Overheidsorganisatie | Provincie Gelderland |
---|---|
Officiële naam regeling | Regels subsidieverstrekking Sociaal en Jeugd 2011 |
Citeertitel | Regels subsidieverstrekking Sociaal en Jeugd 2011 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidies, jeugdzorg |
Paragraaf 4.3 treedt in werking op het moment dat de eerste wijziging van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011 in werking treedt.
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2011 | 01-09-2011 | Nieuwe regeling | 27-01-2011 Provinciaal Blad 2011/18 | 2011-001132 |
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 1.2, tweede lid, en hoofdstuk 5, titel 5.3 van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011, in samenhang met artikel I, onder F, van de Eerste wijziging van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011; BESLUITEN De Regels subsidieverstrekking Sociaal en Jeugd 2011 vast te stellen als volgt;
In deze regeling wordt verstaan onder:
project: een gedegen en samenhangend geheel van activiteiten gericht op het tijdig realiseren van een tevoren in de tijd vastgelegd doel met behulp van de inzet van geld, middelen en gekwalificeerd personeel;
regio: samenwerkingsverband van twee of meer gemeenten;
preventief jeugdbeleid: onder verantwoordelijkheid van gemeenten of samenwerkende gemeenten vastgesteld beleid over kinderen en jongeren tot 23 jaar op lokaal en/of regionaal niveau met betrekking tot onder meer opvoeding, welzijn, gezondheid, onderwijs, arbeidsmarkt en veiligheid;
regionale sociale agenda: afspraken tussen provincie en regio's over de aanpak van sociale problemen.
1 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor projecten:
die perspectief bieden op structurele verankering of overname van methode en;
die passen binnen het door Provinciale Staten vastgestelde vigerende beleidskader met betrekking tot de beleidsvelden sociaal en jeugd en;
die daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden en;
indien blijkt dat aanvrager de opgedane kennis en ervaring overdraagt.
2 Bij een besluit op een aanvraag van een bij het project betrokken rechtspersoon, die niet kan beschikken over voldoende middelen, kan in bijzondere gevallen worden afgeweken van de maximumsubsidiepercentages en -bedragen.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die:
een meetbare verhoging van de sociale of economische deelname aan het maatschappelijke leven van niet of nauwelijks actieven tot gevolg hebben;
schriftelijke instemming krijgen van het gemeentebestuur;
meerdere beleidsvelden raken en;
leiden tot meer samenwerking van betrokken organisaties.
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000,--.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die tot doel hebben de samenwerking te bevorderen of knelpunten op te lossen in de aansluiting tussen het lokaal of regionaal preventief jeugdbeleid en het provinciaal jeugdzorgbeleid.
Subsidie als bedoeld in artikel 3.1 wordt uitsluitend verstrekt voor projecten:
waarbij de gemeente minimaal 25% bijdraagt in de subsidiabele kosten en;
die door de bij het project betrokken rechtspersoon zelf worden ondersteund door een financiële bijdrage of materiele ondersteuning op een andere wijze en;
die passen binnen het tussen provincie en gemeente overeengekomen convenant over de aansluiting tussen het preventief jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid.
De subsidie als bedoeld in 3.1 bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000,--.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die passen binnen het regionaal sociaal beleid en die:
van bovenlokale of regionale aard zijn;
betrekking hebben op een problematiek die uitsluitend door een bovenlokale werkwijze opgelost kan worden;
onderdeel uitmaken van de voor de regio geldende regionale sociale agenda en;
door de betrokken gemeenten financieel worden ondersteund.
De subsidie wordt alleen verstrekt als de gemeente minimaal 25% bijdraagt aan de kosten van het project.
De subsidie, als bedoeld in artikel 4.1.1 bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000,--.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die:
vernieuwend zijn voor Gelderland of een Gelderse regio op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen waar het project wordt uitgevoerd;
bijdragen aan de ontwikkeling en vernieuwing van het welzijnsbeleid of het lokaal sociaal beleid in Gelderland en;
tot stand komen door samenwerking van de bij het lokaal sociaal beleid betrokken organisaties.
Subsidie kan voorts worden verstrekt voor activiteiten die geen onderdeel uitmaken van een project en:
voor Gelderland nieuw van karakter zijn en bijdragen aan de ontwikkeling en vernieuwing van het welzijnsbeleid of het lokaal sociaal beleid in Gelderland of
gericht zijn op toepassing van methoden, waarvan de praktijkwaarde op het terrein van het welzijnsbeleid of het lokaal sociaal beleid reeds is bewezen, in Gelderland of in een van de Gelderse regio's.
Subsidie kan voorts worden verstrekt ten behoeve van het oplossen van eenmalige knelpunten die zich voordoen bij de subsidieontvanger die in het kader van het vigerende welzijns- en jeugdbeleid een boekjaarsubsidie van Gedeputeerde Staten ontvangt.
1 De subsidie, als bedoeld in 4.2.1 bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000,--.
2 De subsidie, als bedoeld in 4.2.2 bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 2.500,--.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die:
een bijdrage leveren aan een samenhangend, evenwichtig en gedifferentieerd zorgaanbod in de regio of;
bestaan uit nieuwe activiteiten die gericht zijn op vernieuwing of verbetering van de zorg, of op het verbeteren van samenwerking tussen instellingen of op afstemming tussen zorgaanbod.
Subsidie, als bedoeld in artikel 4.3.1, wordt uitsluitend verstrekt voor projecten die:
bij opzet en uitvoering de doelgroep van de zorgsector betrekken en;
een bijdrage leveren aan een of meer van de volgende doelstellingen:
samenwerking en afstemming tussen instellingen, organisaties van zorgvragers, zorgaanbieders en zorgverzekeraars;
stimulering van vraaggestuurde zorg;
vermaatschappelijking van zorg;
sociale activering van gebruikers.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die niet in aanmerking komen voor subsidie op grond van de artikelen 4.3.1 indien deze:
passen binnen de meerjarige beleidskaders sociaal en jeugd;
een waardevolle aanvulling vormen op de door het provinciebestuur reeds gesubsidieerde activiteiten;
De subsidie, als bedoeld in 4.3.1 bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 90.000,--.
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten:
die tot doel hebben aan dak- en thuislozen in de regio een intensief beschermde woonvormmet zorg te bieden en
waarbij op dit beleidsterrein sprake is van een aantoonbare samenwerking tussen instellingen, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en gemeenten.
Subsidie als bedoeld in artikel 5.1 wordt uitsluitend verstrekt voor projecten die:
bij de opzet en uitvoering de doelgroep van de maatschappelijke opvang betrekken of de organisaties van zorgvragers en als;
er sprake is van sociale activering van gebruikers.
De subsidie, als bedoeld in artikel 5.1, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000,--.
Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
uitbreiding van het aantal hospiceplaatsen in de in bijlage 1 van de door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastgestelde Regeling palliatieve terminale zorg aangewezen palliatieve netwerkregio’s waar er minder dan 6 plaatsten per 100.000 inwoners zijn;
advisering ten behoeve van een hospice met betrekking tot toelating daarvan op basis van de Wet Toelating Zorginstellingen;
deskundigheidsbevordering in een hospicevoorziening.
De subsidie bedoeld in artikel 6.1 onderdelen a en b, wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van een hospicevoorziening welke uit minimaal vier plaatsen zal gaan bestaan en aantoonbaar deel uitmaakt of gaat maken van het regionale netwerk palliatieve zorg.
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op vernieuwing en verbetering van de palliatieve zorg die:
een bijdrage leveren aan een samenhangend, evenwichtig en gedifferentieerd zorgaanbod in de regio of;
gericht zijn op het verbeteren van samenwerking tussen instellingen of op afstemming van het zorgaanbod.
De subsidie als bedoeld in de artikelen 6.1 en 6.3 wordt alleen verstrekt als de gemeente minimaal 25% bijdraagt aan de kosten van het project.
1 De subsidie voor zelfstandige hospices, als bedoeld in artikel 6.1, onderdeel a, bedraagt € 22.500,-- per nieuw te realiseren plaats, met een maximum van € 90,000,-- en voor een nieuw te realiseren palliatieve unit in een verpleeg- of verzorgingshuis maximaal € 15.000,-
2 De subsidie, als bedoeld in artikel 6.1, onderdeel b, bedraagt maximaal € 5.000,--.
3 De subsidie, als bedoeld in artikel 6.1, onderdeel c, bedraagt voor hospicevoorzieningen met maximaal 3 plaatsen € 3.500,--, voor hospicevoorzieningen van 4 tot en met 6 plaatsen € 5.000,- en hospicevoorzieningen van 7 of meer plaatsen € 6.500,--.
4 De subsidie, als bedoeld in artikel 6.3, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 90.000,--.
Incidentele subsidies kunnen worden verstrekt voor activiteiten ter uitvoering van het provinciaal sociaal - en jeugdbeleid als voor deze activiteiten door een ander bestuursorgaan aan de provincie middelen beschikbaar worden gesteld, onder de verplichting dat deze middelen in het desbetreffende jaar worden besteed.
1 Deze regels, met uitzondering van paragraaf 4.3, treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2011.
2 Paragraaf 4.3 treedt in werking op het moment dat de Eerste wijziging van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011 in werking treedt.
3 Deze regeling wordt aangehaald als Regels subsidieverstrekking Sociaal en Jeugd 2011.
Gedeputeerde staten van Gelderland