Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Drenthe

Subsidieregeling natuur- en milieueducatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Drenthe
Officiële naam regelingSubsidieregeling natuur- en milieueducatie
CiteertitelSubsidieregelinng natuur- en milieueducatie
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 21-12-2005

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal blad, 2005, 85

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200601-07-2012wijz. art. 2, 3, 4, 5, 8, 9. toelichting art. 3, 5, 8, 9, vervallen art. 6, 7 + toelichting

21-12-2005

Provinciaal blad, 2005, 85

44/5.1/2005009545
01-01-200201-01-2006wijz. art. 5

03-10-2001

Provinciaal blad, 2001, 37

32/6.15/2001007378
01-01-199801-01-2001nieuwe regeling

19-11-1997

Provinciaal blad, 1997, 42

39/8.3/9709614

Tekst van de regeling

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   natuur- en milieueducatie (NME): een vorm van educatie die leidt tot vergroting van kennis, inzicht en vaardigheden op het terrein van natuur en milieu, zodat mensen in staat zijn bewuste keuzes ten aanzien van natuur en milieu te maken. Voorbeelden van NME-activiteiten zijn: studiedagen, symposia, workshops, cursussen, ontwikkeling en verspreiding van onderwijs- en voorlichtingsmateriaal, tentoonstellingen, excursies, lezingen, diapresentaties, nieuwsbrieven, veldwerk en educatieve werkkampen;

b.   ASV: de Algemene subsidieverordening Drenthe.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele waarderings- of prestatiesubsidie verlenen aan natuur-, milieu-, en consumenten-organisaties in de kosten van de organisatie en uitvoering van een NME-activiteit of ¿project.

Artikel 3

1.   NME-activiteiten komen in aanmerking voor subsidieverlening indien zij:

a.   op de provincie Drenthe zijn georiënteerd;

b.   op de inwoners of doelgroepen van ten minste 2 gemeenten betrekking hebben.

2.   Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking:

a.   NME-activiteiten die tot het reguliere aanbod of takenpakket van instellingen gerekend kunnen worden;

b.   NME-activiteiten van een en dezelfde aanvrager waarvoor gedeputeerde staten 2 jaar achtereen subsidie hebben verleend.

3.   Gedeputeerde staten kunnen in bijzondere gevallen een subsidie ten behoeve van een NME-activiteit binnen 1 gemeente verlenen.

Artikel 4

Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking de werkelijke kosten voor de organisatie en uitvoering van de NME-activiteit, zoals:

a.   zaalhuur

b.   vergoeding inleiders/cursusleiders

c.   documentatie

d.   kopieer- en drukwerk

e.   porti en telefoon

f.    reiskosten van leiding, deskundigen en organisatoren

g.   verzekeringen

h.   cursusmateriaal

i.    excursie als onderdeel van de NME-activiteit

Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking de volgende kosten:

a.   de structurele personeelskosten van de aanvragende organisatie;

b.   de kosten waaraan andere openbare lichamen kunnen bijdragen;

c.   kosten die in de begroting van de desbetreffende NME-activiteit worden aangeduid als onvoorziene of overige kosten.

Artikel 5

1.   De subsidie bedraagt ten hoogste € 3.000,--, maar nooit meer dan de te verwachten kosten.

2.   Gedeputeerde staten kunnen in bijzondere gevallen een hogere subsidie verlenen.

Artikel 6

Gedeputeerde staten zullen, ingeval subsidieverlening leidt tot overschrijding van het vastgestelde subsidieplafond, ter bepaling van de prioriteit de volgende criteria hanteren.

a.   NME-activiteiten met een langdurig rendement hebben voorrang boven NME-activiteiten met een kortetermijneffect.

b.   Activiteiten waarin het accent op NME ligt hebben voorrang boven activiteiten waarin NME slechts een onderdeel vormt.

c.   NME-activiteiten georganiseerd en verzorgd door vrijwilligers hebben voorrang boven activiteiten waarin personeelskosten zijn opgenomen.

d.   Drentse NME-projecten hebben voorrang boven landelijke projecten met een beperkte uitstraling naar de Drentse bevolking.

Artikel 7

Gedeputeerde staten beslissen aan de hand van de in de artikelen 3 en 6 gestelde criteria op de aanvraag om subsidieverlening.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 8

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

2.   Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling natuur- en milieueducatie Drenthe.

TOELICHTING OP DE SUBSIDIEREGELING NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE DRENTHE

Artikelen 1 en 2

Geen toelichting.

Artikel 3

Tweede lid, sub a

Gedeputeerde staten verlenen geen subsidie aan activiteiten die vallen onder het

reguliere aanbod van een organisatie. Hierdoor wordt een overlap met de eventuele subsidies per boekjaar van de desbetreffende organisatie voorkomen.

Tweede lid, sub b

De ervaring leert dat sommige aanvragers elk jaar opnieuw voor dezelfde activiteit subsidie aanvragen. Er is in die gevallen sprake van een verkapte subsidie per boekjaar. Aangezien het NME-krediet bedoeld is voor incidentele subsidies is in deze

regeling bepaald dat voor dezelfde (soort) activiteit niet langer dan 2 jaar achtereen subsidie kan worden verkregen.

Derde lid; voorbeeld ter illustratie

Soms heeft een NME-activiteit een dermate vernieuwend karakter dat het project voor meerdere gemeenten interessant kan zijn. Als het project in 1 gemeente uitgeprobeerd wordt om vervolgens naar meerdere gemeenten opgeschaald te worden, is er sprake van een bijzondere situatie. Gedeputeerde staten kunnen dan besluiten voor de NME-activiteit binnen de "try-out"-gemeente een subsidie te verlenen.

Artikel 5

In artikel 7, vierde lid, van de ASV, is bepaald dat gedeputeerde staten geen subsidie verstrekken van minder dan € 1.000,--. Het is mogelijk om voor meerdere activiteiten ineens een aanvraag in te dienen, waardoor het gevraagde subsidiebedrag voor de gezamenlijke activiteiten meer dan € 1.000,-- bedraagt. Voor meer informatie daarover kunt u contact met ons opnemen.

Artikel 6

Het krediet wordt nog altijd zwaar overvraagd. In het verleden gold de regel: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Deze regel werkt discriminerend naar die aanvragers toe die wat later een goed doortimmerd project indienen. Daarom hanteren gedeputeerde staten bij het stellen van prioriteiten criteria (artikel 8, a, b c en d).

Toelichting prioriteit a: NME-kadercursussen (met een looptijd van ruim een jaar) hebben daarom voorrang boven 1 thema-avond.

Toelichting prioriteit b: Een NME-cursus heeft daarom voorrang boven een eenmalig festival waarin NME een rol speelt.

Toelichting prioriteit d: Een NME-activiteit van het Drentse IVN-district heeft daarom voorrang boven een landelijke NME-activiteit met een gering accent op Drenthe.