Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Drenthe

Heffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Drenthe
Officiële naam regelingHeffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000
CiteertitelHeffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De historie bij "Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen" is niet compleet. Er is een wijziging tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan. Van deze wijziging is de datum ondertekening en bron bekendmaking:

-        3-10-2001 (nummer H-6), Provinciaal blad 37 van 2001.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 15-11-2006

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal blad, 2006, 66

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet,
  2. Ontgrondingenwet,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-2006art. 2a

15-11-2006

Provinciaal blad, 2006, 66

46/5.12/2006-13201
11-10-200224-11-2006art. 9

18-09-2002

Provinciaal blad, 2002, 37

22/6.10/2002004876
15-06-200011-10-2002nieuwe regeling

31-05-2000

Provinciaal blad, 2000, 32

12/6.10/2000003268, 20/6.12/2000005534

Tekst van de regeling

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.   de wet: de Ontgrondingenwet;

b.   vergunning: vergunning als bedoeld in de wet;

c.   machtiging: machtiging als bedoeld in de wet;

d.   hoeveelheid stoffen: de hoeveelheid vaste stoffen in kubieke meter (m³), gemeten in profiel van ontgraving. Hieronder zijn begrepen alle stoffen die op basis van een vergunning of machtiging ontgrond kunnen worden, zowel de verhandelbare als de onverhandelbare.

AARD VAN DE HEFFING

Artikel 2

Onder de naam "ontgrondingenheffing" wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van:

a.   ten hoogste 50% van de ten laste van de provincie komende kosten van werkzaamheden in verband met onderzoek en planning met betrekking tot ontgrondingen en van werkzaamheden, voortvloeiende uit de toepassing van artikel 7b van de wet;

b.   kosten van maatregelen, gericht op het bieden van compensatie in verband met de gevolgen van ingrijpende ontgrondingen ten behoeve van de grondstoffenvoorziening aan gebieden waar zodanige ontgrondingen plaatsvinden of plaatsgevonden hebben;

c.   kosten met betrekking tot schadevergoedingen ingevolge artikel 26 van de wet.

HEFFING EN INVORDERING

Artikel 2a

1.   De heffingsambtenaar is de provincieambtenaar die is belast met de heffing van belasting op grond van deze verordening. De invorderingsambtenaar is de provincieambtenaar die is be-last met de invordering op grond van deze verordening.

2.   De Verordening rechtsbescherming is van overeenkomstige toepassing op de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van en klachten over gedragingen van of toe te rekenen aan de in het eerste lid genoemde ambtenaren.

BELASTINGPLICHT

Artikel 3

Aan de ontgrondingenheffing worden onderworpen de houders van vergunningen en machtigingen.

GRONDSLAG VOOR DE HEFFING

Artikel 4

De ontgrondingenheffing wordt geheven over de hoeveelheid stoffen waarvoor vergunning of machtiging dan wel een wijziging van een vergunning of machtiging is verleend.

VRIJSTELLING

Artikel 5

Vrijgesteld van de heffing zijn:

a.   hoeveelheden van minder dan 10.000 m³ ingevolge de vergunning of machtiging te winnen stoffen;

b.   hoeveelheden ten aanzien waarvan eerder is geheven, tenzij en tot zover de heffing op grond van artikel 11 is teruggegeven;

c.   het onder b gestelde is niet van toepassing voor zover is geheven ten behoeve van een in artikel 2 bedoelde bestemming en nadien wordt geheven voor een andere in dat artikel bedoelde bestemming.

TARIEVEN

Artikel 6

Het tarief bedraagt:

a.   € 1,80 per 100 m³ hoeveelheid stoffen voor de in artikel 2, onder a, bedoelde bestemming;

b.   € 4,50 per 100 m³ hoeveelheid stoffen voor de in artikel 2, onder b, bedoelde bestemming;

c.   € 0,45 per 100 m³ hoeveelheid stoffen voor de in artikel 2, onder c, bedoelde bestemming.

WIJZE VAN HEFFING

Artikel 7

De ontgrondingenheffing wordt opgelegd bij wege van aanslag.

ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD

Artikel 8

De belastingschuld ontstaat op het tijdstip waarop de vergunning of machtiging is verleend.

TIJDSTIP VAN BETALING

Artikel 9

1.   De verschuldigde ontgrondingenheffing wordt betaald binnen 4 weken na dagtekening van het aanslagbiljet.

2.   Indien de verschuldigde heffing meer bedraagt dan € 113.000,--, staat de ambtenaar belast met de invordering op verzoek van de heffingsplichtige toe dat het meerdere in een of meerdere termijnen wordt betaald na het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste lid. De ambtenaar belast met de invordering stelt in dat geval het aantal termijnen en het tijdstip waarop deze moeten worden voldaan vast.

3.   Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing als binnen 1 jaar na het verlenen van een machtiging voor dezelfde ontgronding vergunning wordt verleend en de gezamenlijke heffing het bedrag genoemd in het tweede lid overschrijdt.

4.   De termijnen worden verhoogd met de wettelijke rente, gerekend over het bedrag en de periode van de feitelijk uitgestelde betaling.

KWIJTSCHELDING

Artikel 10

Bij de invordering van de ontgrondingenheffing wordt geen kwijtschelding verleend.

TERUGGAAF

Artikel 11

1.   Indien een vergunning of machtiging wordt vernietigd of ingetrokken dan wel wordt gewijzigd in die zin dat de toegestane te winnen hoeveelheid stoffen wordt verminderd vindt op verzoek van de heffingplichtige teruggaaf van de heffing plaats voor zover de vergunning of machtiging is vernietigd of ingetrokken dan wel de hoeveelheid stoffen voor de winning waarvan vergunning of machtiging is verleend, is verminderd.

2.   Geen teruggaaf vindt plaats over de hoeveelheid stoffen die reeds is gewonnen.

3.   Teruggaaf blijft achterwege indien het bedrag dat moet worden teruggegeven minder bedraagt dan het in artikel 21f, tiende lid, van de Ontgrondingenwet genoemde bedrag.

INWERKINGTREDING, OVERGANGSRECHT EN CITEERTITEL

Artikel 12

1.   Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekend-making, welke dag ook de ingangsdatum van de heffing vormt.

2.   De Heffingverordening ontgrondingen Drenthe (Provinciaal blad nummer 59 van 1998) vervalt op de in het vorige lid genoemde dag, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

3.   Deze verordening kan worden aangehaald als Heffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000.

TOELICHTING OP DE HEFFINGVERORDENING ONTGRONDINGEN DRENTHE 2000

BELASTINGPLICHT

Artikel 3

De provincie is niet meer bevoegd categorieën houders van vergunningen en machtigingen aan te wijzen die onderworpen zijn aan de heffing. De heffingsplicht rust nu op alle houders van vergunningen en machtigingen, behalve als het vergunningen en machtigingen betreft die gelden voor minder dan 10.000 m³ vaste stoffen (artikel 5). De heffing die bij een machtiging in rekening is gebracht wordt verrekend met de heffing die verschuldigd is op grond van een daarna voor dezelfde ontgronding verleende vergunning (artikel 5).

GRONDSLAG

Artikel 4

De heffing heeft betrekking op de hoeveelheden bodemmateriaal gemeten in profiel van ontgraving, dus de zogenaamde vaste kubieke meters. Het gaat daarbij om de bruto hoeveelheden, los van de vraag of het al dan niet verhandelbare specie betreft.

De provincie heft in beginsel slechts 1 keer over dezelfde hoeveelheid stoffen, tenzij de provincie de heffing in verband met vernietiging of intrekking van de vergunning of machtiging heeft teruggegeven, maar er nadien toch weer vergunning of machtiging voor de winning van dezelfde stoffen wordt verleend (artikel 5).

VRIJSTELLING

Artikel 5

De vrijstelling voor hoeveelheden vaste stoffen waarover reeds eerder is geheven geldt niet als de eerdere heffing betrekking had op andere doeleinden dan de latere heffing. Zo zal de provincie voor stoffen waarover eerder alleen is geheven voor planning en coördinatie wel een heffing voor compensatie en schadevergoeding opleggen als later voor dezelfde stoffen opnieuw vergunning wordt verleend.

TERUGGAAF

Artikel 11

De heffing wordt op verzoek teruggegeven als de vergunning of de machtiging wordt vernietigd of ingetrokken. De provincie betaalt de heffing niet terug over reeds daadwerkelijk gewonnen hoeveelheden. Ook vindt geen teruggaaf plaats als deze minder zou bedragen dan het wettelijk vastgestelde bedrag (per 1 januari 2002) van € 250,--.