Organisatie | Nederweert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Functiewaardering |
Citeertitel | Regeling Functiewaardering |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling Funktiewaardering van 7 december 1993.
De bekendmaking van de regeling is niet meer te achterhalen.
De inwerkingtreding van de regeling is bij benadering ingevuld.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-04-2011 | nieuwe regeling | 04-04-2011 Onbekend. | Onbekend. |
Artikel 2 Functiewaarderingssysteem
Alle binnen de gemeentelijke organisatie voorkomende functies zullen worden gewaardeerd volgens het ODRP-functiewaarderingssysteem (OFS)®.
Het bepaalde in het eerste lid geldt slechts ten aanzien van taken waarvoor de bezoldiging van gemeentewege dient te worden vastgesteld.
Taken welke worden verricht krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht blijven voor wat de beschrijving en waardering betreft buiten beschouwing.
Artikel 3 Totstandkoming Functiebeschrijving
Uitgangspunt voor elke functiebeschrijving is de organieke functie.
Een organieke functiebeschrijving wordt opgemaakt bij nieuwe functies, bij wezenlijke en permanente wijziging van de bestaande functie (actualisering) en bij het ontstaan van een vacature als de betreffende leidinggevende van oordeel is dat de bestaande functiebeschrijving niet meer actueel is of dat een herschikking van taken wenselijk is.
Artikel 4 Vaststelling Functiebeschrijving
Uitgaande van de organieke benadering stelt het afdelingshoofd (indien mogelijk) in overleg met de betreffende medewerk(st)er en op advies van de personeelsfunctionaris een concept-functiebeschrijving op. Hiertoe wordt uit oogpunt van uniformiteit het model gehanteerd dat door de personeelsfunctionaris wordt beheerd en beschikbaar gesteld.
De concept-functiebeschrijving voor een afdelingshoofd wordt op analoge wijze opgesteld door het betreffende sectorhoofd en die voor het sectorhoofd door de gemeentesecretaris.
De aldus verkregen concept-functiebeschrijving wordt vervolgens door de personeelsfunctionaris voor advies voorgelegd aan de Ondernemingsraad.
Na ontvangst en met inachtneming van het advies van de Ondernemingsraad wordt de betreffende organieke functiebeschrijving door of namens ons vastgesteld.
De functiedeskundige stelt op basis van de vastgestelde functiebeschrijving en met behulp van het functiewaarderingssysteem als bedoeld in artikel 2 binnen 30 dagen na ontvangst van de adviesaanvraag een waarderingsadvies op voor de waarderingscommissie.
De functiedeskundige kan alle bij de opstelling van de functiebeschrijving betrokken functionarissen informatie inwinnen ten behoeve van de advisering als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 6 Bemerkingen m.b.t. Waarderingsadvies
Het afdelingshoofd en de betreffende medewerk(st)er ontvangen een afschrift van het advies van de functiedeskundige.
Zij kunnen hun bemerkingen hierover schriftelijk en binnen 14 dagen na ontvangst via de personeelsfunctionaris kenbaar maken aan de waarderingscommissie.
Sector- en afdelingshoofden kunnen hun bemerkingen ook mondeling inbrengen bij de waarderingscommissie.
Artikel 7 Waarderingscommissie
Er is een waarderingscommissie die als volgt is samengesteld:
De leden onder c en d vervullen een adviserende rol en hebben geen stemrecht.
Als secretaris wordt aan de commissie toegevoegd een personeelsfunctionaris. Hij kan aan de besprekingen deelnemen doch heeft geen stemrecht.
Artikel 8 Taak waarderingscommissie
De waarderingscommissie beoordeelt of de beschrijving en het waarderingsadvies volgens de in deze regeling voorgeschreven procedure en volgens het systeem als bedoeld in artikel 2 tot stand zijn gekomen.
De commissie betrekt hierbij de eventueel door de betreffende medewerk(st)er en leidinggevende(n) ingebrachte bemerkingen.
De commissie kan iedereen horen die met betrekking tot het onderhavige onderwerp relevante informatie kan verschaffen.
De commissie gaat na of het waarderingsadvies van de functiedeskundige aansluit bij de bestaande horizontale en verticale functieopbouw. Eventuele geconstateerde onevenwichtigheden daarbij worden in de advisering betrokken.
De commissie brengt uiterlijk 30 dagen na ontvangst van de stukken een advies uit over de waardering van de functiebeschrijving.
Van het besprokene wordt door de secretaris van de commissie een zakelijk verslag opgemaakt.
Door of namens ons wordt uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het advies van de waarderingscommissie het definitieve functieniveau en het daarbij op grond van de conversietabel behorende schaalniveau vastgesteld.
Van dit besluit wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 14 dagen, schriftelijk bericht gedaan aan de betreffende ambtenaar.
Artikel 10 Richtlijnen bezoldigingsbeleid
Bij de inschaling van de betreffende medewerk(st)er worden de door ons vastgestelde Richtlijnen bezoldigingsbeleid in acht genomen.
Van alle volgens deze regeling tot stand gekomen functiebeschrijvingen wordt centraal een verzameling aangelegd (‘Functieboek’) die wordt beheerd door de personeelsfunctionaris.
Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling Functiewaardering’ en treedt in werking met ingang van heden onder gelijktijdige intrekking van de Regeling Funktiewaardering van 7 december 1993.
Toelichting bij de Regeling Functiewaardering
De geldende regeling heeft een volledig organiek karakter. Omdat tegen deze besluiten geen bezwaar en beroep meer mogelijk was, is destijds voorzien in een toetsende rol door de commissie voor Georganiseerd Overleg. Deze toetsende rol kan vervallen nu bezwaar en beroep weer mogelijk is geworden. Vanwege de vergaderfrequentie van deze commissie (die aanzienlijk is afgenomen na de introductie van de CAR/UWO en de Ondernemingsraad) is de doorlooptijd van een functiewaarderingsprocedure te lang geworden. Gezocht is naar mogelijkheden, nu de rechtsbescherming voor medewerk(st)ers door jurisprudentie weer volledig is, om de doorlooptijd aanzienlijk in te korten.
Tegen een besluit tot vaststelling van een functiebeschrijving, een functiewaardering en de inschaling biedt de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de mogelijkheid tot bezwaar en beroep.
Na de in werking treding van de Algemene wet bestuursrecht heeft de rechter uitspraken gedaan waardoor beroep tegen organieke functiewaarderingsbesluiten mogelijk werd. Voordat de Awb in werking trad werd de jurisprudentie gevormd onder de Ambtenarenwet 1929. Ingevolge die jurisprudentie werd een organiek functiewaarderingsbesluit op één lijn gesteld met een algemeen verbindend voorschrift. Hiertegen was geen bezwaar en beroep mogelijk. Ook de Awb sluit beroep tegen algemeen verbinden voorschriften uit maar inmiddels hebben zich op het terrein van de jurisprudentie een aantal ontwikkelingen voorgedaan die het mogelijk maken organieke functiewaarderingsbesluiten in rechte aan te vechten.
Organieke functiewaardering is gericht op de functie, los van degene(n) die de functie vervult of vervullen. Gewaardeerd worden de te verrichten werkzaamheden, dat wil zeggen datgene wat een functionaris zou moeten doen. Om met succes beroep in te stellen dient op grond van de Awb in ieder geval te worden voldaan aan een tweetal eisen. Er moet sprake zijn van een besluit en degene die beroep instelt moet belanghebbende zijn.
In zijn uitspraken van 4 juli 1996 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) enerzijds geoordeeld dat een organiek functiewaarderingsbesluit onder de vigeur van de Awb niet langer op één lijn kan worden gesteld met een algemeen verbindend voorschrift, maar dient te worden aangemerkt als een besluit van algemene strekking waartegen in beginsel bezwaar en beroep open staat. Anderzijds oordeelde de Raad dat degene die een functie vervult die organiek is gewaardeerd, als belanghebbende bij het betreffende organieke functiewaarderingsbesluit moet worden aangemerkt.
Ook over de beroepsmogelijkheden bij organieke functiebeschrijvingen heeft de CRvB inmiddels uitspraken gedaan dat de vaststelling organieke functiebeschrijvingen als een besluit moeten worden beschouwd. Degene die de functie vervult wordt als belanghebbende bij het besluit aangemerkt en kan dus bezwaar aantekenen en beroep instellen tegen de organieke functiebeschrijving (CRvB 1 juli 1999). Het beroepsrecht van de ambtenaar heeft betrekking op de weergave in een functiebeschrijving van de (hoofd)taken, van de functie-inhoud en van de (bezwarende) werkomstandigheden. Het beroepsrecht heeft géén betrekking op de indicatieve functie-eisen of indicaties van noodzakelijk geachte (aanvullende) opleiding en ervaring. De rechter is van mening dat die indicaties in het algemeen niet bepalend zijn voor de (rechts)positie van een ambtenaar. Indien de ambtenaar tegen die indicaties bezwaar maakt, dient hij door het bestuursorgaan niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De vaststelling van de functiebeschrijving, de functiewaardering en de inschaling worden in één keer aan de ambtenaar bekendgemaakt. Indien in de bezwaren- of de beroepsprocedure het functiebeschrijvingsbesluit wordt vernietigd, heeft dat tot gevolg dat ook de functiewaardering en de inschaling overgedaan moeten worden.
Uit oogpunt van bedrijfsvoering en ambtelijke verantwoordelijkheid zal het college van burgemeester en wethouders onderstaande bevoegdheden mandateren aan de gemeentesecretaris voor zover het gaat om medewerk(st)ers niet zijnde afdelings- en sectorhoofden en de gemeentesecretaris zelf:
Artikel 4, lid 4: vaststelling functiebeschrijving Artikel 9, lid 1: vaststelling functiewaardering en conversie (op advies van de waarderingscommissie)
Reeds gemandateerd is de bevoegdheid tot vaststelling van het salaris naar aanleiding van of vooruitlopende op functiewaardering.