Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregels subsidie jeugd- en jongerenwerk gemeente Borsele 2011 |
Citeertitel | Uitvoeringsregels subsidie jeugd- en jongerenwerk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 26-01-2015 | nieuwe regeling | 21-12-2010 Borselse Bode, 20-12-2010 | geen |
Burgemeester en Wethouders van Borsele
overwegende dat het gewenst is uitvoeringsregels vast te stellen ten behoeve van de subsidiëring aan het jeugd- en jongerenwerkgelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Borsele 2011.
besluitenvast te stellen de volgende regeling:Uitvoeringsregeling subsidie jeugd- en jongerenwerk gemeente Borsele 2011
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Identiteitsgebonden jeugd- en jongerenwerk: Instellingen die zijn aangesloten bij een identiteitsgebonden lokale, regionale-, provinciale- of landelijke organisatie, of van hen een bijdrage ontvangen en vanuit ideologisch standpunt, in georganiseerd verband, regelmatig activiteiten voor jongeren aanbieden, die voor een ieder toegankelijk zijn.
Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 van de Algemene subsidieverordening wordt subsidie in ieder geval geweigerd aan:
Organisaties die op grond van deze uitvoeringsregeling voor subsidie op basis van artikel 2 a, c en d in aanmerking willen komen dienen hiertoe eenmaal per vier jaar een aanvraag in te dienen. Op basis hiervan wordt gedurende de betreffende periode van vier jaar elk jaar hetzelfde bedrag beschikbaar gesteld.
Artikel 6 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
Artikel 7 Berekening van de subsidie
Tenzij de uitgaven het college van burgemeester en wethouders onredelijk voorkomen bestaat de subsidie per jaar uit:1. Voor open jeugd- en jongerenwerk: a. 75% van de kosten van huisvesting; b. 50% van de organisatiekosten; c. 50% van de kosten van activiteiten; d. 100 % van de kosten van een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering.2. voor identiteitsgebonden jeugd- en jongerenwerk en knutselclubs a. een basisbedrag van € 121,98 in de organisatiekosten; b. een bijdrage van € 8,55 per lid/deelnemer, in de leeftijd van 6 tot 23 jaar woonachtig in de Gemeente Borsele,; c. 100% van de kosten van een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering.3. voor Technika 10: a. een basisbedrag van € 206,77 in de organisatie en materiaalkosten; b. een bijdrage van € 8,55 per lid/deelnemer, in de leeftijd van 10 tot en met 12 jaar woonachtig in de Gemeente Borsele; c. 100% van de kosten van een aansprakelijkheidsverzekering.4. Voor scoutinggroepen: a. een bijdrage van € 8,55 per lid, in de leeftijd 6 tot 23 jaar woonachtig in de gemeente Borsele; b. 75% voor de kosten van huisvesting voor scoutinggroepen gevestigd in de gemeente Borsele; c. 100% van de kosten van een aansprakelijkheidsverzekering.het college 5. De subsidie bedraagt nooit meer dan het werkelijk tekort, voor reserveringen en afschrijvingen dient vooraf toestemming van het het college te worden gevraagd.
Artikel 8 Verdeling van het subsidieplafond
Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en die niet worden geweigerd op grond van de artikel 8 van de Algemene subsidieverordening of artikel 3 van deze regeling, zou leiden tot een overschrijding van de subsidieplafonds worden alle aanvragen met eenzelfde percentage gekort.
Heinkenszand, 21 december 2010.
Burgemeester en Wethouders van Borsele,de secretaris, de burgemeester,
Toelichting 1 Toelichting bij Uitvoeringsregels subsidie jeugd- en jongerenwerk
Daar waar in deze regeling wordt gesproken over het aantal leden wordt gedoeld op het aantal leden op 1 januari van het jaar voorafgaand aan de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Voor het aanvragen van subsidie dient gebruikt te worden gemaakt van een door de gemeente verstrekt aanvraagformulier.Dit formulier moet volledig ingevuld en voorzien van de gevraagde bijlagen bij het college worden ingediend. Om controle uit te kunnen oefenen op de juistheid van het opgegeven aantal leden/deelnemers zal het bestuur een verklaring moeten ondertekenen waaruit blijkt dat het opgegeven aantal leden/deelnemers overeenkomt met de werkelijkheid. Steekproefsgewijs kan deze opgaven dan gecontroleerd worden.
Om het gemeentelijke adressenbestand actueel te houden zal wel jaarlijks een controle formulier van de adresgegevens aan de organisaties verzonden worden.
De volgende posten dienen als inkomsten op de begroting te worden vermeld:
Deze posten zullen ook op het subsidieformulier worden vermeld.
Inkoop en verkoop van buffetwaren dienen voortaan wel op de begroting te worden opgenomen. Er wordt vanuit gegaan dat de winst mede wordt gebruikt om activiteiten te bekostigen
De subsidie bedraagt nooit meer dan het werkelijke tekort. Als een organisatie middelen wil reserveren voor de aanschaf van bijvoorbeeld tenten of geluidsapparatuur, dient men hiervoor toestemming aan het college te vragen
Voor de verdeling van het subsidieplafond voor jaarsubsidies wordt het totaal aantal van de aangevraagde subsidies bij elkaar opgeteld. Vervolgens wordt gekeken met hoeveel procent het plafond wordt overschreden en worden alle organisaties met dit zelfde percentage gekort.
Onder huisvestingskosten wordt verstaan:
Onder organisatiekosten worden verstaan:
Onder kosten van activiteiten worden gerekend:
De aanschafkosten van inventaris en apparatuur moeten, als zij een bedrag van € 452,59 te boven gaan als activa in de balans worden opgenomen. Van deze kosten mag, te beginnen in het jaar waarin zij zijn gemaakt, jaarlijks een deel in de exploitatierekening worden opgenomen, met inachtneming van een afschrijvingspercentage van 20%.
De uitgaven als bedoeld in het eerste lid dienen voor de aanschaffing aan Burgemeester en Wethouders te worden voorgelegd. Burgemeester en Wethouders kunnen bepalen dat de afschrijvingskosten, alsmede de kosten van rente van de ter zake gesloten leningen, tot een lager bedrag subsidiabel zijn dan het voor de aanschaf van deze goederen, het verrichten der uitgaven of het sluiten der lening voorgestelde bedrag.