Organisatie | Winsum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling veiligheids- en gezondheidsregio Groningen |
Citeertitel | Gemeeenschappelijke regeling veiligheids- en gezondheidsregio Groningen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Gemeenschappelijke regeling hulpverlening en openbare gezondheidszorg Groningen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2011 | 15-11-2013 | Nieuwe regeling | 22-03-2011 De Wiekslag, 29-03-2011 | Onbekend |
15-11-2013 |
|
Gemeenschappelijketaken: taken die de deelnemende gemeenten gezamenlijk op grond van de wet of een besluit van het algemeen bestuur verplicht ter uitvoering aan de regeling opdragen; tenzij het algemeen bestuur van de regeling anders besluit zijn gemeenten verplicht aan de kosten van de uitvoering van deze taken bij te dragen overeenkomstig de financiële bepalingen in deze regeling;
Artikel 3 Toepassing Gemeentewet
Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen, met toepassing van de Wgr, gelezen, in de plaats van de raad het algemeen bestuur onderscheidenlijk de Bestuurscommissie, in de plaats van burgemeester en wethouders het dagelijks bestuur en in de plaats van de burgemeester de voorzitter onderscheidenlijk de voorzitter van de Bestuurscommissie.
BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 6 Taken en bevoegdheden Veiligheids- en Gezondheidsregio
De in het voorgaande lid genoemde plannen komen, evenals het risicoprofiel, eerst tot stand na consultatie van de partners op het gebied van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, waaronder in elk geval - overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake - de politie, de waterschappen en de raden van de deelnemende gemeenten, als ook de besturen van de aangrenzende veiligheidsregio’s.
Artikel 7 Taken en bevoegdheden Regionale brandweer en GHOR
Met uitzondering van de taken waaraan de gemeentelijke brandweer van een deelnemende gemeente toepassing gevend aan artikel 26 zelf uitvoering geeft, omvatten de taken van de regeling op het terrein van brandweer en rampenbestrijding in aanvulling op het in bepaalde in artikel 6 en het bepaalde in artikel 25 van de Wvr, al dat wat bijdraagt aan het bewerkstelligen, voorbereiden en (doen) uitvoeren van een doelmatige en gecoördineerde hulpverlening bij brand, ongevallen, rampen en crises en de samenwerking daartoe van betrokken besturen en organisaties.
De tot de in het eerste lid bedoelde taken van de regeling behorende taken kunnen door een gemeentelijke brandweer van een deelnemende gemeente ten behoeve van de regeling en andere deelnemende gemeenten worden uitgevoerd, op basis van een daartoe strekkend besluit van het algemeen bestuur van de regeling, onder de voorwaarde dat de gemeente die de taak gaat uitvoeren met het besluit instemt.
Behoudens een aanwijzing van de minister tot het overdragen van taken aan de regionale brandweer kan een deelnemende gemeente taken waaraan deze tot dan toe zelf uitvoering geeft, opdragen aan de regeling. De regeling kan de opdracht aanvaarden, op basis van een daartoe strekkend besluit van het algemeen bestuur.
Artikel 10 Onderlinge ondersteuning en bijstand
De aan de regeling deelnemende gemeenten verlenen elkaar op verzoek ondersteuning en bijstand bij het uitvoeren van de in artikel 9 genoemde taken en, voor zover toepassing wordt gegeven aan de op basis van artikel 26 van de Wvr geboden mogelijkheid om een eigen gemeentelijke brandweer te hebben, bij het uitvoeren van de taken waaraan zij op grond van die wet zelf uitvoering geven.
Artikel 11 Samenwerking met derden
Met het Regionaal college en met de minister belast met het beheer van het Korps landelijke politiediensten wordt in een convenant de vormgeving vastgelegd van de multidisciplinaire samenwerking op het terrein van de crisisbeheersing, het beheer van een gemeenschappelijke meldkamer en het overige bij wet bepaalde.
Met de in de regio werkzame instellingen, zorgaanbieders, ambulancevervoerders en diensten, bedoeld in artikel 33 eerste lid van de Wvr, maakt het Veiligheidsbestuur schriftelijke afspraken over hun inzet bij de uitvoering van hun taak binnen de geneeskundige hulpverlening en over de voorbereiding op die inzet.
Artikel 12 Overige bevoegdheden en plichten
Waar op grond van wettelijke bepalingen taken aan de Veiligheids- en Gezondheidsregio zijn overgedragen en bevoegdheden van regeling en bestuur zijn toegekend aan de gemeente, de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester, of plichten zijn opgelegd, komen die bevoegdheden toe en rusten die plichten op onderscheidenlijk de Veiligheids- en Gezondheidsregio, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter, tenzij de wet anders bepaalt en behoudens het bepaalde in artikel 30, eerste lid, van de Wgr.
Artikel 13 Uitvoering van de werkzaamheden
De algemeen directeur, de brandweercommandant stad en regio, de directeur GGD en de directeur middelen voeren de werkzaamheden, die voor de dienst voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde opdracht aan de gemeente Groningen, uit met in achtneming van het algemeen mandaatbesluit van de gemeente Groningen en het dienstmandaat van de dienst.
De werkzaamheden van de directeur GGD als directeur GHOR en van de regionaal commandant brandweer kunnen op voorstel van de gemeente Groningen door het algemeen bestuur in een instructie nader worden beschreven. De instructie bevat ook een beschrijving van de wettelijke taken van deze functionarissen.
De Directie gemeenten staat onder leiding van de coördinerend functionaris, de op grond van artikel 36 van de Wet veiligheidsregio door het Veiligheidsbestuur aan te wijzen functionaris die is belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis.
De zittingsperiode van de plaatsvervangend leden van het algemeen bestuur is gelijk aan de zittingsperiode van de leden van de gemeenteraad. De aanwijzing vindt plaats in het jaar waarin de verkiezingen voor de gemeenteraad worden gehouden, zo spoedig mogelijk na het aantreden van de gemeenteraad en overigens zo spoedig mogelijk na het ontstaan van een vacature.
Een lid van het algemeen bestuur verstrekt aan het college van zijn gemeente zo spoedig mogelijk de door een of meer leden van dat college in zijn vergadering of schriftelijk gevraagde inlichtingen, voor zover zulks niet strijdig is met het algemeen belang. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangend leden.
Het college kan de burgemeester van zijn gemeente en een door hem aangewezen plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur, nadat de inlichtingen in een vergadering of schriftelijk zijn verstrekt of dienen te zijn verstrekt, ter verantwoording roepen voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Deze verantwoording wordt afgelegd binnen twee maanden nadat het lid respectievelijk het plaatsvervangend lid daarom door het college is verzocht.
Artikel 16 Taken en bevoegdheden van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur heeft in het kader van de uitvoering van de regeling alle bevoegdheden die krachtens de wettelijke bepalingen niet zijn over te dragen aan de bestuurscommissies zoals bedoeld in artikel 14, voor zover die niet bij of krachtens de regeling aan voorzitter of dagelijks bestuur zijn opgedragen.
Artikel 17 Vergaderingen van het algemeen bestuur
De vaststelling van de begroting en de rekening geschiedt bij meerderheid van stemmen, waaronder de stem van de vertegenwoordiger namens de gemeente Groningen. Indien de toepassing van deze clausule leidt tot het verwerpen van een voorstel, dan zal het dagelijks bestuur een nieuw voorstel voorleggen aan het algemeen bestuur, zo nodig na tussentijds bestuurlijk overleg.
De hoofdofficier van justitie, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993 en de namens de waterschappen binnen het werkgebied van de regeling aangewezen dijkgraaf worden uitgenodigd deel te nemen aan de vergaderingen van het algemeen bestuur en de Bestuurscommissie regionale brandweer en GHOR. De commissaris van de Koning of een door hem aangewezen vertegenwoordiger worden uitgenodigd de genoemde vergaderingen bij te wonen.
Het dagelijks bestuur bestaat uit zeven leden, te weten de voorzitter, de penningmeester, de plaatsvervangend voorzitter, die in het dagelijks bestuur dezelfde functies bekleden als in het algemeen bestuur, en vier leden, benoemd door het algemeen bestuur, deel uitmakend van het algemeen bestuur of de bestuurscommissies, zulks met inachtneming van het gestelde in het tweede, derde en vierde lid.
Artikel 19 Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur
De leden van het dagelijks bestuur verstrekken tezamen, dan wel afzonderlijk aan het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk in een vergadering van dat bestuur of schriftelijk, binnen een maand alle inlichtingen die door één of meer leden van het algemeen bestuur worden verlangd, zulks voor zover dat niet strijdig is met het algemeen belang.
De leden van de in het tweede en vierde lid bedoelde bestuurscommissies kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven hiervan terstond kennis aan de voorzitter van het algemeen bestuur, de voorzitter van de bestuurscommissie en aan het college dat hen heeft aangewezen. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.
De zittingsperiode van de leden van de in het tweede en vierde lid bedoelde bestuurscommissies is gelijk aan die van de leden van de gemeenteraad. De aanwijzing vindt plaats in het jaar waarin de verkiezingen voor de gemeenteraad worden gehouden, zo spoedig mogelijk na het aantreden van de gemeenteraad en overigens zo spoedig mogelijk na het ontstaan van een vacature.
Een lid van de bestuurscommissie verstrekt aan het college namens welke hij is aangewezen zo spoedig mogelijk de door een of meer leden van dat college in zijn vergadering of schriftelijk gevraagde inlichtingen voor zover zulks niet strijdig is met het algemeen belang. Het gestelde is van overeenkomstige toepassing op de burgemeester in zijn hoedanigheid als lid van de Bestuurscommissie regionale brandweer en GHOR.
Het college kan een lid van de commissie dat namens hem of mede namens hem is aangewezen, nadat de inlichtingen in een vergadering of schriftelijk zijn verstrekt of dienen te zijn verstrekt, ter verantwoording roepen voor het door hem in de commissie gevoerde beleid. Deze verantwoording wordt afgelegd binnen twee maanden nadat hem daarom door het college is gevraagd. Het gestelde is van overeenkomstige toepassing op de burgemeester in zijn hoedanigheid als lid van de Bestuurscommissie regionale brandweer en GHOR.
Een bestuurscommissie kan voor de voorbereiding van onderwerpen die ter bespreking worden voorgelegd een klankbordgroep instellen. De bestuurscommissie wijst daartoe de leden, alsmede een voorzitter aan en formuleert de opdracht voor de klankbordgroep. De bestuurscommissie kan aanwijzingen geven voor de werkwijze van de klankbordgroep.
Artikel 25 Adviescommissie regionale brandweer
Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur een vaste commissie van advies in, de Adviescommissie regionale brandweer, aan te duiden als College Commandanten Regio Groningen. Deze dient gevraagd en ongevraagd hem, alsmede het dagelijks bestuur, de voorzitter en in het bijzonder de Bestuurscommissie regionale brandweer en GHOR van advies.
Artikel 26 Regionaal Geneeskundig Platform
Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur een vaste commissie van advies in, het Regionaal Geneeskundig Platform. Deze dient gevraagd en ongevraagd hem, alsmede het dagelijks bestuur, de voorzitter en in het bijzonder de Bestuurscommissie regionale brandweer en GHOR mede in zijn hoedanigheid van Veiligheidsbestuur, van advies.
Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Groningen zo nodig nadere regels vast omtrent het financieel-economisch beheer en de verrekening van de bijdragen van de deelnemende gemeenten, zulks in aanvulling op het gestelde in de artikelen 29 tot en met 36.
Artikel 31 Procedure vaststelling en wijziging begroting
Voor de procedure tot vaststelling van de begroting dan wel een begrotingswijziging wordt toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 17, vierde lid en het gestelde in de Wgr.
Artikel 32 Rekening en verantwoording
Het dagelijks bestuur biedt deze rekening na toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de ingevolge artikel 36 eerste lid, aangewezen deskundige(n), en van hetgeen het dagelijks bestuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.
Artikel 33 Toerekening kosten voortvloeiend uit de taken ex artikel 6, 7 en 8
gemeenschappelijketaken:de bijdragen die de deelnemende gemeenten verschuldigd zijn, worden vastgesteld door de lasten, na aftrek van eventuele andere baten, om te slaan over de deelnemende gemeenten naar rato van het door het Bureau voor de Statistiek (CBS, of een daarmee gelijk te stellen autoriteit) te bepalen inwonertal per 1 januari van het jaar waarop de betaling der bijdragen betrekking heeft;
gemeentespecifieke taken: deelnemende gemeenten die taken aan de regeling hebben opgedragen zijn een bijdrage verschuldigd die wordt vastgesteld door de lasten, na aftrek van eventuele andere baten, om te slaan over deze gemeenten naar rato van het door het CBS te bepalen inwonertal per 1 januari van het jaar waarop de betaling der bijdragen betrekking heeft;
Ten aanzien van de gemeentespecifieke taken kan een andere verdeelsleutel gehanteerd worden wanneer de afname per eenheid product meer in de rede ligt. Tekorten op de begrote tarieven worden dan naar rato van het aantal afgenomen producten over de afnemende gemeenten omgeslagen. Het algemeen bestuur besluit op voorstel van de gemeente Groningen van te voren of op deze wijze de bijdrage zal worden vastgesteld.
Wanneer de bijdrage volgens de methode genoemd in het tweede lid wordt berekend en het tekort mede wordt veroorzaakt doordat een gemeente minder afneemt dan geraamd en begroot, dan wordt deze gemeente voor dat gedeelte van het tekort aangeslagen, indien de afwijking een door het algemeen bestuur bepaalde marge te boven gaat. Geeft een gemeente geen raming op voor het opstellen van de begroting dan wordt de raming van het jaar daarvoor gehanteerd.
Het algemeen bestuur stelt op voorstel van de gemeente Groningen, en in overleg met de gemeente die de afname van een gemeentespecifieke taak wenst te beëindigen, tenminste zes maanden voor het beoogde tijdstip vanaf welk de taak niet langer wordt afgenomen een regeling op over de gevolgen daarvan. Wordt in die periode geen overeenstemming bereikt, dan wordt er geacht een geschil te bestaan als bedoeld in de Wgr.
Het dagelijks bestuur draagt jaarlijks zorg voor de samenstelling van een verslag met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden die voortvloeien uit de taken genoemd in de artikelen 6, 7, 8 en 9, alsmede uit de taken die voortvloeien uit of samenhangen met de ondersteuning, bijstand en samenwerking zoals bedoeld in de artikelen 10 en 11.
HOOFDSTUK IV - BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 37 Klachtrecht en aanwijzing Ombudsman
Overeenkomstig de vereisten in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet extern klachtrecht kan een ieder, onverlet de vereisten in de Wet klachtrecht cliënten zorgsector, een klacht, zijnde een verzoekschrift zoals bedoeld in artikel 9:18, eerste lid Algemene wet bestuursrecht, indienen over een gedraging, in de uitoefening van zijn functie, van een bestuursorgaan van de regeling of een voor deze regeling werkzame ambtenaar of een daarmee op grond van diens werkzaamheid gelijk te stellen persoon (inclusief hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan).
Ten aanzien van geschillen omtrent de toepassing van de regeling in de ruimste zin, geldt het gestelde in de Wgr.
Het algemeen bestuur stelt in overleg met de uittredende gemeente tenminste zes maanden voor het tijdstip van uittreding een regeling op van de gevolgen van de uittreding. Indien in de genoemde periode geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt geacht een geschil te bestaan als bedoeld in de Wgr.
Artikel 42 Duur, wijziging en opheffing van de regeling
Een besluit om een voorstel tot opheffing aan de deelnemende gemeenten voor te leggen wordt door het algemeen bestuur niet genomen dan nadat het college van burgemeester en wethouders van Groningen in de gelegenheid is gesteld om ter zake van de gevolgen van de opheffing voorstellen te doen aan het algemeen bestuur. Deze voorstellen worden bij de besluitvorming over de opheffing betrokken.
HOOFDSTUK V - OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
De regeling is in werking getreden op 1 juli 1997, sedertdien gewijzigd met ingang van 1 november 2007 en per 1 januari 2011 opnieuw gewijzigd waarbij vanaf de inwerkingtreding van deze wijziging de gemeenschappelijke regeling heet gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Groningen.