Organisatie | Borsele |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffinig 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financien en economie |
De regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2011.
De datum van de ingang van de heffing is 01-01-2012.
Wet milieubeheer art. 15.33
Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Borsele 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 03-11-2011 Borselse Bode, 24-11-2011 | raadsstukken 03-11-2011, nr. B3 | |
01-01-2011 | nieuwe regeling | 02-12-2010 Borselse Bode, 20-12-2010 | raadsstukken 02-12-2010 |
Besluit van de raad der gemeente Borsele tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2012.
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2011;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012.
Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de ar-tikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishou-delijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar
a. indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon € 193,20;
b. indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer dan één persoon € 289,20;
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar voor de belastingen die worden geheven op grond van artikel 3, lid 1 en 2.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2 verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschul-digde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalender-maanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op onthef-fing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2 als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog, volle kalender-maanden overblijven.
Artikel 7 Termijn van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 doch minder dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste vijf en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.