Overheidsorganisatie | Gemeente Borsele |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening forensenbelastinig 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financien en economie |
De regeling vervangt de Verordening forensenbelasting 2010.
De datum van de ingang van de heffing is 01-01-2011.
Gemeentewet art. 223
Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Borsele 2010
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | nieuwe regeling | 02-12-2010 Borselse Bode, 09-12-2010 | raadsstukken 02-12-2010, nr. B13 | ||
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 02-12-2010 Borselse Bode, 09-12-2010 | raadsstukken 02-12-2010, nr. B13 | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 02-12-2010 Borselse Bode, 09-12-2010 | raadsstukken 02-12-2010, nr. B13 |
Besluit van de raad der gemeente Borsele tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2011.
De raad der gemeente Borsele;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 november 2010;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van een forensenbelasting 2011.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet
1 Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
2 Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
1 De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.
2 Ingeval geen heffingsmaatstaf voor onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.
3 De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.
De belasting bedraagt per jaar bij een waarde in het economische verkeer van:minder dan € 49.000,00 € 106,80€ 49.000,00 of meer, doch minder dan € 98.000,00 € 144,60€ 98.000,00 of meer, doch minder dan € 147.000,00 € 182,40€ 147.000,00 of meer € 220,20
Indien een belastingplichtige in het belastingjaar meer dan één gemeubileerde woning elk gedu-rende meer dan 90 dagen beschikbaar houdt in de gemeente, wordt ontheffing verleend van de belasting ter zake van de woning(en) met de laagste waarde(n) in het economisch verkeer.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
1 De aanslagen moeten worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
2 In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 doch minder dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de forensenbelasting.
1 De "Verordening forensenbelasting 2010" van 3 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorge-daan.
2 Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2011.
3 De datum van ingang van heffing is 1 januari 2011.
4 Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening forensenbelasting 2011".
Vastgesteld in de openbare vergadering van 2 december 2010.de griffier, de voorzitter,