Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borsele

Fraudeverordening Werk en Inkomen gemeente Borsele 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorsele
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFraudeverordening Werk en Inkomen gemeente Borsele 2010
CiteertitelFraudeverordening Werk en Inkomen gemeente Borsele 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Fraudeverordening Wet werk en bijstand 2004

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8
  2. Wet investeren in jongeren, art 12
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  5. Besluit bijstandsverlening zelfstandigen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201001-05-2013nieuwe regeling

01-04-2010

Borsele Bode van 22-04-2010

raadsstukken 01-04-2010, nr. B14
01-07-2010nieuwe regeling

01-04-2010

Borsele Bode van 22-04-2010

raadsstukken 01-04-2010, nr. B14

Tekst van de regeling

Intitulé

Fraudeverordening Werk en Inkomen gemeente Borsele 2010

De raad van de gemeente Borsele;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 maart 2010;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, artikel 8 van de Wet werk en bijstand, artikel 12, eerste lid en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, bepalingen in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik op het terrein van werk en inkomen;

b e s l u i t :

In te trekken de: "Fraudeverordening Wet werk en bijstand 2004" en vast te stellen de "Fraudeverordening Werk en Inkomen gemeente Borsele 2010.

 

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      wet SUWI: de Wet Structuur Uitvoeringsorganisaties Werk en Inkomen;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele;

    • d.

      belanghebbende: degene, waaronder ook wordt verstaan diens gezin, wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

    • e.

      fraude: het verwijtbaar informatie achterhouden, of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen anders als waar men op grond van de juiste en/of volledige informatie recht op zou hebben;

    • f.

      inlichtingenverplichting: de in de wet genoemde verplichting;

    • g.

      benadelingsbedrag: de ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand, uitkering, inkomensvoorziening, werkleeraanbod of de kosten van bijstand als gevolg van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, waardoor de belanghebbende eerder of langer een beroep op bijstand doet;

    • h.

      grens aangiftebedrag Openbaar Ministerie: het bruto uitkeringsbedrag waarvoor de gemeente is benadeeld door een belanghebbende en waarboven het college aangifte doet bij het Openbaar Ministerie;

    • i.

      recidive: het binnen een bepaalde termijn opnieuw plegen van een verwijtbare handeling uit dezelfde of hogere categorie;

    • j.

      onverwijld uit eigen beweging: het via een daartoe beschikbaar gesteld formulier - het Rechtsmatigheids Onderzoek Formulier (ROF) of ander mutatieformulier - op de daarop opgenomen wijze en/of tijdstip mededeling doen van alle van belang zijnde feiten en omstandigheden;

    • k.

      langdurigheidstoeslag: de in artikel 36 van de Wwb bedoelde toeslag;

    • l.

      norm: de som van de norm, eventuele toeslagen en/of verlagingen en periodieke bijzondere bijstand voor de algemene kosten van het bestaan, inclusief vakantiegeld.

  • 2

    Voor zover daar in deze verordening niet van wordt afgeweken, zijn de gehanteerde begrippen gelijk aan die in de wet.2. Voor zover daar in deze verordening niet van wordt afgeweken, zijn de gehanteerde begrippen gelijk aan die in de wet.

Hoofdstuk 2 FRAUDEBESTRIJDING

Artikel 2 Aangifte

Bij vastgesteld misbruikof oneigenlijk gebruik doet het college in overeenstemming met de door het Openbaar ministerie vastgestelde richtlijnen, aangifte bij het Openbaar Ministerie;

Artikel 3 Verantwoording college

  • 1

    1. Het college rapporteert aan de raad over:

    • a.

      het aantal gevallen waarin is vastgesteld dat bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;

    • b.

      de verschillende vormen van fraude die zijn geconstateerd en de frequentie ervan;

    • c.

      of, en zo ja in hoeveel gevallen tot terugvordering is besloten onderscheidenlijk in hoeveel gevallen, met redenen omkleed, is afgezien van terugvordering;

    • d.

      of, en zo ja in hoeveel gevallen is ingevorderd en tot welk bedrag;

    • e.

      in hoeveel gevallen toepassing is gegeven aan het gestelde in artikel 4 van deze verordening;

    • f.

      in hoeveel gevallen aangifte heeft plaatsgevonden.

Artikel 4 Terugvordering

  • 1

    Het college maakt gebruik van haar bevoegdheid tot terugvordering zoals bedoeld in de wet.

  • 2

    De verdere wijze van terug- en invordering is vastgelegd in de beleidsregels inzake terugvordering.

Hoofdstuk 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 5 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1

    Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2

    Van terugvordering kan worden afgezien in geval sprake is van dringende redenen, dit ter beoordeling van het college. Een en ander is nader uitgewerkt in de beleidsregels inzake terugvordering.

  • 3

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Fraudeverordening Werk en Inkomen gemeente Borsele 2010. .

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 april 2010, .

De griffier,       De voorzitter,

 

Toelichting 1  

Algemene toelichting

De Wet investeren in jongeren en handhaving

Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleeraanbod vastgelegd. Het werkleerrecht berust op de uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.

De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.

Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De Handhavingsverordening is één van die verordeningen.

Fraudeverordening

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijke beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB is reeds in de Handhavingsverordening vastgelegd. Vastgesteld is dat dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de WIJ. Mede gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de WIJ op te nemen in de Handhavingsverordening WWB. Deze krijgt daardoor ook een andere naam en zal voortaan ‘Handhavingsverordening WWB en WIJ’ heten. Een wijzigingsvoorstel is in de wijzigingsverordening opgenomen

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 april 2010, .

De griffier,    De voorzitter,