Organisatie | Renkum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGELING ADVIESRAAD WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING |
Citeertitel | Regeling Adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling Wmo-adviesraad Renkum.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
De bekendmaking van deze regeling is gerectificeerd op 04-11-2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-09-2018 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 Gemeenteblad, 16-12-2014 | Onbekend. | |
31-03-2011 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 15-03-2011 Hoog en Laag, 30-03-2011 | n.v.t. |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum,
gelet op artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning juncto artikel 21 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet juncto artikel 9 van de Verordening jeugdhulp;
vast te stellen de hierna volgende Regeling Adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
a. Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning;
b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;
c. Wmo-adviesraad: de commissie als bedoeld in artikel 2 van deze regeling;
d. Cliënt: elke inwoner van de gemeente Renkum kan als cliënt worden beschouwd.
Er is een commissie die de adviesfunctie aan het college als bedoeld in artikel 2.1.3, derdelid van de wet vervult.
De Wmo-adviesraad brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over zaken die de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de WMO en de Jeugdwet betreffen. Voor wat betreft de advisering op het gebied van de Jeugdwet heeft de Jongerenraad ook een functie.
Het college draagt er zorg voor dat de adviezen van de Wmo-adviesraad, zonodig met een schriftelijke reactie van het college, op een zodanig tijdstip ter kennisneming worden gestuurd aan de gemeenteraad, dat deze, en daaraan voorafgaand de commissie Inwoners, de adviezen bij zijn besluitvorming kan betrekken.
Artikel 4 Samenstelling en lidmaatschap
Het college vraagt, behoudens in spoedeisende gevallen, aan de Wmo-adviesraad vooraf schriftelijk advies over alle voorstellen met betrekking tot het beleid als bedoeld in artikel 3 van deze regeling. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
De Wmo-adviesraad brengt zijn advies schriftelijk uit binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Indien de Wmo-adviesraad van oordeel is dat een advies niet binnen deze termijn kan worden gegeven geeft hij daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan het college onder opgave van redenen. In overleg wordt zo mogelijk een nieuwe termijn gesteld.
Het college betrekt de adviezen zichtbaar bij de besluitvorming en informeert de Wmo-adviesraad schriftelijk over elk besluit waarbij een advies van de Wmo-adviesraad betrokken is geweest. Indien het college van het advies afwijkt, doet het dat gemotiveerd binnen 4 weken na ontvangst van het betreffende advies.
De voorzitter roept de leden schriftelijk of per e-mail op voor de vergadering, onder opgaaf van de punten die zullen worden behandeld. De voorzitter draagt er zorg voor dat de agenda en vergaderstukken tien dagen voor de vergadering aan de leden worden toegezonden. In spoedeisende gevallen kan, met opgave van reden, deze termijn worden bekort. Voorts draagt de voorzitter er zorg voor dat de stukken voor een ieder ter inzage worden gelegd, met uitzondering van de stukken die behoren bij het agendapunt ‘Ontwikkelingen’.
De Wmo-adviesraad vergadert slechts als ten minste de helft van het aantal stemgerechtigde leden, onder wie de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig is. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter binnen één week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.
Artikel 9 De informatievoorziening
Het college draagt ervoor zorg dat aan de Wmo-adviesraad de nodige informatie vroegtijdig en toegankelijk wordt verstrekt ten behoeve van het behoorlijk kunnen functioneren van de Wmo-adviesraad.
Voor de uitoefening van de taak van de Wmo-adviesraad zal jaarlijks in de gemeentebegroting een post worden opgenomen. Binnen de kaders van die begrotingspost stelt het college een budget voor de Wmo-adviesraad vast. Het toekennen van het budget geschiedt op basis van een begroting die de Wmo-adviesraad voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar indient bij het college. Op verzoek van de Wmo-adviesraad kan het college het budget tussentijds aanpassen, voor zover daarmee de in de gemeentebegroting gestelde kaders niet worden overschreden.
De onkostenvergoeding als bedoeld in het eerste lid alsmede van materiële voorzieningen, zoals vergaderruimte, ambtelijke ondersteuning, kosten van inschakelen van deskundigen, kosten voor het instellen van werkgroepen, speciale voorzieningen in verband met handicap, porti, drukwerk en dergelijke komen ten laste van het budget als bedoeld in het tweede lid.
De Wmo-adviesraad kan eventueel uit zijn midden werkgroepen instellen, hetzij ter voorbereiding van een advies over een bepaald onderwerp, hetzij ter voorbereiding van adviezen over onderwerpen op een bepaald gebied. De Wmo-adviesraad regelt de taak, samenstelling en werkwijze van zulke werkgroepen. De Wmo-adviesraad stelt, op basis van de begroting als bedoeld in artikel 10, tweede lid van deze regeling, aan de werkgroepen ten behoeve van hun werkzaamheden een budget beschikbaar.
Eens per twee jaar, of zoveel eerder als de Wmo-adviesraad die nodig oordeelt, evalueert hij zijn werkzaamheden op effectieve en efficiëntie. Aan de hand van de uitkomsten verbetert hij de eigen werkzaamheden en doet voorstellen tot eventuele gewenste aanpassingen van deze regeling.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college, na daartoe advies te hebben ingewonnen van de Wmo-adviesraad.
De wijziging van deze regeling heeft geen consequenties voor de leden van de Wmo-adviesraad en de voor hun geldende zittingsduur.