Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSVERORDENING van 21 november 2001, no. 1, tot vaststelling van het ontwerp-ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001 |
Citeertitel | EILANDSVERORDENING van 21 november 2001, no. 1, tot vaststelling van het ontwerp-ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Bonaire (AB 2010, no. 20) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 20 | onbekend | ||
28-12-2001 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 21-11-2001 A.B. 2001, no. 33 | onbekend |
Voor u ligt het Ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001. Dit plan is gebaseerd op de Eilandsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning Bonaire (A.B. 1994 No. 22) en bevat de bestemmingsvoorschriften voor het eiland Klein Bonaire. Klein Bonaire is een van de vijf op Bonaire aangewezen zogenoemde Ramsar-sites. De Ramsar Conventie verplicht de overheid het verstandig gebruik van de aangewezen (water)gebieden te bevorderen en om maatregelen te nemen ten aanzien van de bewaking van deze gebieden Dit plan is een van de maatregelen om Klein Bonaire te beschermen tegen ongewenste ontwikkelingen. Met de wijziging van de Verordening Marien Milieu van 25 april 2001 (A.B. 2001, no. 13), valt Klein Bonaire inmiddels onder het Onderwaterpark en is als zodanig reeds enigermate beschermd. Andere maatregelen zijn het vaststellen van een beheersplan en het volgen van de benodigde procedure om Klein Bonaire tot Nationaal Park te laten uitroepen
Het Ontwikkelingsplan Klein Bonaire beoogt de natuurhistorische en cultuurhistorische waarden van het Eiland en de omringende zee te beschermen door middel van het zeer strikt beperken van het gebruik van het plangebied. Vanuit de visie "groei met behoud van natuur en cultuur" worden regels gesteld met betrekking tot het gebruik van hel eiland en de daarin voorkomende grotten rekening houdend met de belangen van recreanten, duikers en vissers. Uitgaande van het gegeven dat Klein Bonaire toebehoort aan de natuur en de zich daarop bevindende flora en fauna en dat de mens daar niet meer is dan een gast, staat bescherming van het gebied voorop en is de mens ondergeschikt gemaakt aan de natuur
III. Beschrijving van het gebied
Klein Bonaire is een klein, vrijwel ovaal eiland. Het ligt ongeveer 800 meter ten westen van de baai van Kralendijk en is circa 7 km2 groot. De grootste afstanden bedragen plusminus 4 kilometer van west naar oost en 2.4 kilometer van zuid naar noord. Het eiland kent drie saliñas, 1 in het zuiden van 23 ha , 1 in het zuidwesten van 12 ha en 1 in het oosten van 1.5 ha. De gemiddelde hoogte boven zeeniveau is ongeveer 1.3 meter. Het eiland is omgeven door koraalriffen van een wereldvermaarde kwaliteit en schoonheid. Deze riffen alsmede de zee tot aan de 60 meter dieptelijn zijn in beheer bij het Bonaire Marine Park. De 60 meter dieptelijn is tevens de grens van het ontwikkelingsplan Klein Bonaire. Langs de gehele kust bevinden zich duik- en snorkelplaatsen, die gemarkeerd worden door (gele) bakens tevens moorings (totaal circa 26 stuks).
Klein Bonaire wordt geheel omringd door koraalrif, vanaf de kustlijn tot een diepte van 70 meter en meer. Het rif begint bij de kustlijn en gaat in zee over een geleidelijk aflopend terras tot een diepte van 10-12 meter, op ongeveer 100-150 meter uit de kust. Deze zone wordt gedomineerd door hertengeweikoraal en elandgeweikoraal alsmede gorgonen. Hierna begint een aflopende helling ('drop-off’), met een hellingshoek van 20 tot 50 graden, tot op een diepte van 25 tot 55 meter. Deze zone wordt gedomineerd door sterkoralen, hersenkoralen en andere harde koraalsoorten. Na deze steile helling vlakt de bodem uit.
Een opvallend kenmerk van het rif, speciaal langs de noordwestkust van het moedereiland, zijn 'koraaltongen' (uitlopers) gescheiden door sediment kanalen. Deze zijn waarschijnlijk gevormd doordat instabiele koraalformaties aan de top van de helling zorgen voor lokale instorting van het rif. Langs de noordoost kust van Klein Bonaire zijn er de afgelopen vier jaar op verschillende plaatsen onderzeese instortingen geweest, die het rif lokaal hebben doen instorten (Ebo's reef tot aan Na Name Beach/Playa Neme). Het rifterras aan de oostzijde van Klein Bonaire is zeer smal en op sommige locaties vrijwel geheel afwezig. Hier loopt de steile helling simpelweg af tot wel 180 meter diepte. Andere opvallende kenmerken zijn zijn velden zwart koraal aan de zuidwest punt van Klein Bonaire ('Forest') en een onderwater muur bij Carl's Hill (noordwest punt van Klein Bonaire). De riffen rondom Klein Bonaire zijn bijzonder divers met een overvloed aan koralen, vissen en ongewervelde soorten. De ongewoon hoge duik intensiteit op de riffen rondom Klein Bonaire illustreert dit.
Klein Bonaire huisvest nog steeds enkele van de beste riffen in het Caribische gebied met een uitzonderlijk hoge bedekkinggraad en uitzonderlijk grote populaties van roofvissen. Het belang van behoud van gezonde riffen kan niet genoeg benadrukt worden, zowel vanwege hun eigen intrinsieke waarde als om de economie van Bonaire duurzaam gezond te houden.
Met uitzondering van een klein deel aan de westkust heeft Klein Bonaire een strandkust met zand- en kiezelstranden. Aan de noord, west en zuidkust treffen wij door de wind gevormde wallen aan niet hoogten variërend van 1 tot 4½ meter. Deze wallen bestaan uit koraalpuin, in het bijzonder hertsgeweikoraal en elandsgeweikoraal, en platte rechthoekige stukken van het onderliggende kalksteen. De kalksteenplaten hebben afmetingen tot 2 bij 5 meter en worden tot ruim 30 meter landinwaarts aangetroffen als bewijs van de enorme krachten van het zeewater, waaraan Klein Bonaire gedurende de laatste duizenden jaren is blootgesteld.
De vaste bodem van Klein Bonaire bestaat uit hetzelfde gesteente en leeftijd als die van zuidelijk Bonaire, een calciumachtige kalksteen opgebouwd uit koraal, koraalpuin, koraalzand en een overvloed aan fossielen. Deze kalksteen wordt “het jongere Seroe Domi kalksteen" genoemd, omdat dit de meest recente steenafzetting is op Bonaire. Radiometrische metingen van koraal en Karkó's hebben uitgewezen dat het kalksteen circa 103.000 jaren oud is. Dit komt overeen met de laatste warmte periode voor de laatste ijstijd en het sedertdien dalende zeewaterniveau. Op Klein Bonaire zijn 4 soorten gesteente te onderscheiden. Aan de randen van het eiland treffen wij koraal kalksteen aan, bestaande uit aaneengesloten elandsgeweikoraal en stukken hersenkoraal met afgeronde kalksteenkiezels op een ondergrond van koolstofzand. Hier bovenop ligt een laag kalksteen van grote brokstukken hertsgeweikoraal en ander koraal puin. Landinwaarts bevat de koraline zandsteen in de oorspronkelijke stand staande hersenkoraal, rijkelijk voorzien van fossielen van oesters, Kaikó's en andere specifiek in het milieu van binnenbaaien voorkomende organismen. In het middendeel van Klein Bonaire op hoogten van 3 tot 7 meter boven zeeniveau - de "hooglanden" die aan de oostzijde gemarkeerd worden door een duidelijke klip - treffen we afgesleten kalksteen, soms samengesteld uit verhard kalkzand, kleine schelpen en koraalstukken, en dat boogachtige structuren van kalkwier bevat, aan. Deze "hooglanden" waren het laaggelegen, zanderige en natte pre-Klein Bonaire uit de laatste tussen-ijstijdse periode, voordat het zeeniveau daalde naar zijn laagste stand tijdens de ijstijd, zo'n 40 meter onder het huidige zeeniveau.
De gesteenten van Klein Bonaire laten zien dat het huidige milieu een steenafzetting produceert boven op het jongere Seroe Domi kalksteen formatie die vrijwel identiek daaraan is en op bijna dezelfde plaats. De koraalsoorten in de saliñas zien wij als fossielen terug in het naastgelegen Seroe Domi gesteente. Aan de kust zien wij het hoog opgestapelde puin van het hertshoorn koraal, in het gesteente van het jongere Seroe Domi kalksteen vinden wij de fossielen van deze wallen van meer dan 100 000 jaar geleden terug. Het is duidelijk dat Klein Bonaire op dit moment een zelfde milieu herschept als in lang vervlogen tijden en dat vrijwel op dezelfde plaats. Dit maakt het eiland tot een natuurlijk laboratorium, zonder menselijk ingrijpen en zonder zijn gelijke in het Caribische gebied.
Het oppervlak van Klein Bonaire wordt gebroken door noordwestelijke breuklijnen die herkenbaar zijn door veranderende vegetatiepatronen en waterputten. Veel waterputten hebben bronnen met schoon water, ook gedurende het droge seizoen, tot wel twee meter boven zeeniveau. Het oppervlak wordt overal gekenmerkt door kleine ongeveer een decimeter grote putten, zodal de rotsgrond hol lijkt weggespoeld door regen- en grondwater. Het grondwater stroomt uit in de zee vlak bij de duikplaats Ebo's Reef via het koraalpuin, dat daar als gevolg van een onderzeese aardverschuiving begin 1995 ligt.
Het eiland is vrijwel geheel onbebouwd. Er staan enkele ruines aan de oostkant en enkele schuilplaatsen ten behoeve van de visserij. Deze mogen in sobere vorm herbouwd worden. Een regeling is opgenomen ten aanzien van de bebouwing van "Playa Neme" aan de noordkant. Voorts is er een vuurtoren aan de zuidoostelijke zijde van het Eiland.
Klein Bonaire heeft een grote diversiteit aan flora en fauna, de aantallen zijn echter gering waardoor er geen goed biologisch evenwicht bestaat tussen de op het eiland voorkomende dieren en planten. Hoewel een ontwikkelingsplan niet het doelmatige instrument is voor herstel van het biologisch evenwicht - daartoe is een actief beheersplan noodzakelijk - biedt dit ontwikkelingsplan wel de randvoorwaarden om een verdere achteruitgang van flora en fauna te voorkomen. Inventarisaties van de flora en fauna in het verleden - de laatste in februari 1997 door CARMABI - geven het volgende beeld:
Voorts is Klein Bonaire een van de weinige nog resterende broedplaatsen voor de tortuga Karet (Eretmochelys imbricata) en de tortuga Kawama (Caretta carettu) op de Antillen. In de zee komen tevens voor de tortuga Blanku (Chelonia mydas) en de tortuga Drikil (Dermochelys coriacea).
Tenslotte komen in de grotten van Klein Bonaire vleermuizen voor. De omvang van deze populatie is onbekend. Ervaringen elders leren dat vleermuizen erg gevoelig zijn voor te veel "drukte" en dan vertrekken naar elders.
V. De bestemmingsvoorschriften
Voor het gehele plangebied geldt slechts één bestemming, namelijk natuurgebied. Dit geldt zowel voor het eiland Klein Bonaire zelf als voor de hem omringende zee tot aan de 60 meter diepte lijn. De bestemming natuurgebied houdt in dat de gronden bestemd zijn voor:
Het plangebied is verdeeld in twee zones. Zone A bevat de zee, de kuststrook en de achter de kust gelegen saliñas. Zone B omvat het "binnenland” van Klein Bonaire. Zone A is vooral van belang als visserij en onderwatersport gebied met behoud en versterking van het koraal en de daarin voorkomende flora en fauna. Daarnaast vallen in dit gebied de broedplaatsen van de zeeschildpadden en de foerageer- en broedplaatsen van vogels.
Zone B is met name uit natuurwetenschappelijk oogpunt bijzonder belangrijk, omdat de natuur hier een herstelproces doormaakt zoals het eiland duizenden jaren terug is ontstaan. Dit proces dient zo min mogelijk verstoord te worden
De doelstellingen die met dit plan nagestreefd worden zijn:
In het plan is het daartoe te hanteren beleid geformuleerd. Dit beleid is tamelijk restrictief, maar biedt onzes inziens een evenwicht tussen natuurlijke ontwikkeling en de inbreuk die de mens daarop kan maken.
De bebouwingsvoorschriften zijn bewust beperkt gehouden tot enkele plaatsen op het eiland.
Slechts op Playa Neme is het toegestaan twee schuilplaatsen en twee barbecueplaatsen te realiseren. Daarnaast mogen ten behoeve van de navigatie van de scheepvaart noodzakelijke bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gerealiseerd en mogen de ruine aan de westzijde van het eiland en de twee bestaande onderkomens ten behoeve van de visserij herbouwd worden.
De bestemming Natuurgebied brengt met zich dat het gebruik eveneens beperkt is teneinde de inbreuk op de natuur zo min mogelijk te doen zijn.
Ter bescherming van de vleermuispopulatie, die nog voorkomt in de op het eiland aanwezige grotten, is het grotduiken aan een vrijstelling gebonden. Om de broedplaatsen van de zeeschildpadden veilig te stellen kunnen gedeelten van Klein Bonaire tijdelijk gesloten worden verklaard. Een aanlegvergunningenstelsel is opgenomen ten behoeve van het aanbrengen van nieuwe moorings voor de duiksport, het verrichten van grondwerken en het aanleggen van voetpaden.
Op het plan is hoofdstuk XI de Eilandsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning Bonaire van toepassing. Dit hoofdstuk bevat de dwang- en strafbepalingen bij overtreding van dit plan.
Eilandgebied Bonaire ONTWIKKELINGSPLAN KLEIN BONAIRE 2001
Vastgesteld door de Eilandsraad van het Eilandgebied Bonaire bij eilandsverordening van 21 november 2001, no. 1 (A.B. 2001, no. 33)
In dit ontwikkelingsplan wordt verstaan onder
Bij de toepassing van de bestemmingsvoorschriften gelden de volgende bepalingen:
Artikel 3 bestemming Natuurgebied
Deze gronden zijn bestemd voor
2. Beschrijving in hoofdlijnen
De in lid 1 bedoelde gronden kunnen globaal worden onderscheiden in twee op de kaart aangegeven zones met elk een zekere mate aan eigen kenmerken.
Zone A omvat de zee rondom Klein Bonaire tot aan de 60 meter dieptelijn, de stranden en de saliñas van hel vaste land van Klein Bonaire en kenmerkt zich als het overgangsgebied lussen land en water, waardoor het gebied uitermate belangrijk is als
Zone B kenmerkt zich als droog land, waardoor het gebied uitermate belangrijk is als
De wijze waarop de toegekende doeleinden zullen worden nagestreefd wordt in hoofdlijnen als volgt beschreven.
Met deze bestemming wordt in de eerste plaats beoogd het behoud en waar mogelijk herstel van het karakter van Klein Bonaire te waarborgen. In zone A gaat het in het bijzonder om de bescherming van het koraal met de daarin voorkomende flora en fauna en de bescherming van de kuststrook van Klein Bonaire onder andere als broedplaats van zeeschildpadden. Tevens dient hier een evenwicht gevonden te worden tussen waterrecreatie (duiken en snorkelen), visserij en natuur. Daarom is in het 5de lid van dit artikel bepaald dat uitbreiding van het aantal duikplaatsen slechts bij vrijstelling mogelijk is. Met name ter bescherming van de eieren van de zeeschildpadden en broedkolonies van water- en/of zeevogels is de bevoegdheid opgenomen om delen van het eiland tijdelijk of permanent verboden te verklaren voor het publiek. Deze bevoegdheid komt toe aan de beheersautoriteit, StiNaPa / BMP. Om te voorkomen dat de thans nog voorkomende vleermuispopulatie in de grotten van Klein Bonaire zal worden verjaagd wordt het duiken in de grotten aan een vrijstelling gebonden. Vrijstelling zal slechts in beperkte mate verleend worden en alleen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.
In zone B gaat het in het bijzonder om het instandhouden en bevorderen van het natuurlijk herstel dat daar plaatsvindt na eerdere vernietiging van het daar voorkomende milieu.
Het is verboden op of in de in het eerste lid bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het Bestuurscollege, de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis uit te voeren, te doen of laten uitvoeren.
Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met het in dit plan bepaalde.
1. De beherende autoriteit kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 3, vierde lid onder I.
2. Een verzoek om vrijstelling dient schriftelijk ingediend te worden bij het Bestuurscollege
3. Een verzoek om vrijstelling dient de volgende gegevens te bevatten;
4. De beherende autoriteit kan nadere gegevens opvragen, indien hij dit voor een goede beoordeling van de aanvraag noodzakelijk acht
5. Vrijstelling wordt slechts verleend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en tot een maximum van 12 keer per jaar
Artikel 6 toepasselijkheid EROB
Hoofdstuk XI van de Eilandverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning Bonaire is van overeenkomstige toepassing
Dit ontwikkelingsplan kan aangehaald worden als “Ontwikkelingsplan Klein Bonaire 2001”