Organisatie | Bonaire |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van 10 sep 2007, nr. 2 met betrekking tot het beoordelen van overheidsdienaren in dienst van het eilandgebied Bonaire (Eilandsbesluit beoordeling overheidsdienaren Bonaire) |
Citeertitel | Eilandsbesluit beoordeling overheidsdienaren Bonaire |
Vastgesteld door | Bestuurscollege |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.
In artikel 1 zijn abusievelijk twee onderdelen d opgenomen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
11-09-2007 | 10-09-2007 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 10-09-2007 A.B. 2007, no. 10 | n.v.t. |
Onverminderd het bepaalde in het tweede tot en met derde lid, wordt de overheidsdienaar beoordeeld door een eerste en een tweede beoordelaar. De eerste beoordelaar is de directe chef/hoofd van degene die wordt beoordeeld dan wel een andere door het betrokken dienst- of afdelingshoofd aangewezen functionaris. De tweede beoordelaar is de directe chef van de eerste beoordelaar. Als beoordelingsautoriteit fungeert het betrokken dienst- of afdelingshoofd.
Ten aanzien van de functionaris interne aangelegenheden die direct onder het diensthoofd ressorteert is de eerste beoordelaar het betrokken diensthoofd en fungeert als tweede beoordelaar degene die wordt aangewezen door het betrokken diensthoofd. Als beoordelingsautoriteit fungeert het betrokken diensthoofd.
Het (onder)afdelingshoofd dat direct ressorteert onder het dienst- of afdelingshoofd wordt beoordeeld door het betrokken dienst- of afdelingshoofd. De portefeuillehouder fungeert per dienst/afdeling als tweede beoordelaar. Als beoordelingsautoriteit fungeert het bestuurscollege van het eilandgebied Bonaire.
Artikel 4 Criteria bij het opmaken van een beoordeling
De beoordeling wordt opgemaakt met inachtneming van de voor betrokkene geldende functiebeschrijving, dan wel bij afwezigheid daarvan, de door of vanwege de beoordelingsautoriteit opgedragen werkzaamheden en taken en de daaraan verbonden functie-eisen. Eisen waarvan de overheidsdienaar buiten zijn schuld geen kennis had, blijven daarbij buiten beschouwing.
Artikel 5 Het opmaken van de beoordeling
Een beoordeling wordt door de eerste beoordelaar in overleg met de tweede beoordelaar opgemaakt op het beoordelingsformulier zoals dat met de daarbij behorende instructie is gevoegd als bijlage bij dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen. Indien tussen de beoordelaars eventueel over één of meer punten geen overeenstemming kan worden bereikt, maakt de eerste beoordelaar daarvan aantekening op het beoordelingsformulier.
Artikel 7 Het beoordelingsgesprek
Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijftien (15) werkdagen na het opmaken van de beoordeling, wordt deze door de eerste beoordelaar besproken met de beoordeelde overheidsdienaar, waarbij hem de gelegenheid wordt geboden zijn mening daarover kenbaar te maken. De beoordeelde overheidsdienaar ontvangt daartoe uiterlijk vijf (5) werkdagen voor het gesprek een afschrift van de over hem opgemaakte beoordeling.
Artikel 8 Het indienen van bezwaar
De beoordelingsautoriteit stelt de beoordeling vervolgens vast en deelt de overheidsdienaar binnen (vijf) 5 werkdagen, na te zijn gehoord, schriftelijk mee of en zo ja welke wijzigingen hij/zij in de beoordeling heeft aangebracht. Daarbij vermeldt hij/zij in voorkomend geval de redenen waarom niet of niet volledig aan de bezwaren is tegemoetgekomen.
Artikel 11 instelling van een commissie
Tenzij het beroep, bedoeld in artikel 10, kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond is, wordt de overheidsdienaar binnen vijftien (15) werkdagen na de ontvangst van het beroepschrift in de gelegenheid gesteld over zijn bezwaren te worden gehoord door een door het bestuurscollege ingestelde commissie. De overheidsdienaar kan tijdens de zitting waarin hij wordt gehoord gebruik maken van de diensten van een raadsman.
Artikel 12 De beslissing op het beroep
Het bestuurscollege bericht binnen vijftien (15) werkdagen na ontvangst van het advies van de commissie de overheidsdienaar haar beslissing op het door de overheidsdienaar ingediende beroep. Het bestuurscollege licht de overheidsdienaar daarbij schriftelijk in welke wijzigingen in de beoordeling zijn aangebracht. Daarbij vermeldt zij in voorkomend geval de redenen waarom zij niet of niet volledig aan de bezwaren is tegemoet gekomen.
Indien met deze beslissing niet of niet geheel aan het beroep van de overheidsdienaar wordt tegemoet gekomen, wordt hem in de mededeling, bedoeld in het zesde lid, bovendien kenbaar gemaakt dat de beslissing op het beroep een beschikking is als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (PB 1951, No. 134), en de termijn waarbinnen hij tegen deze beschikking bezwaar kan aantekenen bij het Gerecht in Ambtenarenzaken.