Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Uitgeest

Brandbeveiligingsverordening gemeente Uitgeest 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Uitgeest
Officiële naam regelingBrandbeveiligingsverordening gemeente Uitgeest 2011
CiteertitelBrandbeveiligingsverordening gemeente Uitgeest 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpVolkshuisversting, ruimtelijke ordening en milieu

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet veiligheidsregio's, art. 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-04-201114-03-2013nieuwe regeling

24-03-2011

Uitleester, 30-03-2011

R2011.0010b

Tekst van de regeling

BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 2008

Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 29 januari 2009, nummer R2009.0002, gepubliceerd 5 februari 2009, in werking getreden met ingang van 15 februari 2009. Per deze datum is ingetrokken, voor zoveel zij niet reeds van rechtswege is vervallen, de Brandbeveiligingsverordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 31 mei 2001, nummer 01/36, in werking getreden op 24 juni 2001,

Gebaseerd op artikel 12 van de Brandweerwet 1985

Deze verordening is van rechtswege vervallen doordat de Brandweerwet 1985 met ingang van 1 oktober 2010 is ingetrokken bij het in werking treden van de Wet veiligheidsregio’s. Het vervallen van deze verordening is bekend gemaakt door publicatie in De Uitgeester op 30 maart 2011.

= = = = = = = = = =

BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING GEMEENTE UITGEEST 2011

Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 24 maart 2011, nummer R2011.0010b.

Gebaseerd op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146).

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een inrichting; een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

    • b.

      aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

  • 2.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 4 en 5.

  • 3.

    Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 3 Weigeringgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en dit door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Artikel 4 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5 2.6, 2.7, 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 6 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 8 Overgangsrecht

  • 1.

    Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening vastgesteld op 31 mei 2001 en de brandbeveiligingsverordening vastgesteld op 29 januari 2009 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening vastgesteld op 29 januari 2009 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de brandbeveiligingsverordening vastgesteld op 29 januari 2009 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening gemeente Uitgeest 2011.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij bekend is gemaakt.