Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ermelo

De Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieErmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDe Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011
CiteertitelDe Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpnaamgeving en nummering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 Gemeentewet, artikel 6 basisregistratie adressen en gebouwen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-04-201121-06-2018Onbekend

03-03-2011

Ermelo's weekblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

De Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011

Nr. 10012964

Casenr. 2010-03243

 

 

1. Verordening naamgeving en nummering.

Adressen gemeente Ermelo 2011

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Adres: door het college aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats;

  • b.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo;

  • d.

    Complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken;

  • e.

    Convenant: het tussen de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Koninklijke TPG Post BV gesloten Kader Convenant;

  • f.

    Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • g.

    Ligplaats: door het college als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die is bestemd voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig;

  • h.

    Nummeraanduiding: door het college als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats en een afgebakend terrein dat bestaat uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- en/of cijfercombinatie;

  • i.

    Openbare ruimte: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen;

  • j.

    Pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig- constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is. Bij toetsing of er sprake is van een pand wordt direct gebruik gemaakt van de “Beslisboom pand” zoals weergegeven in bijlage I bij deze verordening;

  • k.

    Rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te behandelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder;

  • l.

    Standplaats: door het college als zodanig aangewezen plaats, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

  • m.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen inzake naamgeving en nummering (adressen);

  • n.

    Verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is. Bij toetsing of sprake is van een verblijfsobject wordt gebruik gemaakt van de “Beslisboom verblijfsobject” zoals weergegeven in bijlage 2 van deze verordening;

  • o.

    Wijk- en buurtindeling: een indeling van de gemeente in wijken en buurten conform de eisen die het CBS aan deze indeling verbindt;

  • p.

    Woonplaats: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente;

  • q.

    De Wet: Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG).

HOOFDSTUK 2: NAAMGEVING EN BEGRENZING VAN WOONPLAATSEN, TOEKENNEN VAN NAMEN AAN DE OPENBARE RUIMTE, HET NUMMEREN VAN VERBLIJFSOBJECTEN, LIGPLAATSEN EN STANDPLAATSEN

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

  • 1.

    Het college stelt de grens en de naam van de woonplaats(en) vast en kan desgewenst de woonplaats(en), in wijken en buurten verdelen en aanduiden met namen, zo nodig met letters en nummers;

  • 2.

    Het college kent per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zonodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken;

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen, aanduiden en toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid en tweede lid, wordt tevens begrepen het intrekken daarvan.

Artikel 3 Nummering van objecten

  • 1.

    Het college stelt de lig- en standplaatsen vast;

  • 2.

    Het college kent binnen het grondgebied van de gemeente nummers toe aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen;

  • 3.

    Het college bepaalt de afbakening van panden, ligplaatsen en standplaatsen;

  • 4.

    Onder vaststellen, toekennen en bepalen, zoals bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid, wordt tevens begrepen het intrekken daarvan.

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

  • 1.

    De door het college toegekende namen, zoals vervat in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht;

  • 2.

    Aan objecten, zoals aangegeven in artikel 3, waarvoor een nummer is vastgesteld moet dat nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht;

  • 3.

    Het is een ieder die daartoe niet bevoegd is, verboden namen aan de openbare ruimte en woonplaatsen, wijken en buurten toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen;

  • 4.

    Het is een ieder die daartoe niet is bevoegd, verboden aan een pand of verblijfsobject, stand- of ligplaats of afgebakend terrein nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

HOOFDSTUK 3: PLAATSEN VAN NAAM- EN NUMMERBORDEN

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1.

    Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van de openbare ruimte, naamverwijsborden, nummerborden, nummerverzamelborden en andere (verwijs)aanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden of verwijderd;

  • 2.

    Indien het college het noodzakelijk acht om een naambord/nummer, waarop de vervallen naam/nummer is doorgehaald, tijdelijk naast het naambord/nummer met de nieuwe naam te handhaven zal de rechthebbende dit toelaten als daaraan door het college een termijn van niet langer dan één jaar is verbonden;

  • 3.

    De rechthebbende zorgt ervoor dat de in het eerste en tweede lid bedoelde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Verplichting tot het aanbrengen van nummerborden

  • 1.

    Tenzij het college anders heeft besloten, zorgt de rechthebbende van een object ervoor dat de nummers, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald;

  • 2.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste lid genoemde nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college zijn aangebracht;

  • 3.

    Indien een verblijfsobject, ligplaats, standplaats of afgebakend terrein nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht;

  • 4.

    Indien het college heeft besloten om een nummerbord, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, naast het nummerbord met het nieuwe nummer te handhaven zal de rechthebbende dit toelaten of daar uitvoering aan geven als daaraan door het college een termijn van niet langer dan één jaar is verbonden;

  • 5.

    Het college kan bepalen dat voor sommige verblijfsobjecten het toegekende nummer niet op het pand hoeft te worden aangebracht.

  • 6.

    Het college kan de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

HOOFDSTUK 4 NADERE VOORSCHRIFTEN

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1.

    Het college kan uitvoeringsvoorschriften vaststellen betreffende het proces en de wijze van:

    • ·

      Naamgeving en van begrenzing van woonplaatsen, wijken en buurten;

    • ·

      naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte;

    • ·

      nummering van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen en afgebakende terreinen;

    • ·

      opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen.

Deze uitvoeringsvoorschriften zijn vastgelegd in het “Uitvoeringsbesluit naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011”.

HOOFDSTUK 5 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, derde en vierde lid, artikel 5 en artikel 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie;

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de daarvoor aangewezen toezichthouders.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Artikel 10 Intrekken oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 11 Overgangsbepaling

  • 1.

    Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening bestaan;

  • 2.

    Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier, De voorzitter,

2. Toelichting op de Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011.

ALGEMEEN

Wettelijke grondslag

Op 1 juli 2009 is de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), in werking getreden. Deze wet omvat ondermeer regels betreffende de methodische registratie van adresgegevens. Met de invoering van de Wet BAG is de gemeente de plicht opgelegd om ten behoeve van de basisregistratie adressen bepaalde, expliciet in de Wet BAG genoemde zaken, van een naam, nummer of begrenzing te voorzien. Voor zover het deze zaken betreft is er sprake van medebewind als bedoeld in artikel 108, tweede lid, van de Gemeentewet. Hoeveel vrijheid de gemeente nog heeft om zelf een regeling rond naamgeving en nummering te treffen wordt aangegeven in artikel 121 Gemeentewet. Dit artikel stelt, dat de gemeentelijke regeling niet in strijd mag zijn met wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale verordeningen. Deze bevoegdheidsafbakening betekent, dat de gemeente een aanvullingsbevoegdheid heeft op de hogere regelgeving. De gemeente heeft ter voorbereiding daarvan wel rekening te houden met twee grenzen. Een benedengrens (niet treden in de bijzondere bepalingen van de ingezetenen) en een bovengrens (regels mogen niet in strijd zijn met hogere regelgeving).

De gemeente staat het dus vrij om, met het oog op een goede uitvoering van het medebewind, de wijze van naamgeving en nummering in het kader van de Wet BAG nader te regelen. Het gaat hier om het zogeheten ‘vrije medebewind’, omdat in de Wet BAG geen regels worden gegeven voor het meer creatieve proces dat aan de eerder genoemde methodische registratie vooraf gaat; onder andere het bedenken en toekennen van namen aan woonplaatsen en aan delen van de openbare ruimte en de methode van toekennen van nummeren aan objecten en plaatsen.

Het is voor de gemeente toegestaan om in de verordening bepalingen op te nemen over zaken waarin de Wet BAG in het geheel niet voorziet. Daaronder vallen bijvoorbeeld zaken als de afbakening en aanduiding van wijken en buurten, alsmede het nummeren van afgebakende en afsluitbare terreinen en de naamgeving van gemeentelijke bouwwerken. De verordening heeft daardoor een dubbele grondslag nodig. Met betrekking tot de beslissingen, als bedoeld in artikel 6 van de Wet BAG, is er sprake van regeling van bestuur in medebewind, waarvoor artikel 108, tweede lid en artikel 149 van de Gemeentewet de grondslag biedt. Voor de overige beslissingen betreft de regeling en bestuur op grond van artikel 108, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet.

Op het punt van de taaktoedeling bepaalt de Wet BAG, dat de in artikel 6 van die wet genoemde beslissingen door de gemeenteraad moeten worden genomen, waarmee wordt aangesloten op de voorheen bestaande taaktoedeling op basis van artikel 108, eerste lid en hoofdstuk IX van de Gemeentewet. Het is zodoende –mede ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet- de raad die, naast het autonome deel, ook het onderwerpelijke medebewindstelsel in een regeling kan uitwerken. In de verordening zelf kan delegatie van beslissingen aan het college worden geregeld op grond van de algemene delegatiebevoegdheid van artikel 156, eerste lid van de gemeente. Dit is in deze verordening ook het geval.

Belang van naamgeving en nummering

Adressen vervullen een essentiële functie in het maatschappelijk verkeer. Niet alleen voor dienstverlenende instanties als politie, brandweer, posterijen en ambulancebedrijven, maar ook voor bijvoorbeeld de makelaardij, de advocatuur, het notariaat en het bedrijfsleven. Zij kunnen veelal hun werkzaamheden niet uitvoeren zonder goed sluitende informatie over adressen. Ook de burger heeft belang bij goede adressering van zijn verblijfsobject. Hij wenst in brede zin vindbaar te zijn. Adressen vervullen binnen het openbaar bestuur eveneens een wezenlijke functie. Enerzijds is een groot deel van de overheidsregistraties geordend (toegankelijk) op alfanumerieke volgorde van adressen. Anderzijds zijn adressen van wezenlijke betekenis voor het koppelen en maken van selecties uit deze registraties.

Het benoemen van delen van de openbare ruimte (voorheen straatnamen) en het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten (voorheen huisnummers) is een taak die de gemeente met extra zorg moet omgeven.

Algemene wet bestuursrecht

Het toekennen van een naam of nummer (adressen) op grond van de verordening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het besluit zal aan de formele en materiële eisen van de Awb moeten voldoen. Op grond van de Awb is het mogelijk tegen een besluit een bezwaarschrift in te dienen bij het besluitende bestuursorgaan. Tevens staat de mogelijkheid open om een beroepschrift in te dienen bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank.

Met name ten aanzien van naamgeving kan de vraag rijzen of er wel sprake is van een besluit. Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord indien het besluit zich richt op bepaalde, concreet aanwijsbare objecten en het besluit gebaseerd is op een publieksrechtelijke regeling die een gedoogplicht inhoudt voor de rechthebbende op onroerende zaken in verband met het op deze objecten aanbrengen van naam- en nummerborden. Op grond van deze verordening zal derhalve sprake zijn van een besluit tot naamgeving of nummering. Ook de intrekking van een naam of nummer of het afwijzen van een verzoek daartoe valt binnen de reikwijdte van de Awb. Indien een aanvraag voor een naam of een nummering moet worden afgewezen of een besluit tot naamgeving of nummering een belanghebbende zou treffen, moet worden bezien of artikel 4:7 dan wel 4:8 van de Awb van toepassing is. Deze artikelen houden de verplichting in de aanvrager of belanghebbende te horen voordat het besluit wordt genomen.

Dualistisch bestel

De kern van het dualisme is de ontvlechting van de positie en bevoegdheden van de raad en het college. De kaderstellende en controlerende bevoegdheden worden bij de raad gelegd en de bestuursbevoegdheden worden bij het college geconcentreerd. Er kunnen drie typen bestuursbevoegdheden worden onderscheiden in:

  • a.

    bestuursbevoegdheden die in de Gemeentewet zijn opgenomen;

  • b.

    de bestuursbevoegdheden in medebewindwetten en;

  • c.

    de autonome bevoegdheden.

De bestuurlijke bevoegdheden die in de Gemeentewet zijn opgenomen zijn met de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur bij het college gelegd.

De naamgeving en nummering kan worden aangemerkt als een autonome bestuursbevoegdheid. Deze bevoegdheid blijft dus nog bij de raad liggen. Pas na de aanvaarding van de grondwetswijziging en een wijziging van de artikelen 108 en 147 Gemeentewet kan deze bevoegdheid aan het college worden toegekend. Voorlopig blijft deze bevoegdheid nog bij de Gemeenteraad. Wel kan de raad ervoor kiezen om vooruitlopend op deze wijziging van de Grondwet de bevoegdheid tot naamgeving en nummering aan het college te delegeren. Ter volmaking van het dualistische stelsel ligt dit ook in de rede. Wel blijft ook in het dualistische stelsel de verordenende bevoegdheid bij de raad liggen. Dit betekent dat de bevoegdheid tot vaststelling van een verordening op de naamgeving en nummering bij de raad blijft berusten. De raad kan er echter -ook nu al- voor kiezen om de verordende bevoegdheid ter zake van naamgeving en nummering op grond van artikel 156 Gemeentewet aan het college delegeren.

Regelen van de gevolgen

Bij het gebruik van de bevoegdheid tot naamgeving en nummering moet het college rekening houden met het belang van bewoners en bedrijven. Intrekken en vervolgens weer toekennen van een naam of een nummer treft immers de belangen van bewoners en bedrijven. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van een gemeentelijke gehoudenheid tot regeling van de gevolgen van de intrekkings- en toekenningsbesluiten. Een aantal punten is hierbij van belang:

  • 1.

    Tussen het besluit tot intrekken, toekennen en de uitvoering dient voldoende tijd te liggen, zodat de bewoners en de bedrijven zich op de gewijzigde naam of het veranderde nummer kunnen voorbereiden. Hoe langer deze periode is, hoe minder de gemeente gehouden is tot compenserende maatregelen. Het verdient aanbeveling in een vroeg stadium contact op te nemen met de betrokken bewoners en bedrijven. De Algemene wet bestuursrecht kent deze verplichting op grond van artikel 4:8;

  • 2.

    Voor de gevallen waarin de gemeente gehouden kan worden tot het vergoeden van de gemaakte kosten, is in artikel 16 van het uitvoeringsbesluit opgenomen dat benadeelde particulieren een vergoeding van € 50,00 krijgen en benadeelde bedrijven een vergoeding van € 200,00;

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsomschrijvingen zijn gebaseerd op de omschrijving zoals opgenomen in artikel 1 van de wet BAG.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen van delen van de openbare ruimte

De strekking van het eerste lid spreekt voor zich en behoeft geen verdere toelichting. Het tweede lid regelt het per woonplaats benoemen van de openbare ruimte. In de Wet BAG zijn geen bepalingen opgenomen over de grenzen van benoemde delen van de openbare ruimte. Daar is in de verordening wel voor gekozen om te voorkomen dat delen van de openbare ruimte, onbedoeld, een dubbele naam krijgen of deels geen naam krijgen vanwege onduidelijkheid over de begrenzingen. Voor de meeste gemeenten is het vastleggen van begrenzingen van benoemde delen van de openbare ruimte al dagelijkse praktijk. Verder is in het tweede lid de naamgeving van gemeentelijke gebouwen opgenomen.

Met de wettelijke regeling inzake de naamgeving van de openbare ruimte komt een einde aan discussies over de naamgeving van rijkswegen en provinciale wegen. De Wet BAG schrijft namelijk voor dat alle verblijfsobjecten van een nummer moeten zijn voorzien en dat geldt dus ook voor bijvoorbeeld benzinestations, restaurants of hotels die alleen via een rijks- of provinciale weg zijn te bereiken. Nummers kunnen alleen worden uitgegeven als zij worden gerelateerd aan een door het college vastgestelde naam aan een deel van de openbare ruimte.

Gemeenten moeten derhalve ex artikel 6 van de Wet BAG voor rijks- en provinciale wegen een naambesluit nemen. Gemeenten moeten hier verstandig met hun bevoegdheid omgaan. In dit soort gevallen kan worden aangesloten bij de al jaren, door veel gemeenten, toegepaste werkwijze, waarbij de naamgeving louter wordt gebaseerd op de nummer en het type weg.

Het derde lid bepaalt, dat onder de termen bepalen, vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, tevens het intrekken daarvan omvat. Deze passage is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.

Artikel 3 Nummering van objecten

Het eerste en tweede lid regelen het vaststellen van standplaatsen en ligplaatsen en het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen en afgebakende terreinen. Hier is niet voor de term huisnummer gekozen, omdat bij afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen niet kan worden gesproken van huis. Vandaar dat de term nummeraanduiding wordt gebruikt.

Een burger kan overigens een aanvraag voor een nummeraanduiding bij het college van burgemeester en wethouders indienen. Deze aanvraag zal in de regel zijn aan te merken als een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op de afwikkeling van de aanvraag zijn de hoofdstukken 3 en 4 van de Awb van toepassing.

De strekking van het derde lid spreekt voor zich en behoeft geen verdere toelichting. Het vierde lid bepaalt dat onder de termen vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, tevens het intrekken daarvan omvat. Deze passage is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

De toegekende namen moeten overeenkomstig de wens van het college worden aangebracht. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente. De in het eerste lid vervatte zinsnede ‘in voldoende aantallen ter plaatse’ verdient een nadere toelichting. Een verkeersdeelnemer moet bij het oprijden van een kruising van wegen, door in voldoende aantallen aangebrachte naamborden, zonder omkijken en in een oogopslag de naam van de dwarsstraat moet kunnen lezen. Dit betekent doorgaans dat op alle hoeken van de kruising borden dienen te worden aangebracht.

Het tweede lid bepaalt dat een object, plaats of terrein een door het college toegekend nummer ook feitelijk moet dragen. Het college wordt de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van nummers. Met het oog op dienstverlening is het van belang dat de nummers, die door het college zijn toegekend, ook ter plaatse terug te vinden zijn.

Het derde lid verbiedt een ieder die daartoe niet bevoegd is, namen toe te kennen aan delen van de openbare ruimte door naamborden zichtbaar ter plaatse aan te brengen. Het komt steeds vaker voor dat burgers –om de meest uiteenlopende redenen- een straatnaambord in de tuin plaatsen of aan een onroerende zaak bevestigen. Dat geeft veelal verwarring met de door de gemeente toegekende namen aan de openbare ruimte. Het derde lid geeft de gemeente de bevoegdheid om hiertegen op te treden. Voor de goede orde: het staat iedereen vrij om een naam toe te kennen aan zijn onroerende zaak, zolang dat geen verwarring geeft met de door de gemeente toegekende namen aan de openbare ruimte.

Het vierde lid verbiedt een ieder die daartoe niet bevoegd is, nummers toe te kennen aan onroerende zaken die privé bezit zijn door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Het aanbrengen van zelf gekozen nummers door eigenaren, gebruikers of beheerders aan objecten, plaatsen en terreinen is de laatste decennia hand over hand toegenomen. Bovendien is bij de invoering van de BAG ook gebleken dat nummers vaak zijn verdwenen. Ook worden nummers soms zo abstract vormgegeven dat zij niet meer aan het criteria van doeltreffendheid, zoals bedoeld in het tweede lid, voldoen. Deze criteria kunnen worden uitgewerkt in de uitvoeringsvoorschriften, zoals bedoeld in artikel 7.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

Vanuit een weloverwogen algemeen maatschappelijk belang dienen naamborden door of namens de gemeente ter plaatse goed zichtbaar en in voldoende mate te worden aangebracht. Veelal is het noodzakelijk om naamborden te bevestigen aan gebouwgevels, terreinafscheidingen of aan paaltjes die op privé-terrein worden geplaatst. De betrokken rechthebbenden zijn verplicht dat toe te laten. Het artikel houdt verder rekening met de omstandigheid dat de borden niet door de gemeente zelf, maar op verzoek van de gemeente door derden worden aangebracht.

Het tweede lid geeft de gemeente de mogelijkheid om een bord met de oude (doorgehaalde) naam enige tijd te handhaven naast een bord met de nieuwe naam. Op deze wijze wordt voorkomen dat zij, die niet van de herbenoeming op de hoogte zijn, hun bestemming niet kunnen vinden.

Het derde lid is opgenomen om te voorkomen dat de leesbaarheid c.q. zichtbaarheid van een aangebracht naambord door bijvoorbeeld hoog opschietend groen, zonnescherm of reclamebord wordt belemmerd. Vandaar dat is bepaald dat de rechthebbende ervoor dient zorg te dragen dat de bedoelde borden vanaf de openbare weg leesbaar blijven.

Artikel 6 Verplichting tot het aanbrengen van nummerborden

In het eerste lid is bepaald dat de rechthebbende zelf het nummer dient aan te brengen, tenzij het college anders besluit.

Het tweede en derde lid bepalen dat het door het college toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht. Voor gevallen waarin het object nog niet is voltooid, moet het nummer binnen vier weken na voltooiing zijn aangebracht.

Het vierde lid biedt de gemeente de mogelijkheid om een bord met het oude (doorgehaalde) nummer enige tijd te handhaven naast een bord met het nieuwe nummer. Op deze wijze wordt voorkomen dat zij, die niet van de hernummering op de hoogte zijn, hun bestemming niet kunnen vinden. Het handhaven va het oude (doorgehaalde) nummer wordt soms bij omvangrijke of ingewikkelde vernummering toegepast.

Het vijfde lid regelt dat het college ook kan afwijken van het bepaalde in artikel 1.

Het zesde lid geeft het college de mogelijkheid de in het tweede en derde lid genoemde termijnen te verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

Het eerste lid biedt de mogelijkheid om uitvoeringsvoorschriften vast te stellen ten aanzien van naamgeving en nummering. Deze uitvoeringsvoorschriften zijn gericht op vast gemeentelijk beleid. Dat kan van belang zijn bij bezwaar- en beroepsprocedures. De uitvoeringsvoorschriften bevatten bepalingen met betrekking tot de bestuurlijke, taalkundige en inhoudelijke aspecten van de naamgeving, alsmede bepalingen over de wijk- en buurtindeling, de toekenning van nummers, de wijze van nummeren, de uitvoering en plaatsing van borden en voorschriften van administratief- organisatorische aard. Deze uitvoeringsvoorschriften zijn als bijlage opgenomen in het “Uitvoeringsbesluit naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011”.

Artikel 8 Strafbepaling

Het opleggen van verplichtingen, zoals vervat in de verordening, heeft alleen zin wanneer deze verplichtingen bij nalatigheid of overtreding kunnen worden afgedwongen, zodra deze worden overtreden. Aan lichte overtredingen wordt een geldboete van de eerste categorie verbonden.

Het tweede lid bepaalt dat de afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving op de naleving van de bepalingen in de verordening moet toezien.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening op grond van artikel 3:40 en 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 142 van de Gemeentewet.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Dit artikel regelt het intrekken van de oude bepalingen. De strekking van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11 Overgangsbepaling

Het principe van het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen en afgebakende terreinen dateert al uit de vorige eeuw. In de loop der jaren zijn veel opvolgende voorschriften van kracht geweest. Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle nummers in de gemeente dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringsvoorschriften, zoals vervat in artikel 7. Nummers die onder het oude regime tot stand zijn gekomen, blijven gehandhaafd. Het college heeft wel de mogelijkheid om aanpassing van de nummers te eisen.

Artikel 12 Citeertitel

Omdat de term “huisnummer” in principe geen juiste term is voor het nummeren van verblijfsobjecten, afgebakende terreinen, standplaatsen en ligplaatsen en de term “straatnaam” geen juiste term is voor plantsoenen, wegen en dergelijke, is gekozen voor de nieuwe citeertitel “Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011”.

3. UITVOERINGSBESLUIT

Het college van burgemeester en wethouders,

gelet op de artikelen 3 en 7 van de “Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011”, stelt het volgende uitvoeringsbesluit vast:

Uitvoeringsbesluit naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Authentiek: gebaseerd op rechtsgronden, waarvan een brondocument bestaat welke geregistreerd is in een systeem dat door burgemeester en wethouders onderhouden wordt;

  • b.

    BAG: Basisregistratie Adressen en Gebouwen; een registratie van authentieke gegevens voor adressen en gebouwen;

  • c.

    Hoofdgebouw: een ligplaats, standplaats of verblijfsobject, niet zijnde een serie garagebox, garage of bedrijfspand aan of bij een woning of authentiek gebouw voor openbaar nut zijnde;

  • d.

    NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie- instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van dit uitvoeringsbesluit;

  • e.

    Opvolgend: een Arabisch nummer of alfabetische letter die numeriek of alfabetisch volgt op respectievelijk het nummer of de letter van het naastliggende authentieke nummer met dezelfde naam voor aanliggend openbaar gebied;

  • f.

    Serie garagebox: een verblijfsobject met de functie ‘garage’, dat onderdeel uitmaakt van een reeks aaneengesloten garages die functioneel ten dienste staan van meerdere hoofdgebouwen;

  • g.

    Aanduiding openbare ruimte: een naam voor een gedeelte van de openbare ruimte;

  • h.

    Verordening: de Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011.

Voor de overige begrippen, voor zover hier niet genoemd, wordt aangesloten bij de begripsomschrijving uit de Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011;

  • i.

    Wijk- en buurtindeling: een indeling van de gemeente in wijken en buurten conform de eisen die het CBS aan deze indeling verbindt;

  • j.

    Woonplaats: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente.

HOOFDSTUK 2 TECHNISCHE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN

Artikel 2 Schrijfwijze nummers

1.Het authentieke nummer voor een verblijfsobject bestaat uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een kleine letter en/of een Arabisch cijfer. De tekens worden met spatie geschreven;

Artikel 3 Wijze van toekenning van nummers

1.De wijze van toekenning van de nummers gebeurt overeenkomstig systeem A uit de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.

Artikel 4 Toe te kennen authentiek nummer verblijfsobject

  • 1.

    Het authentieke nummer voor een verblijfsobject bestaat uit een opvolgend nummer van het naastgelegen authentieke nummer voor zover deze gerelateerd is aan dezelfde aanduiding voor de openbare ruimte, mits dit niet in tegenspraak is met andere uitgangspunten in dit Uitvoeringsbesluit;

  • 2.

    Indien het opvolgende nummer, bedoeld in lid 1, reeds bestaat, wordt een opvolgende kleine letter toegevoegd.

  • 3.

    Bij splitsing van verblijfsobjecten wordt het bestaande nummer toegewezen aan één van beide delen. Het andere deel wordt voorzien van een opvolgend nummer of, als deze reeds in gebruik is, voorzien van een toegevoegde kleine letter.

  • 4.

    Een verblijfsobject op een recreatieterrein wordt, voor zover daar in het verleden geen andere wijze van nummering is aangehouden, genummerd als het hoofdnummer van de beheerderwoning met daarachter een twee of meercijferig nummer voor het verblijfsobject, gescheiden met een spatie.

Artikel 5 Toe te kennen authentiek nummer later geplaatst verblijfsobject

Het authentieke nummer voor een later gevormd verblijfsobject bestaat uit cijfers van het authentieke nummer van het eerder gevormde verblijfsobject waaraan een opvolgende letter wordt toegevoegd.

Artikel 6 Plaatsing van nummerdragers

Nummerdragers worden aangebracht overeenkomstig het gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.

Artikel 7 Afmetingen en vormgeving nummerdragers

  • 1.

    Nummerdragers moeten voldoen aan het gestelde inzake afmetingen en vormgeving inde Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959;

  • 2.

    Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het eerste lid.

Artikel 8 Materiaalkeuze voor de nummerdragers

Het materiaal dat wordt toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten nummerdragers, is in overeenstemming met het over de uitvoering van de dragers gestelde in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959.

Artikel 9 Aanduiding openbare ruimte

De dragers van de aanduiding moeten voldoen aan de gestelde functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen en de plaatsing van naamborden en naamverwijsborden, zoals vervat in de Nederlandse norm NEN 1772, uitgave 1992.

HOOFDSTUK 3 ADMINISTRATIEVE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN

Artikel 10 Toekennen authentiek nummer

  • 1.

    Een authentiek nummer kan worden toegekend wanneer voldaan wordt aan artikel 2, lid 1 van de “Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011”;

  • 2.

    Wanneer een authentiek nummer toegekend kan worden, kan een nieuw authentiek nummer aangemaakt worden met inachtneming van de regels gesteld in de artikelen 2 tot 5;

  • 3.

    Het aanmaken van een toe te kennen authentiek nummer zoals bedoeld in lid 2 mag niet leiden tot gelijke adressen in het registratiesysteem als bedoeld in lid 5;

  • 4.

    Het nieuwe authentieke nummer zoals weergegeven in lid 2 wordt door het college vastgesteld in een nummerbeschikking;

  • 5.

    Het in lid 2 bedoelde nummer wordt digitaal geregistreerd in een registratiesysteem op de in de nummerbeschikking aangegeven datum;

  • 6.

    Wanneer de datum, zoals bedoeld in lid 5, niet is vermeld, wordt het nummer geregistreerd op de dag van de bekendmaking van de nummerbeschikking bedoeld in lid 4.

Artikel 11 Aanduiding van woonplaatsen en delen van de openbare ruimte

  • 1.

    Voor de vaststelling van namen wordt advies ingewonnen bij de “Oudheidkundige vereniging Ermeloo”;

  • 2.

    Verzoeken en adviezen tot naamgeving worden getoetst aan de hand van de volgende criteria;

    • a.

      bij de naamgeving van woonplaatsen en delen van de openbare ruimte wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de historie van de betreffende locatie;

    • b.

      de naam mag nog niet bestaan in de gemeente Ermelo of gelijken op een bestaande naam in de gemeente Ermelo;

    • c.

      de naam dient eenvoudig uitspreekbaar en spelbaar te zijn;

    • d.

      beledigende en dubbelzinnige namen dienen vermeden te worden;

    • e.

      een te vernoemen persoon dient –uitgezonderd leden van het koninklijk huis- ten minste tien jaar geleden te zijn overleden, geen strafblad te hebben en de naaste familie dient er toestemming voor te hebben verleend;

    • f.

      er worden geen straatnamen genoemd naar bedrijven;

    • g.

      achtervoegsels (-laan, -weg, -pad, -dijk etc.) dienen niet tegenstrijdig te zijn met de vorm van de openbare ruimte waar een naam voor wordt gezocht;

    • h.

      straatnamen binnen één project dienen een onderlinge relatie te hebben.

  • 3.

    Het college kan besluiten om in afwijking van het gestelde onder lid 2, sub a. tot en met g. van dit artikel een aanduiding voor de openbare ruimte vast te stellen;

  • 4.

    Na vaststelling worden partijen schriftelijk op de hoogte gesteld middels een standaard verzendlijst.

Artikel 12 Nummering van objecten

  • 1.

    Nummering kan alleen geschieden indien het betreffende object van een aanduiding voor de openbare ruimte is voorzien;

  • 2.

    Per aanduiding openbare ruimte wordt een postcode aangevraagd bij TNT-post of diens rechtsopvolger;

  • 3.

    Na vaststelling van de nummering worden partijen schriftelijk op de hoogte gesteld middels een standaard verzendlijst.

Artikel 13 Compensatieregeling

  • 1.

    In het geval van het intrekken en vervolgens toekennen van aanduidingen aan de openbare ruimte of nummers, krijgen hierdoor benadeelde particulieren een onkostenvergoeding van € 50,00 en benadeelde bedrijven een onkostenvergoeding van € 200,00.

  • 2.

    Indien een bedrijf binnen alle redelijkheid kan aantonen meer kosten te hebben voor het intrekken en vervolgens toekennen van een aanduiding aan de openbare ruimte of nummers zoals gesteld in lid 1, kan het college besluiten af te wijken van de onder lid 1 gestelde bedragen.

  • 3.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien belanghebbende zelf een verzoek om intrekken en toekennen van de aanduiding van de openbare ruimte of nummer aanvraagt;

  • 4.

    Indien het noodzakelijk is dat, naar aanleiding van een verzoek tot intrekking en vervolgens toekenning van een nummer, andere objecten ook omgenummerd moeten worden. Worden deze kosten voor rekening van de verzoeker.

Artikel 14 Vervallen authentiek nummer

Wanneer in een nummerbesluit staat aangegeven dat een specifiek nummer komt te vervallen, wordt op de aangegeven datum, na het besluit van het college, in het registratiesysteem genoemd in artikel 12,

lid 5 aangegeven dat het betreffende nummer geen authentiek nummer meer is.

Artikel 15 Verzenden afschrift nummer- of naambeschikking

Een afschrift van de nummer- of naambeschikking wordt in ieder geval verzonden naar de:

  • -

    Brandweer;

  • -

    Politie Ermelo;

  • -

    Politie Regio Noord- en Oost- Gelderland;

  • -

    Ziekenhuis St. Jansdal, Harderwijk;

  • -

    Vitens Gelderland;

  • -

    KPN;

  • -

    NUON;

  • -

    TGP Post Ermelo;

  • -

    TGP Post Nederland;

  • -

    UPC.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan het bepaalde in dit besluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van het verstrekken van een nummer danwel het geven van een aanduiding aan de openbare ruimte, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17 Intrekken oude regels

Met de inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor de uitvoering van het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Uitvoeringsbesluit naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011”.

Vastgesteld in de vergadering van het college d.d. 15 februari 2011.

A.M. Weststrate ing. W.P. Omta

gemeentesecretaris, burgemeester,

Inhoudsopgave

1. Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011;

2. Toelichting op de “Verordening naamgeving en nummering. Adressen gemeente Ermelo 2011”;

3. Uitvoeringsbesluit zoals bedoeld in artikel 3 en 7.