichting beschikt.
Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandigheden
De vergunninghouder meldt elke verandering waardoor zijn seksbedrijf niet langer in overeenstemming is met de op grond van artikel 3:8, eerste lid, in de vergunning opgenomen gegevens, zo spoedig mogelijk aan de burgemeester of het college indien het een escortbedrijf betreft . Deze verleent een gewijzigde vergunning, als het seksbedrijf aan de vereisten voldoet.
Artikel 3:11 Verlenging vergunning
Op een aanvraag om verlenging van een vergunning zijn de artikelen 3:3, 3:6, 3:7, 3:8 en 3:15, derde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat actuele gegevens en bescheiden waarover de burgemeester of het college indien het een escortbedrijf betreft, al beschikking heeft niet nogmaals overgelegd dienen te worden.
Afdeling 3. UITOEFENEN SEKSBEDRIJF
Paragraaf 3.1 REGELS VOOR ALLE SEKSBEDRIJVEN
Artikel 3:12 Sluitingstijden seksinrichtingen; (tijdelijke) sluiting; aanwezigheid; toegang
De burgemeester, of het college inzien het een escortbedrijf betreft kan in het belang van de openbare orde en het woon- of leefklimaat voor één of meer seksinrichtingen of categorieën van seksinrichtingen de in het eerste lid genoemde sluitingstijden, al dan niet tijdelijk, beperken dan wel andere sluitingstijden vaststellen.
De burgemeester, of het college indien het een escortbedrijf betreft, verklaart een seksinrichting tijdelijk of voor onbepaalde tijd gesloten , indien het seksbedrijf wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning dan wel een van de in artikel 3:9, eerste lid, onder c, of tweede lid onder g, genoemde situaties zich voor doet.
Het is verboden in advertenties voor een seksbedrijf:
Paragraaf 3.2 REGELS VOOR ALLE PROSTITUTIEBEDRIJVEN EN PROSTITUEES
Artikel 3:14 Leeftijd en verblijfstitel prostituees
De exploitant meldt een voorgenomen wijziging van het bedrijfsplan onverwijld aan het de burgemeester of het college indien het een escortbedrijf betreft. . De wijziging wordt na goedkeuring van de burgemeester of het college als onderdeel van het bedrijfsplan aangemerkt, als deze voldoet aan de eisen die overeenkomstig het eerste en tweede lid aan een bedrijfsplan worden gesteld.
Artikel 3:16 Verdere verplichtingen van de exploitant en beheerder prostitutiebedrijf
PARAGRAAF 3.3 RAAM- EN STRAATPROSTITUTIE
Artikel 3:17 Verbod raamprostitutie
Het is een prostituee verboden:
Artikel 3:18 Verbod straatprostitutie
Het is verboden zich op of aan de weg of op, aan of in een andere vanaf de weg zichtbare plaats, niet zijnde een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend, op te houden met het kennelijke doel zich beschikbaar te stellen voor prostitutie of op of aan de weg ontuchtige handelingen te verrichten als dit kennelijk geschiedt in het kader van prostitutie.
AFDELING 4. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 3:19 Verbodsbepalingen klanten
Artikel 3:20 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen afbeeldingen en dergelijke
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen als de burgemeester aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt.
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
In aanvulling op artikel 3:7 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 kan een vergunning eveneens worden geweigerd als in de periode van vijf jaren voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, een vergunning van de aanvrager voor de uitoefening van een bedrijf dat op grond van artikel 3:2 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 wordt aangemerkt als seksbedrijf door het bevoegd gezag is ingetrokken.
Een voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening verleende vergunning voor de uitoefening van een bedrijf dat op grond van artikel 3:2 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 wordt aangemerkt als seksbedrijf en welke op het tijdstip van inwerkingtreding niet is ingetrokken of vervallen, wordt gelijkgesteld met een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 met een geldigheidsduur van 28 weken, gerekend vanaf het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening. Als binnen deze periode een aanvraag als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 is gedaan, blijft deze vergunning van kracht totdat op de aanvraag is beslist.
De artikelen 3:3, eerste lid, en 3:13 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 zijn gedurende 28 weken na inwerkingtreding van deze verordening niet van toepassing op de uitoefening van een seksbedrijf dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van rechtmatig zonder vergunning werd uitgeoefend en sindsdien onafgebroken is voortgezet. Als binnen deze periode een aanvraag als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 is gedaan, dan zijn deze artikelen niet van toepassing tot het moment dat op de aanvraag is beslist.
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting
In deze afdeling wordt verstaan onder:
onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:4 van deze verordening gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten in de daarbij aangewezen gebieden gedurende de daarbij aangewezen dagen en dagdelen.
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten in de daarbij aangewezen gebieden gedurende de daarbij aangewezen dagen en dagdelen.
Tijdens een collectieve festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de inrichting, gemeten invallend op de gevel van gevoelige gebouwen, niet meer bedragen dan 60 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
Tijdens een collectieve festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de inrichting, gemeten binnen in- of aanpandige woningen van derden, niet meer bedragen dan 50 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit Milieubeheer en artikel 4:4 van deze verordening niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148 lid 1 van het Activiteitenbesluit Milieubeheer niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Tijdens een incidentele festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van de inrichting, gemeten invallend op de gevel van gevoelige gebouwen, niet meer bedragen dan 60 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
Tijdens een incidentele festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van de inrichting, gemeten binnen in- of aanpandige woningen van derden, niet meer bedragen dan 50 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
De geluidswaarde als bedoeld in het zesde en zevende lid is inclusief onversterkte muziek. Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit Milieubeheer en artikel 4:4 van deze verordening - uiterlijk om 01.00 uur beëindigd.
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt zoals een caravan, een kampeerwagen, een aanhangwagen, een keetwagen of ander dergelijk voertuig langer dan op drie achtereenvolgende dagen zonder wezenlijke tijdsonderbreking te plaatsen of te hebben op de weg binnen de bebouwde kom;
Artikel 5:6a Uitzicht belemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer van 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onder een inzameling van geld of goederen als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden te venten:
binnen 200 meter van een standplaats als bedoeld in artikel 5:13 van deze verordening, een winkel of andere verkoopgelegenheid waarin of waaruit hoofdzakelijk soortgelijke artikelen worden verkocht, het marktterrein tijdens de aangewezen marktdagen of een evenement als bedoeld in artikel 2:9 van deze verordening.
In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Waterwet, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, Omgevingsverordening Flevoland, de Telecommunicatiewet of een verordening ondergrondse infrastructuren.
Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op krachtens het tweede lid aangewezen gedeelten van openbaar water:
a. nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens het artikel 5:20, tweede lid bepaalde.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde met een motorvoertuig, als bedoeld in artikel 1, onder z, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994, een recreatieve rit of een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, en van de voorschriften en beperkingen die zijn verbonden aan de op grond van deze verordening verleende vergunningen of ontheffingen, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of met hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.