Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidie Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007 |
Citeertitel | Subsidie Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | leefomgeving, subsidies, financieel kader |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-06-2012 | 23-06-2012 | Intrekking | 19-06-2012 Provinciaal Blad, 2012, 174 | 3024065 | |
06-09-2007 | nieuwe regeling | 03-04-2007 Provinciaal Blad, 2007, 62 | 1282889 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Een lid van het landbouwhuishouden: natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groep natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groep en haar leden volgens het nationale recht, uitgezonderd werknemers in de landbouw. Wanneer een lid van het landbouwhuishouden een rechtspersoon dan wel een groep van rechtspersonen is, moet dit lid ten tijde van het aanvragen van de steun een landbouwactiviteit op het landbouwbedrijf uitoefenen.
De minimis-steun: Steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimissteun, Pb EG L 379/05 van 28 december 2006, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.
Investeringen met bijdragen in natura van een begunstigde uit de overheids- of de privésector, namelijk de levering van goederen of diensten waarvoor geen facturen of gelijkwaardige stukken gestaafde betaling in geld worden gedaan, zijn subsidiabel. Voorwaarde is dat het bijdragen betreft in de vorm van de inbreng van grond of onroerend goed, bedrijfsuitrusting of grondstoffen, onderzoeks- of beroepsactiviteiten of onbetaald vrijwilligerswerk. Hierbij dient de financiële waarde ervan onafhankelijk te worden beoordeeld en geverifieerd.
In het geval van onbetaald vrijwilligerswerk wordt de waarde van dat werk bepaald met inachtneming van de eraan bestede tijd en van het uur en dagtarief van de beloning voor vergelijkbaar werk, zulks voor zover relevant op basis van een vooraf bepaald stelsel om normbedragen voor kosten toe te passen,
Hoofdstuk 2 Diversificatie naar niet agrarische activiteiten
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen uitsluitend worden ingediend voor zover deze activiteiten betrekking hebben op:
Projecten voor stimulering van samenwerking gericht op bevordering van diversificatie. Het gaat om samenwerking tussen landbouwbedrijven onderling, alsmede tussen landbouwbedrijven en micro-ondernemingen, zorginstellingen, toerisme en andere voor de stimulering van diversificatie relevante partijen.
Uitgesloten voor aanvragen tot subsidieverlening zijn aanvragen voor de uitvoering van activiteiten welke betrekking hebben op:
Projecten en activiteiten die geen relatie hebben met de situering in het landelijk gebied zoals bijvoorbeeld stallingplaatsen en opslag van materialen. Voor dergelijke activiteiten hebben de kenmerken van het landelijk gebied geen meerwaarde in de zin van bijvoorbeeld de aanwezigheid van rust, een inspiratievolle omgeving, het agrarisch bedrijf, de agrarische productie, plattelandsrecreatie en de cultuurhistorische achtergrond.
Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 10 kunnen voor subsidie in aanmerking komen in zoverre:
In geval van investeringen, zijn de subsidiabele uitgaven gelimiteerd tot:
de aankoop of huurkoop van nieuwe machines en bedrijfsuitrusting, inclusief computerprogrammatuur tot ten hoogste de marktwaarde van het bedrijfsmiddel; overige kosten voor de huurkoopovereenkomst, zoals de met de financiering gemoeide rentekosten, verzekeringskosten, overhead en bemiddelingskosten zijn niet subsidiabel.
Hoofdstuk 3 Steun voor oprichting en ontwikkeling van micro-ondernemingen
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen worden ingediend door micro-ondernemingen (niet zijnde landbouwondernemingen) zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie.
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen uitsluitend worden ingediend voor zover deze activiteiten betrekking hebben op:
Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 19 komen voor subsidie in aanmerking in zoverre:
Artikel 21 De subsidiabele kosten zijn:
In geval van investeringen, zijn de subsidiabele uitgaven gelimiteerd tot:
De aankoop of huurkoop van nieuwe machines en bedrijfsuitrusting, inclusief computerprogrammatuur tot ten hoogste de marktwaarde van het bedrijfsmiddel. overige kosten voor de huurkoopovereenkomst, zoals de met de financiering gemoeide rentekosten, verzekeringskosten, overhead en bemiddelingskosten zijn niet subsidiabel.
In geval van investeringen van minimaal € 10.000,00 excl. BTW, zijn in uitzonderingsgevallen ook gebruikte machines en installaties subsidiabel indien kan worden aangetoond dat de aankoop heeft plaatsgevonden via een verkoopkanaal geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Dit dient naar behoren te worden gerechtvaardigd door de kostenbesparing die wordt gerealiseerd.
Hoofdstuk 4 Bevordering van toeristische activiteiten;
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen worden ingediend door overheden en alle natuurlijke of rechtspersonen, niet zijnde een lid van het landbouwhuishouden.
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen uitsluitend worden ingediend welke betrekking hebben op:
Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 25 komen voor subsidie in aanmerking in zoverre:
De bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen; kosten voor de aankoop, aanleg en verbetering (incl. het opheffen van knelpunten, verbetering van de verkeersveiligheid) van lineaire recreatieve infrastructuur zoals fietsroutes, wandelroutes, vaarroutes en ruiterpaden met de daarbij behorende toeristische voorzieningen zoals picknickbanken, fietsrekken, informatieborden, schuilhutten en bijbehorende beplanting. Grondaankopen zijn subsidiabel tot een maximum van 10% van de totale subsidiabele projectkosten.
Eenmalige kosten voor opstarten van samenwerkingsprojecten voor de ontwikkeling van nieuwe toeristische activiteiten of het opschalen en professionaliseren van bestaande activiteiten. De projecten zijn gericht op marketing en promotie, invoering van nieuwe communicatietechnieken en verbetering van de dienstverlening voor de bevordering van toeristische activiteiten zoals reserverings- of bewegwijzeringsystemen.
Hoofdstuk 5 Basisvoorzieningen
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen uitsluitend worden ingediend voor zover deze activiteiten betrekking hebben op:
Investeringen in multifunctionele voorzieningen waaronder dorpshuizen, Kulturhusen, bibliotheken, breedtesport en sportvoorzieningen voor specifieke doelgroepen, inclusief aanpassingen van gebouwen om tenminste het bestaande niveau van basisvoorzieningen te verbeteren. Multifunctioneel zijn die voorzieningen die minimaal drie verschillende functies faciliteren op het gebied van zorg, welzijn, educatie, cultuur en maatschappelijke en commerciële dienstverlening.
Het ontwikkelen en uitvoeren (investeren) alsmede het opschalen naar andere kernen en regio’s van innovatieve concepten voor basisvoorzieningen zoals woon-zorgzones, elektronische dienstverlening en diensten op maat. De activiteiten richten zich met name op specifieke doelgroepen op het platteland, zoals senioren, vrouwen, jongere gezinnen, voor bijvoorbeeld zuigelingenzorg, kinderopvang, mantelzorg en gezondheidszorg. Bij het opzetten van experimenten met diensten gaat het om eenmalige startsubsidie voor maximaal 3 jaar.
Het opstarten van culturele en vrijetijdsactiviteiten zoals tentoonstellingen, wedstrijden, beurzen, countryfairs en culturele bijeenkomsten, gericht op behoud en ontwikkeling van de waarden en identiteit van de bewoners van het platteland. Het gaat bij de ondersteuning om eenmalige ontwikkel- en organisatiekosten en eenmalige investeringen in kapitaalintensieve duurzame faciliteiten, zoals een mobiel onderkomen, die ertoe bijdragen dat een activiteit voor meerdere jaren, in bijvoorbeeld verschillende regio’s tegen relatief lage kosten herhaald kan worden. Operationele kosten worden niet structureel vergoed.
Uitgesloten voor subsidiëring zijn aanvragen voor de uitvoering van activiteiten voor zover deze activiteiten betrekking hebben op reguliere culturele en vrijetijdsactiviteiten alsmede de in stand houding van het bestaande niveau zonder aantoonbare kwalitatieve of kwantitatieve verbetering dan wel innovatie.
Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 32 kunnen voor subsidie in aanmerking komen, in zoverre:
In aanvulling op artikel 5 van de verordening wordt de volgende informatie toegevoegd aan de aanvraag:
De bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen; kosten van grond, gebouwen, bouwconstructies, inrichting van gebouwen en terreinen (inclusief verbetering, aanpassingen en uitbreiding) ten behoeve van de basisvoorziening. De kosten voor grond mogen maximaal 10% van de projectkosten bedragen.
De aankoop of huurkoop van nieuwe machines en bedrijfsuitrusting, inclusief computerprogrammatuur tot ten hoogste de marktwaarde van het bedrijfsmiddel; overige kosten voor de huurkoopovereenkomst, zoals de met de financiering gemoeide rentekosten, verzekeringskosten, overhead en bemiddelingskosten zijn niet subsidiabel.
Hoofdstuk 6 Dorpsvernieuwing en –ontwikkeling
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen uitsluitend worden ingediend voor zover deze activiteiten betrekking hebben op:
Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 41 komen voor subsidie in aanmerking in zoverre:
In aanvulling op artikel 5 van de verordening wordt de volgende informatie gevraagd bij aanvraag:
De bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen; kosten van grond, gebouwen, bouwconstructies, infrastructuur, inrichting van gebouwen en terreinen (inclusief verbetering, aanpassingen en uitbreiding) als onderdeel van dorpsvernieuwing en -ontwikkelingsactiviteiten. De kosten voor grond mogen maximaal 10% van de projectkosten bedragen.
Eenmalige voorbereidings-, plan- en organisatiekosten om te komen tot een goed projectplan zoals architectenkosten, ingenieurbureaus, adviesondersteuning, verwerving van patentrechten en licenties, dorpsvernieuwings- of leefbaarheidplannen tot maximaal 15% van de projectkosten gericht op de voorziening voor dorpsontwikkeling.
Hoofdstuk 7 Instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen worden ingediend door overheden en alle natuurlijke of rechtspersonen
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen uitsluitend worden ingediend voor zover deze activiteiten betrekking hebben op:
Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 49 kunnen voor subsidie in aanmerking komen in zoverre
In aanvulling op artikel 5 van de verordening wordt de volgende informatie gevraagd bij aanvraag:
De bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen; kosten van grond, gebouwen, bouwconstructies, infrastructuur (incl. waterlopen), inrichting van gebouwen en terreinen (inclusief restauratie, renovatie, verbetering, aanpassingen en uitbreiding en beplantingen) voor het project voor instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed. De aankoop van grond voor een bedrag hoger dan 10% van de totale subsidiabele uitgaven voor de betrokken concrete actie komt niet voor een bijdrage uit het ELFPO in aanmerking.
In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde situaties kan een hoger percentage worden vastgesteld voor concrete acties voor grondaankopen ten behoeve van milieubehoud (in deze maatregel natuurlijk erfgoed):
In de situaties dat de verhouding tussen de totale investering voor de concrete actie en de kosten voor de grondaankoop meer is dan 1:2 (grondaankopen bedragen meer dan 33 %) komen de kosten voor grondaankopen voor 25% in aanmerking voor een bijdrage vanuit het ELFPO. Tevens moet worden aangetoond dat de te verwerven grond essentieel is voor de realisatie van de ecologische verbindingszone of het natuurkerngebied. Reden is dat vanuit het natuurbeleid voor de versnelde ontwikkeling van met name robuuste ecologische verbindingszones, grondverwerving onontbeerlijk is om het gewenste niveau van biodiversiteit te bereiken. Aangetoond moet worden dat de gewenste biodiversiteit niet kan worden gerealiseerd met agrarisch natuurbeheer. Grondverwerving is dan onontbeerlijk om de beleidsdoelen gericht op de bevordering van de biodiversiteit in het landelijk gebied alsmede de bevordering van de dispersie van soorten, te realiseren. Robuuste verbindingszones en natuurkerngebieden dragen bij aan het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering voor soorten door toename van leefbiotoop en verspreidingsmogelijkheden alsmede aan de waterkwaliteit en herstel van het hydrologisch systeem en potentiële natuurwaarden.
Eenmalige voorbereidings-, plan- en organisatiekosten om te komen tot een goed project zoals architectenkosten, ingenieurbureaus, adviesondersteuning, verwerving van patentrechten en licenties, tot maximaal 15% van de projectkosten gericht op het project voor instandhouding en opwaardering van het landelijk erfgoed. Studies en investeringen in het kader van onderhoud (niet zijnde het jaarlijks regulier beheer), restauratie en opwaardering van het culturele erfgoed (zoals culturele kenmerken van dorpen en plattelandslandschappen).
Hoofdstuk 8 Verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de openstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen worden ingediend door participanten van plaatselijk partnerschap. De plaatselijke partnerschappen in het kader van Leader zijn als aanvrager uitgesloten.
Aanvragen tot subsidieverlening voor de uitvoering van activiteiten kunnen uitsluitend worden ingediend voor zover deze activiteiten betrekking hebben op de verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie. Studies, voorlichting, opleiding gericht op de uitvoering van de plaatselijke ontwikkelingsstrategie geïnitieerd door de plaatselijke partnerschappen
Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 58 kunnen voor subsidie aanmerking komen in zoverre:
Uitvoeringskosten, door andere publiek-private partnerschappen dan de in artikel 62, lid 1, onder b) van de Verordening (EG) 1698/2005 (Pb L 277), van de omschreven groepen, van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie die een of meer van de in artikel 52, onder a), b) en c), bedoelde maatregelen omvat.