Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere regeling provinciale bestuurscommissies LEADER provincie Noord-Brabant |
Citeertitel | Nadere regeling provinciale bestuurscommissies LEADER provincie Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | agrarische sector, bestuurlijke organisatie, natuur en landschap, reconstructie, ruimtelijke ordening |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-05-2009 | art.1 | 03-03-2009 Provinciaal Blad, 2009, 45 | 1509109 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 81 van de Provinciewet;
Gelet op artikel 10.1 lid 1b en artikel 11.7 lid 1b van de subsidieregeling Plattelandsontwikkeling 2008 van de provincie Noord-Brabant;
Overwegende: Dat de Raad van de Europese Unie op 20 september 2005 Verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling heeft vastgesteld;
Dat het volgens artikel 61 'omschrijving van de LEADER-aanpak' van deze verordening de LEADER-aanpak ten minste de volgende elementen bevat: a) gebiedsgerichte plaatselijke ontwikkelingsstrategieën voor welomschreven subregionale plattelandsgebieden; b) een plaatselijk publiek-privaat partnerschap ("Plaatselijke Groep"); c) een aanpak van onderop met beslissingsbevoegdheid voor een Plaatselijke Groep wat de uitwerking en de uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën betreft;
Dat het voor de uitvoering van de nadere regeling Plattelandsontwikkeling 2008 wenselijk is een nadere regeling vast stellen voor de instelling van deze Plaatselijke Groepen als formeel adviesorgaan van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
De Plaatselijke Groep stelt - op basis van deze nadere regeling - haar eigen Reglement van Orde op en biedt dit ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten aan. Waar Gedeputeerde Staten ruimte toekomt het reglement van orde nader te specificeren of te verruimen wordt dit expliciet in deze regeling aangegeven.
Artikel 3 Taak en bevoegdheden
De Europese Plaatselijke Groep wordt in haar taken en verantwoordelijkheden, zoals in lid 2 beschreven, bijgestaan door de provincie Noord-Brabant. De provincie heeft deze taken gedelegeerd aan Dienst Landelijk Gebied (DLG). De Plaatselijke Groep heeft de taken beschreven in lid 2 onder g., h. en i. uitbesteed aan de provincie Noord-Brabant/DLG.
De provinciale Plaatselijke Groep wordt in haar taken en verantwoordelijkheden, zoals in lid 2 beschreven, bijgestaan door de provincie Noord-Brabant. De provincie heeft deze taken neergelegd bij de backoffice van het Programma Landelijk Gebied. De Plaatselijke Groep heeft de taken beschreven in lid 2 onder g., h. en i. uitbesteed aan de provincie Noord-Brabant.
Volgens artikel 62 'Plaatselijke Groep en' lid i sub b van de Europese Verordening is de Europese Plaatselijke Groep hetzij een groep die reeds in aanmerking is gekomen voor het initiatief LEADERII en het initiatief LEADER+, hetzij een nieuwe groep die partners uit de verschillende lokaal verankerde sociaal-economische geledingen in het betrokken gebied vertegenwoordigt.
Volgens artikel 62 lid 1 sub b van de Europese Verordening maken de sociaal-economische partners en andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, zoals landbouwers, plattelandsvrouwen, jongeren en hun verenigingen, ten minste 50% van het plaatselijke partnerschap uit. Dit geldt voor zowel de Europese Plaatselijke Groepen als de provinciale Plaatselijke Groepen.
De voorzitter van de Plaatselijke Groep kan, wanneer de voorzitter dat noodzakelijk acht, bijvoorbeeld bij het niet halen van het quorum (zie artikel 8) gebruik maken van een schriftelijke vergaderprocedure. De leden dienen binnen maximaal 10 werkdagen (of korter wanneer de voorzitter daar om geldende reden toe verzoekt) na ontvangst van consultatiedocumentatie te reageren. Indien de secretaris binnen deze termijn geen reactie ontvangt, wordt aangenomen dat het Plaatselijke Groep lid zich van stemming onthoudt. De voorzitter informeert de leden over de voortvloeiende besluitvorming, die in de volgende bijeenkomst wordt bekrachtigd.
De Plaatselijke Groep bespreekt de individuele projectaanvragen en lost eventuele knelpunten mogelijk op. Blijken aanvullende werkzaamheden noodzakelijk ten behoeve van het oplossen van deze knelpunten, dan kan een projectvoorstel op een volgende vergadering van de Plaatselijke Groep opnieuw op de agenda worden geplaatst.
De Plaatselijke Groep streeft naar consensus en kan alleen een projectvoorstel aannemen als minimaal 50% van de stemgerechtigde leden van de Plaatselijke Groep aanwezig is en als minimaal 2/3 van deze leden positief over het projectvoorstel oordeelt. Indien geen der leden van de Plaatselijke Groep zich gemotiveerd en actief verzet tegen een te nemen besluit, is er sprake van consensus.
De Plaatselijke Groep kan bij in het reglement van orde nadere regels stellen betreffende haar werkwijze en die van de agendacommissie en subcommissies.