Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden

Overgangsbepalingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRegionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingOvergangsbepalingen
CiteertitelOvergangsbepalingen
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2006N.v.t.

01-01-2006

Onbekend

Geen
01-01-200601-01-2006N.v.t.

01-01-2006

Onbekend

01-01-200601-01-2006N.v.t.

01-01-2006

Onbekend

01-01-200601-01-2006N.v.t.

01-01-2006

Onbekend

01-01-200601-01-2006N.v.t.

01-01-2006

Onbekend

01-01-200601-01-2006N.v.t.

01-01-2006

Onbekend

01-01-200601-01-2006N.v.t.

01-01-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Overgangsbepalingen

 

 

41 Overgangsbepalingen

Artikel 41:1:1:1  Overgangsbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als Arbeidsvoorwaardenregeling (AVR.) en treedt in werking op de datum van vaststelling. De regeling omvat de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR), de Uitwerkingsovereenkomst (UWO), zoals overeengekomen in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) en aangepast aan de plaatselijke situatie. Daarnaast zijn in de regeling opgenomen de plaatselijk vastgestelde rechtspositionele regelingen c.q. verordeningen voor de ambtenaren, als bedoeld in artikel 1:1, in dienst van de RDOG.

Onverminderd het bepaalde in de onderscheidene onderdelen en artikelen van de AVR, vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van de AVR alle bepalingen van de geldende rechtspositieregelingen en eerder algemeen genomen besluiten.

Indien de inwerkingtreding van de AVR ertoe leidt dat bepalingen uit de geldende rechtspositieregelingen vervallen, waardoor aanspraken van individuele ambtenaren c.q. werknemers in neerwaartse of opwaartse zin worden bijgesteld, vindt overleg plaats over de gevolgen daarvan.

In de gevallen waarin de AVR niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.