Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Drenthe

Subsidieregeling natuur- en milieueducatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Drenthe
Officiële naam regelingSubsidieregeling natuur- en milieueducatie
CiteertitelSubsidieregelinng natuur- en milieueducatie
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 9-10-2001

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal blad, 2001, 37

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-01-2006wijz. art. 5

03-10-2001

Provinciaal blad, 2001, 37

32/6.15/2001007378
01-01-199801-01-2001nieuwe regeling

19-11-1997

Provinciaal blad, 1997, 42

39/8.3/9709614

Tekst van de regeling

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   natuur- en milieueducatie (NME): een vorm van educatie die leidt tot vergroting van kennis, inzicht en vaardigheden op het terrein van natuur en milieu, zodat mensen in staat zijn bewuste keuzes ten aanzien van natuur en milieu te maken. Voorbeelden van NME-activiteiten zijn: studiedagen, symposia, workshops, cursussen, ontwikkeling en verspreiding van onderwijs- en voorlichtingsmateriaal, tentoonstellingen, excursies, lezingen, diapresentaties, nieuwsbrieven, veldwerk en educatieve werkkampen;

b.   ASV: de Algemene subsidieverordening Drenthe.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen aan natuur-, milieu-, en consumentenorganisaties zonder winstoogmerk in de kosten van de organisatie en uitvoering van een NME-activiteit of -project.

Artikel 3

1.   NME-activiteiten komen in aanmerking voor subsidieverlening indien zij:

a.   op de provincie Drenthe zijn geörienteerd;

b.   op de inwoners of doelgroepen van ten minste 2 gemeenten betrekking hebben.

2.   Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking:

a.   NME-activiteiten met een winstoogmerk;

b.   NME-activiteiten die tot het reguliere aanbod of takenpakket van instellingen gerekend kunnen worden;

c.   NME-activiteiten van een en dezelfde aanvrager waarvoor gedeputeerde staten 2 jaar achtereen subsidie hebben verleend.

3.   Gedeputeerde staten kunnen in bijzondere gevallen een subsidie ten behoeve van een NME-activiteit binnen 1 gemeente verlenen.

Artikel 4

1.   Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking de werkelijke kosten voor de organisatie en uitvoering van de NME-activiteit, zoals:

a.   zaalhuur

b.   vergoeding inleiders/cursusleiders

c.   documentatie

d.   overhead

e.   kopieer- en drukwerk

f.    porti en telefoon

g.   reiskosten van leiding, deskundigen en organisatoren

h.   verzekeringen

i.    cursusmateriaal

j.    excursie als onderdeel van de NME-activiteit

2.   Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking de volgende kosten:

a.   de structurele personeelskosten van de aanvragende organisatie;

b.   de kosten waaraan andere openbare lichamen kunnen bijdragen;

c.   kosten die in de begroting van de desbetreffende NME-activiteit worden aangeduid als onvoorziene of overige kosten.

Artikel 5

1.   De subsidie bedraagt ten hoogste € 2.800,-- per aanvraag, doch nooit meer dan het ontstane tekort.

2.   Gedeputeerde staten kunnen in bijzondere gevallen een hogere subsidie verlenen.

Artikel 6

Een aanvraag om subsidie wordt in afwijking van artikel 29 van de ASV ingediend:

-     vóór 1 januari van enig jaar indien de activiteiten plaatsvinden in de periode van 1 februari tot en met 31 juli van datzelfde jaar;

-     vóór 1 juli van enig jaar, indien de activiteiten plaatsvinden in de periode 1 augustus van datzelfde jaar tot en met 31 januari van het daaropvolgende jaar.

Artikel 7

Onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de ASV gaat een aanvraag om subsidie vergezeld van informatie, die in ieder geval omvat een beschrijving van het doel, de inhoud, de opzet èn de looptijd van de NME-activiteit.

Artikel 8

Gedeputeerde staten zullen, in geval subsidieverlening leidt tot overschrijding van het vastgestelde subsidieplafond, ter bepaling van de prioriteit de volgende criteria hanteren.

a.   NME-activiteiten met een langdurig rendement hebben voorrang boven NME-activiteiten met een kortetermijneffect.

b.   Activiteiten waarin het accent op NME ligt hebben voorrang boven activiteiten waarin NME slechts een onderdeel vormt.

c.   Drentse NME-projecten hebben voorrang boven landelijke projecten met een beperkte uitstraling naar de Drentse bevolking.

Artikel 9

Gedeputeerde staten beslissen, aan de hand van de in de artikelen 3 en 8 gestelde criteria, in afwijking van artikel 32 van de ASV, binnen 8 weken na de in artikel 6 genoemde indieningsdata op de aanvraag om subsidieverlening.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 10

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

2.   Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling natuur- en milieueducatie Drenthe.

TOELICHTING OP DE SUBSIDIEREGELING NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE DRENTHE

Artikelen 1 en 2

Geen toelichting.

Artikel 3

-     Tweede lid, sub b

Gedeputeerde staten verlenen geen subsidie aan activiteiten die vallen onder het reguliere aanbod van een organisatie. Hierdoor wordt een overlap met de eventuele structurele of budgetsubsidie van de desbetreffende organisatie voorkomen.

-     Tweede lid, sub c

De ervaring leert dat sommige aanvragers elk jaar opnieuw voor dezelfde activiteit subsidie aanvragen. Er is in die gevallen sprake van een verkapte structurele subsidie. Aangezien het NME-krediet bedoeld is voor incidentele subsidies is in deze regeling bepaald dat voor 1 activiteit niet langer dan 2 jaar achtereen subsidie kan worden verkregen.

-     Derde lid; voorbeeld ter illustratie

Soms heeft een NME-activiteit een dermate vernieuwend karakter dat het project voor meerdere gemeenten interessant kan zijn. Als het project in 1 gemeente uitgeprobeerd wordt om vervolgens naar meerdere gemeenten opgeschaald te worden, is er sprake van een bijzondere situatie. Gedeputeerde staten kunnen dan besluiten voor de NME-activiteit binnen de "try-out"-gemeente een subsidie te verlenen.

Artikel 5

In de oude subsidieregeling was de bepaling opgenomen dat de hoogte van de subsidie afhankelijk was van de draagkracht van de aanvrager en de eigen inspanningen die door de aanvrager gedaan waren om de financiering van de activiteit op efficiënte wijze gestalte te geven.

Deze bepaling is in de nieuwe regeling achterwege gelaten omdat:

-     in artikel 2 is opgenomen dat gedeputeerde staten alleen subsidie verlenen aan organisaties zonder winstoogmerk. De draagkracht van deze organisaties is in de regel zeer beperkt;

-     in artikel 30 van de ASV en in de artikelen 4 en 7 van deze regeling exact omschreven wordt wat de aanvrager aan gegevens moet aanleveren. Hierdoor krijgen gedeputeerde staten goed inzicht in de financiering van de activiteit.

Artikel 6

De ervaring leert dat het NME-krediet zonder nadere regels binnen 3 maanden na aanvang van het subsidiejaar is uitgeput. Daarom dienden veel aanvragers veiligheidshalve vaak aanvragen zo vroeg mogelijk in, ook al vond de uitvoering pas een half jaar later plaats. Om deze "stuw" van aanvragen wat meer te spreiden, wordt het subsidiejaar in tweeën geknipt door middel van 2 "deadlines":

-     1 januari voor activiteiten tussen 1 februari en 31 juli;

-     1 juli voor activiteiten tussen 1 augustus en 31 januari.

Aanvragen die te vroeg worden ingediend, worden naar de volgende termijn geschoven.

Artikel 7

Geen toelichting.

Artikel 8

Het krediet wordt nog altijd zwaar overvraagd. In het verleden gold de regel: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Deze regel werkt discriminerend naar die aanvragers toe die wat later een goed doortimmerd project indienen. Daarom hanteren gedeputeerde staten bij het stellen van prioriteiten criteria (artikel 8, a, b en c).

Toelichting prioriteit a: NME-kadercursussen (met een looptijd van ruim een jaar) hebben daarom voorrang boven 1 thema-avond.

Toelichting prioriteit b: Een NME-cursus heeft daarom voorrang boven een eenmalig festival waarin NME een rol speelt.

Toelichting prioriteit c: Een NME-activiteit van het Drentse IVN-district heeft daarom voorrang boven een landelijke NME-activiteit met een gering accent op Drenthe.

Artikel 9

Gedeputeerde staten beslissen dus 2 keer per jaar over NME-aanvragen:

-     medio eind februari (8 weken na deadline 1 januari);

-     eind augustus (8 weken na deadline 1 juli).