Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het innemen van ligplaats en het gebruik van de Bataviahaven 2011 |
Citeertitel | Havenverordening Bataviahaven Lelystad 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage 1 zoals bedoeld in artikel 1 onder h |
Deze verordening vervangt deVerordening op het innemen van ligplaats en het gebruik van de Bataviahaven 2001.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-03-2011 | 05-12-2020 | nieuwe regeling | 22-03-2011 Flevopost, 30-03-2011 | B11-11163 |
Artikel 1 begripsomschrijvingen
Elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water; onder vaartuig wordt mede verstaan drijvende werktuigen, zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, alsmede glijboten en ponten;
Elk schip, dat door de eigenaar bestemd is om meer dan twaalf passagiers te vervoeren, dan wel een schip, dat meer dan twaalf passagiers vervoert, veerboten daaronder begrepen;
Een passagiersvaartuig dat daadwerkelijk en aantoonbaar wordt gebruikt ten behoeve van de beroepsmatige chartervaart en waarvan de gezagvoerder/eigenaar/reder als charterondernemer staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, dat is te boekgesteld overeenkomstig artikel 785 van boek 8 Burgerlijk Wetboek en waarvoor een document van toelating en/of een Certificaat van Onderzoek krachtens artikel 5, eerste lid, van de Binnenvaartwet of Certificaat van deugdelijkheid krachtens artikel 3, eerste lid van de Schepenwet is afgegeven en waarvan de gezagvoerder/eigenaar/reder heeft voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 36 lid 2 van de Binnenvaartwet;
Een schip dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet-bedrijfsmatige, sportieve of recreatieve doeleinden. Onder niet-bedrijfsmatig wordt tevens verstaan het al dan niet structureel tegen betaling of enige andere tegenprestatie vervoeren van 12 of minder passagiers;
Een pleziervaartuig dat gebruikt wordt door een natuurlijke persoon die niet de eigenaar van dat jacht is, maar dat tegen betaling in gebruik heeft van een derde, terwijl de gebruiker zelf optreedt als gezagvoerder op dat jacht en de derde van die verhuur zijn beroep of bedrijf heeft gemaakt, een en ander blijkend uit een inschrijving bij de Kamer van Koophandel en het feit dat het jacht daadwerkelijk en aantoonbaar voor dat doel wordt gebruikt;
Belastingplichtigen voor ligplaatsen waarvoor geen abonnement is afgegeven ten behoeve van het schip waarmee ligplaats wordt ingenomen en die geen deelnemer aan een evenement zijn of dat evenement op een of andere wijze met een schip faciliteren;
Een samenstel van langszijde van elkaar vastgemaakte schepen, waarvan er geen is geplaatst vóór het motorschip dat dient voor het voortbewegen en het sturen van het samenstel;
Het water, gelegen in de gemeente Lelystad tussen het Schoonzicht en de wegen, de steigers en de kunstwerken, welke vanaf het Schoonzicht in zuid-westelijke richting zijn aangebracht, welke samen een dam vormen, met inbegrip van die dam, een strook water in het Oostvaardersdiep ter breedte van 20 meter ten noordwesten van die dam en de bij, op of aan die dam aangebrachte werken en voorzieningen, alsmede de monding van die haven met inbegrip van de in die monding aangebrachte remmingwerken, lichtopstanden, boeien en andere kunstwerken en voorzieningen, de naast en in die haven gelegen pontons en de daarin en daarop aangebrachte voorzieningen, een en ander met inbegrip van het appartement dat plaatselijk bekend is onder het adres Schoonzicht 404 met de daarbij behorende inventaris en aanhorigheden (havenkantoor met bijbehorende sanitaire voorzieningen), een en ander zoals is vastgelegd op de bij deze verordening behorende en daarvan onderdeel uitmakende kaart met het nummer SW-907262-AL-4 (bijlage 1 bij deze verordening).
De door het college van de gemeente Lelystad als zodanig aangewezen functionaris, zijn vervanger, alsmede bij zijn afwezigheid de opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering;
Degene die het gezag voert over een schip en bij het ontbreken daarvan de rechthebbende op het schip;
Alle wateren die al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of toegankelijk zijn.
Binnenvaart Politie Reglement (Stb. 1983, 682, laatstelijk gewijzigd in 2009, staatsblad 2009, nr. 164 op 18 maart 2009.) of zoals dit reglement laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
Vaartuig, overblijfselen van een vaartuig en alle andere voorwerpen in de haven, dat of die is of zijn gestrand, gezonken of aan de grond geraakt, of vastgeraakt op of in de waterkering of andere waterstaatswerken.
De natuurlijke persoon of rechtspersoon die al dan niet tegen betaling op structurele wijze een of meer schepen ter beschikking stelt aan derden en die daartoe een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van deze verordening heeft verkregen en tevens een overeenkomst heeft gesloten met de havenmeester voor het gebruik van een of meer ligplaatsen in de haven.
Het college van de gemeente Lelystad kan de uitvoering van de bepalingen van deze verordening bij mandaat opdragen aan de havenmeester. Het college van de gemeente Lelystad kan daarbij bepaalde bevoegdheden uitzonderen, dan wel aan het mandaat voorwaarden verbinden.
Voor zover hierin niet door het B.P.R. wordt voorzien, is het verboden meerboeien en tonnen in het openbaar water, alsmede tekens, lantaarnpalen, bomen, railingen of soortgelijke objecten op of langs de openbare weg of in of nabij de haven voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor deze zijn bestemd.
Het is verboden ligplaats in te nemen en ingenomen te houden indien de havenmeester de ligplaats heeft opgevorderd ten behoeve van een evenement. Dit verbod vangt aan op het moment dat de havenmeester dit aan de gezagvoerder te kennen heeft gegeven en eindigt op het moment dat de havenmeester de betreffende ligplaats(en) weer vrij geeft.
Artikel 4 het innemen van een ligplaats
Het is passanten met pleziervaartuigen verboden om langer dan zeven maal vierentwintig uren achtereen ligplaats in de haven in te nemen, met dien verstande dat na het verlaten van de ligplaats ten minste vierentwintig uren moeten zijn verstreken alvorens de passant wederom wordt toegelaten om ligplaats in te nemen.
Het bepaalde in het vierde lid vindt geen toepassing voor zover het schepen betreft die toebehoren aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die geacht wordt een vaste gebruiker te zijn in de zin van artikel 1 onder n, een en ander met dien verstande dat bij evenementen de door deze schepen ingenomen ligplaatsen op eerste aanzegging van de havenmeester leeg dienen te worden opgeleverd tot aan het moment dat de havenmeester deze weer beschikbaar stelt.
Het is verboden ligplaats in te nemen met een schip
dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd voor het uitoefenen van een bedrijf of het al dan niet bedrijfsmatig aanbieden van goederen en/of diensten, een en ander met uitzondering van de gebruikelijke diensten van passagiersvaartuigen en charterschepen, het faciliteren van nautisch onderwijs en het op grond van een overeenkomst met de havenexploitant meren van schepen in de hoedanigheid van vaste gebruiker als bedoeld in artikel 4 lid 5 van deze verordening.
Het is in andere gevallen dan in of krachtens het B.P.R. is voorzien verboden met een schip te varen in de nabijheid van wedstrijden, waterfeesten, demonstraties of andere evenementen, tenzij dat varen daarvan onderdeel uitmaakt of dat varen ten doel heeft het evenement of daartoe behorende activiteiten te faciliteren.
De gezagvoerder is verplicht zodanige maatregelen te treffen dat zijn schip niet onbestuurd in openbaar vaarwater kan terechtkomen.
De gezagvoerder is verplicht op eerste aanvraag van de havenmeester aan hem de scheepspapieren – waaronder certificaten of bewijzen van toelating – en/of de ladingdocumenten te overhandigen. Bij ontstentenis van één of meer van deze documenten dient de gezagvoerder op eerste aanvraag alle relevante informatie betreffende de afmetingen van het schip en/of de lading ervan aan de havenmeester te verschaffen, dan wel op eerste aanzegging van de havenmeester de haven terstond te verlaten.
Artikel 9 varen in en nabij de haven
Het is verboden de haven in te varen met een schip dat een grotere diepgang heeft dan 3 meter en een grotere lengte dan 70 meter, of met een schip als bedoeld in de Woonschepenverordening Lelystad 2010 of zoals deze verordening laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Schepen met een lengte groter dan 70 meter dienen af te meren aan de buitenzijde van de buitenste havendam.
Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester in de haven te varen met een gekoppeld samenstel.
De gezagvoerder van een schip, waarvan de lading naar het oordeel van de havenmeester nadelig is voor de openbare gezondheid, gevaar oplevert voor de openbare veiligheid of overlast van ernstige aard veroorzaakt, is verplicht op eerste aanzegging van de havenmeester de haven met zijn schip terstond te verlaten.
Artikel 13 laden, lossen en overslaan
Onverminderd het overigens in deze verordening bepaalde is het verboden zonder vergunning van het college van de gemeente Lelystad voorwerpen of goederen van welke aard ook, te laden te lossen over te slaan of op te slaan. Deze bepaling laat onverlet het innemen van voorraden zoals dat gebruikelijk is voor charterschepen, passagiersvaartuigen, pleziervaartuigen en passanten.
Het is verboden in de haven een schip temeren met het voornemen dat uit de vaart te nemen (opleggen).
Artikel 20 laten werken van motoren
Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester de voortstuwer van een afgemeerd schip of de krachtbron van een generator te laten draaien anders dan ter voorbereiding van het vertrek en op een zodanige wijze dat daardoor geen schade aan de haven of overlast voor derden ontstaat.
Artikel 21 het aanbrengen van voorzieningen
Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester:
Artikel 22 bewaren en verhalen
De havenmeester is bevoegd, niet of niet voldoende bemand zijnde schepen, onbeheerd drijvende balken, palen of andere voorwerpen te weren, te verhalen of in bewaring te nemen voor rekening en risico van de gezagvoerder of de rechthebbende op deze voorwerpen.
1.Een aan een aanlegplaats gemeerd schip moet gedogen, dat een ander schip langszijde komt of langszijde daarvan vastmaakt en daarover contact met de wal heeft anders dan om goederen te laden of te lossen.
2 Indien meer schepen op één aanlegplaats zijn afgemeerd, dienen zij te gedogen dat een tussenliggend schip eerder vertrekt dan de andere schepen. Voor zover en zoveel als dat noodzakelijk is dienen zij aan dit vroegere vertrek hun medewerking te verlenen.
Overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, niet-nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichting of niet-naleving van één of meer voorschriften aan een ontheffing of vergunning verbonden, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Met de zorg voor de naleving en de handhaving van deze verordening zijn mede belast de door het college van de gemeente Lelystad aan te wijzen ambtenaren, ieder voor zoveel het taken betreft die aan hun toezicht zijn toevertrouwd.