Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening Commissie voor Klachten en Verzoeken 1999 |
Citeertitel | Verordening Commissie voor Klachten en Verzoeken 1999 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuurlijke organisatie, klachten |
Geen.
Provinciewet, art. 145
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2008 | 16-03-2007 | 02-05-2020 | art. 1 | 14-12-2007 Provinciaal Blad, 2007, 221 | Statenvoorstel 68/07 |
De Commissie voor Klachten en Verzoeken bestaat uit minimaal 4 en maximaal 7 leden van Provinciale Staten. De leden worden benoemd door de voorzitter van Provinciale Staten, overeenkomstig een voordracht van de voorzitters der fracties in Provinciale Staten. Op deze voordracht zijn zoveel personen vermeld als er leden zijn te benoemen. Indien deze voordracht ontbreekt of daarover geen eenstemmigheid bestaat, benoemen Provinciale Staten de leden.
Op dezelfde wijze als in het eerste lid bepaald, wordt voor elk lid van de Commissie een plaatsvervangend lid benoemd. Een plaatsvervangend lid kan voor 1 of meerdere leden als plaatsvervanger worden aangewezen. Het plaatsvervangend lid treedt in alle rechten en plichten van degene, die hij vervangt.
De Commissie kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud der stukken, welke aan de leden worden voorgelegd geheimhouding opleggen. Deze wordt door alle leden, ook door hen die niet bij de behandeling aanwezig waren, en de secretaris in acht genomen, totdat de Commissie haar opheft.
Door of vanwege de Commissie kan inzage genomen worden en zonodig afschriften gemaakt worden van de gebruikelijke op de desbetreffende zaak betrekking hebbende documenten, bescheiden en correspondentie, die het bestuursorgaan onder zich heeft. Het bestuursorgaan draagt zorg, dat de Commissie en de secretaris de documenten, bescheiden en correspondentie ter beschikking gesteld worden, die zij voor de uitvoering van de hun opgedragen taak naar hun oordeel nodig hebben.