Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borsele

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Borsele 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorsele
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Borsele 2010
CiteertitelUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Borsele 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art.6. lid 3
  2. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art 13, lid 1
  3. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art 14, lid 1
  4. Gemeentewet art. 231, lid 2
  5. het desbetreffende artikel van de in de gemeente Borsele geldende belastingverordeningen, waarin het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-02-201024-01-2013nieuwe regeling

12-01-2010

Borselse Bode, 20-01-2010

geen
05-02-2010nieuwe regeling

12-01-2010

Borselse Bode, 20-01-2010

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Borsele 2010

Het college van burgemeester en wethouders van Borsele;

gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14 eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;

besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Borsele 2010 (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Borsele 2010).

 

Artikel 1 Algemene bepaling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen.

Artikel 2 Aangifte

  • 1

    De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2

    Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen een maand na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 3 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar of kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 4 Rente

  • 1

    Het percentage van de invorderingsrente is het percentage dat ingevolge artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing

  • 3

    In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 100,00 niet te boven gaat.

Artikel 5 Gelding voor de gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

a. de onroerende-zaakbelastingen vinden artikel 2, eerste lid, en artikel 3 en 4 toepassing;

b. de forensenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid en artikel 4 toepassing;

c. de hondenbelasting vinden artikel 2, lid 2 en artikel 4 toepassing met dien verstande dat voor het begrip “zes maanden” moet worden gelezen “één maand” en voor het begrip “één maand” moet worden gelezen “veertien dagen”;

d. de afvalstoffenheffing vindt artikel 4 toepassing;

e. de reinigingsrechten vindt artikel 4 toepassing;

f. de lijkbezorgingsrechten vindt artikel 4 toepassing;

g. de leges vindt artikel 4 toepassing;

h. de precariobelasting vindt artikel 4 toepassing;

i. de brandweerrechten vindt artikel 4 toepassing;

k. de rioolheffing vindt artikel 2, eerste lid en artikel 4 toepassing.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De “Regeling gemeentelijke belastingen”, vastgesteld bij besluit van 24 maart 1998, wordt ingetrokken op het moment dat deze regeling in werking treedt.

  • 2

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    Deze regeling wordt aangehaald als “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen Borsele 2010”.

Heinkenszand, 12 januari 2010.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris,                   De burgemeester,