Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Noord-Brabant

Legesverordening provincie Noord-Brabant 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Noord-Brabant
Officiële naam regelingLegesverordening provincie Noord-Brabant 2002
CiteertitelLegesverordening provincie Noord-Brabant 2002
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpleges, financieel kader

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet, art. 220
  2. Provinciewet, art. 223
  3. Provinciewet, art. 224
  4. Provinciewet, art. 225

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-07-201031-03-2011art. 13.4, 13.6, 13.11, 13.12, 13a, 13b, 17

09-07-2010

Provinciaal Blad, 2010, 145

Statenvoorstel 34/10

Tekst van de regeling

Provinciale Staten van Nioord-Brabant

besluiten:

vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van rechten:

Artikel 1. Aard van de heffing en belastbaar feit

Voor de hierna omschreven diensten, door of vanwege de provincie verstrekt, waaronder mede verstaan het in behandeling nemen van aanvragen daartoe, worden leges geheven overeenkomstig de bepalingen van deze verordening en volgens de daarbij vermelde tarieven. In deze verordening worden voor leges gehouden de rechten als bedoeld in artikel 223 van de Provinciewet.

Artikel 2. Belastingplicht

De leges worden geheven van degene, op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie, een in deze verordening omschreven dienst wordt aangevraagd, verricht of een hierin genoemd stuk wordt afgegeven.

Artikel 3. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 4. Invorderingsrente

Geen invorderingsrente wordt in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 25,-- niet te boven gaat.

Artikel 5. Beslissing tot het niet verder in behandeling nemen van een aanvraag

Indien ingevolge artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht besloten wordt een aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking waarvoor leges worden geheven op grond van deze verordening, niet verder te behandelen, wordt teruggaaf van de geheven leges verleend van:

  • a.

    50% van het basistarief voor een aanvraag, indien sprake is van een basistarief, plus 100% van alle toeslagen;

  • b.

    indien er geen sprake is van een basistarief, 50% van het volledige tarief voor een aanvraag;

  • c.

    teruggaaf ingevolge dit artikel vindt niet plaats als leges zijn geheven als gevolg van artikel 13.

Artikel 6. Gedoogbeschikkingen

Voor het verstrekken van een gedoogbeschikking op aanvraag wordt geheven:

  • a.

    indien er sprake is van een basistarief, 100% van het basistarief voor een aanvraag;

  • b.

    indien er geen sprake is van een basistarief, 50% van het volledige tarief voor een aanvraag.

Artikel 7. Intrekking vergunningaanvraag

Indien aanvragen om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking genoemd in deze verordening ingetrokken worden, voordat op de aanvraag is beschikt wordt 75% van het legestarief gerestitueerd. Deze teruggaaf vindt niet plaats als leges zijn geheven als gevolg van artikel 13. Indien de intrekking geschiedt op verzoek van Gedeputeerde Staten, wordt 100% van de geheven leges gerestitueerd. Restitutie vindt plaats nadat de aanvraag is ingetrokken.

Artikel 8. Niet verlenen vergunning

Indien op aanvragen om een vergunning ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking genoemd in deze verordening, afwijzend wordt beschikt, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend. Deze teruggaaf vindt niet plaats als leges zijn geheven als gevolg van artikel 13.

Artikel 9. Overdracht bevoegdheden

Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de tarieven die in deze legesverordening voorkomen aan te passen aan de kostenstijging van de diensten waarvoor de leges geheven worden.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.

Artikel 11a Hardheidsclausule

Indien door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van Gedeputeerde Staten zou leiden tot een niet gerechtvaardigde uitkomst, kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van het bepaalde in deze verordening, door te besluiten minder legesheffing of geen legesheffing op te leggen.

Artikel 11. Diverse beschikkingen

a. Een beschikking van Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten of de Commissaris van de Koningin op een aanvraag om een vergunning, ontheffing, toestemming, vrijstelling of andere beschikking, voor zover in deze verordening niet uitdrukkelijk genoemd:€ 34,--
b. In geval toepassing wordt gegeven aan artikel 4:7 en/of 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een toeslag in rekening gebracht van:€ 34,--
c. In geval toepassing wordt gegeven aan afdeling 3:4 of 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een toeslag in rekening gebracht van:€ 227,--

Artikel 12. Drukwerken en dergelijke

De vergoeding die ingevolge dit artikel in rekening wordt gebracht, bedraagt niet meer dan de kostprijs.

a. Één of meer op aanvraag gedrukte, gefotokopieerde of op andere wijze gereproduceerde exemplaren van een bij een provinciaal bestuursorgaan berustend stuk, voor zover hierna niet is vermeld, per geheel of gedeeltelijk gedrukte bladzijde met een minimum van € 2,50€ 0,15
b. Gedrukte kaarten of tekeningen, per kaart of tekening: 
- één kleur:€ 2,50
- meer kleuren:€ 3,50
c. De notulen van een vergadering van Provinciale Staten:€ 2,50
De notulen met de stukken (volgnummers), met uitzondering van de hierna genoemd onder d, welke in een vergadering zijn behandeld:€ 10,--
d. De (ontwerp-) provinciale begroting, met de daarbij behorende stukken:€ 40,--
De (ontwerp-) provinciale rekening, met de daarbij behorende stukken:€ 28,--
e. Een jaarabonnement (van 1 januari tot en met 31 december) op: 
- een provinciaal blad:€ 20,--
- de stukken (volgnummers), welke in de vergadering van Provinciale Staten zullen worden behandeld:€ 64,--
- de notulen van de vergadering van Provinciale Staten:€ 12,--
- de stukken, welke in de vergadering van een commissie van advies en bijstand behandeld worden, per commissie:€ 51,--
f. Het doen van nasporingen in het provinciaal archief en/of gegevens-bestanden door of met hulp van een provinciaal ambtenaar, per half uur of gedeelte daarvan:€ 13,--
g. Een adreslijst van instellingen en rechtspersonen op A4-papier of op een A4-stickervel (maximaal 16 adressen op een A4): 
- per A4-papier:€ 1,40
- per A4-stickervel:€ 2,30
h. - de afgifte van een fase-diagram van twee conflecterende richtingen van een verkeersregelinstallatie:€ 105,--
- de afgifte van een daarbij behorende situatietekening:€ 37,--

12.2.

  • a.

    Het bepaalde onder 13.1 sub a. tot en met e. is niet van toepassing op de afgifte van stukken aan vertegenwoordigers van de pers en openbare bibliotheken.

  • b.

    Het bepaalde in artikel 12.1 sub a, c, d en e is niet van toepassing op de afgifte van de stukken (volgnummers), welke zullen worden behandeld in de openbare vergaderingen van Provinciale Staten en de door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten ingestelde provinciale commissies en adviesorganen, alsmede van adviesorganen, waarvan de leden door Gedeputeerde Staten zijn benoemd, voor zover de stukken openbaar zijn en indien deze worden gevraagd door politieke groeperingen op grond van het bepaalde in de Kieswet en vertegenwoordigt in Provinciale Staten tot ten hoogste het aantal exemplaren dat zij leden in dat college tellen. Artikel 12.1, sub a, c, d en e is eveneens niet van toepassing op afgifte van ten hoogste twee exemplaren per jaar van deze stukken, indien deze worden gevraagd door politieke groeperingen, ingeschreven op grond van het bepaalde in de Kieswet, die niet in de Provinciale Staten vertegenwoordigd zijn.

  • c.

    Het bepaalde onder artikel 12.1 sub a. tot en met h. is niet van toepassing indien en voor zover de per onderdeel in rekening te brengen vergoeding minder bedraagt dan € 100,-.

Artikel 13 Omgevingsvergunning

Bouwen

  • 13.1

    In dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      bouwkosten: aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd;

    • b.

      Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • c.

      Wro: Wet ruimtelijke ordening.

  • Realiseren van een bouwwerk

  • 13.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo voor het bouwen van een bouwwerk:

    • -

       indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000,-: € 2.654,-;

    • -

       indien de bouwkosten meer bedragen dan € 20.000,- doch niet meer dan € 50.000: € 2.654,- verhoogd met 3,946 % van de bouwkosten minus € 20.000,-;

    • -

       indien de bouwkosten meer bedragen dan € 50.000,- doch niet meer dan € 100.000;-: € 3.838,- verhoogd met 4,734 % van de bouwkosten minus € 50.000,-;

    • -

       indien de bouwkosten meer bedragen dan € 100.000,-- doch niet meer dan € 400.000,-: € 6.205,- verhoogd met 1,776 % van de bouwkosten minus € 100.000,-;

    • -

       indien de bouwkosten meer bedragen dan € 400.000,-- doch niet meer dan € 1.000.000,-: € 11.533,- verhoogd met 1,923 % van de bouwkosten minus € 400.000,-;

    • -

       indien de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000.000,-- doch niet meer dan € 5.000.000,-: € 23.076,- verhoogd met 0,506 % van de bouwkosten minus € 1.000.000,-;

    • -

       indien de bouwkosten meer bedragen dan € 5.000.000,- doch niet meer dan € 25.000.000,-: € 43.350, - verhoogd met 0,150 % van de bouwkosten minus € 5.000.000,-;

    • -

       indien de bouwkosten meer bedragen dan € 25.000.000,-: € 73.391,- verhoogd met 0,150 % van de bouwkosten minus € 25.000.000,- met een maximum van € 75.000,-. 

  • 13.3

    Beoordeling bodemrapport

  • Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo wordt verhoogd indien de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld indien:

    • -

       een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld, met € 134,-;

    • -

       een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, met € 134,-. 

  • Beoordeling advies agrarische adviescommissie

  • 13.4

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo wordt verhoogd indien de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld indien een advies van de agrarische adviescommissie wordt beoordeeld, met € 595,-.

  • Toetsing of ontheffing in het kader van een exploitatieplan

  • 13.5

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo wordt verhoogd, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan:

    • -

       een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, Wro wordt verleend, met € 328, - ;

    • -

       toetsing aan een exploitatieplan dient plaats te vinden, met € 328, -;

    • -

       aanhouding plaatsvindt ex artikel 3.5, eerste lid Wabo, met € 328, -. 

  • Gebruik gronden en bouwwerken / vrijstellingen of ontheffingen bestemmingsplan e.a.

  • 13.6

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, Wabo tot het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met:

    • - een bestemmingsplan of beheersverordening, bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3, Wabo: € 4.950,-;

    • - een bestemmingsplan of beheersverordening indien de vergunning betrekking heeft op bij en krachtens AMvB aangegeven gevallen, bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2, Wabo: € 328,-;

    • - een bestemmingsplan of beheersverordening, bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1, Wabo: € 328,-;

    • - een exploitatieplan, met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, Wabo: met € 328,-;

    • - de regels, bedoeld in artikel 4.1, derde lid, Wro, gesteld bij of krachtens de in het eerste lid van dit artikel genoemde provinciale verordening ruimte, ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder c, Wabo: met € 328,-;

    • - de regels bedoeld in artikel 4.3, derde lid, Wro, gesteld bij of krachtens de in het eerste lid van dit artikel genoemde AMvB, ingevolge artikel 2.12 eerste lid, onder c, Wabo: met € 328,-;

    • - een voorbereidingsbesluit, voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin Wro, ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder d, Wabo: met € 328,-;

    • - een bestemmingsplan of beheersverordening indien de vergunning betrekking heeft op een activiteit voor een bepaalde termijn, bedoeld in artikel 2.12, tweede lid, Wabo: € 328,-.

  •  Monumenten / beschermd stads- of dorpsgezicht

  • 13.7

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in:

    • -

      artikel 2.1, eerste lid, onder f, Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: € 3.000,- ;

    • -

      artikel 2.1, eerste lid, onder h, Wabo voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht: € 1.312,-;

    • -

      artikel 2.2, eerste lid, onder b, sub 1 en sub 2, Wabo voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen monument, of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken daarvan op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht: € 3.000,-;

    • -

      artikel 2.2, eerste lid, onder c, Wabo voor het slopen van een bouwwerk dat krachtens provinciale of gemeentelijke verordening is aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht: € 1.312,-.

  • Slopen

  • 13.8

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, Wabo voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, dan wel als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, Wabo voor het slopen van een bouwwerk voor zover daarvoor krachtens provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist: € 1.312,-.

  •  Kappen

  • 13.9

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g, Wabo voor het vellen of doen vellen van houtopstand: € 246,-.

  • Handelsreclame

  • 13.10

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in:

    • -

      artikel 2.2, eerste lid, onder h, Wabo voor het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats: € 328,- ;

    • -

      artikel 2.2, eerste lid, onder i, Wabo voor het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat op of aan die onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats: € 328,-.

  • Handelingen in een beschermd natuurgebied / gevolgen voor habitats en soorten

  • 13.11

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning:

    • -

      met betrekking tot handelingen in / nabij een beschermd natuurmonument die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten als bedoeld in artikel 16, Natuurbeschermingswet 1998: € 2706,-;

    • -

      voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in / nabij een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d, Natuurbeschermingswet 1998: € 2706,-.

  • Ontheffing Flora- en Faunawet

  • 13.12

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing als bedoeld in artikel 75, lid 3, Flora- en Faunawet: € 328,-.

  •  Andere activiteiten

  • 13.13

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in:

    • -

      artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, Wabo voor het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving: € 574, -;

    • -

      artikel 2.2, tweede lid, Wabo voor het verrichten van een activiteit die geheel of gedeeltelijk bestaan uit andere activiteiten en die behoren tot een bij provinciale, gemeentelijke of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving: € 574,-.

  • Overige omgevingsvergunningen

  • 13.14

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen: € 574,- .

  • Omgevingsvergunning in twee fasen

  • 13.15

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning in twee fasen als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, Wabo ter zake van de:

    • -

      eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de eerste fase wordt gedaan;

    • -

      tweede fase: 120 % het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de tweede fase wordt gedaan met in mindering gebracht het bedrag aan leges dat is betaald voor de eerste fase.

  • Geringe wijziging

  • 13.16

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning die al is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: 5 % van de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van de onderliggende vergunning waarop de te wijzigen aanvraag ziet met een minimum van € 330,-.

Artikel 13a. Natuurbeschermingswet 1998.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in:

  • -

    artikel 16, Natuurbeschermingswet 1998, met betrekking tot handelingen in / nabij een beschermd natuurmonument die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten: € 3206,-;

  • -

    artikel 19d, Natuurbeschermingswet 1998, voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in / nabij een Natura 2000-gebied: € 3206,-.

Artikel 13b. Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een salderingsbesluit als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant: € 656,-.

Artikel 14. Ontgrondingen

  • 14.1

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet worden, afhankelijk van de hoeveelheid te winnen verhandelbare en onverhandelbare specie, gemeten in profiel van ontgraving de volgende leges in rekening gebracht:

a. voor aanvragen ≤ 10.000 m3:€ 2.500,--
b. voor aanvragen > 10.000 m3 en ≤ 25.000 m3:€ 5.000,--
c. voor aanvragen > 25.000 m3 en ≤ 50.000 m3:€ 10.000,--
d. voor aanvragen > 50.000 m3 en ≤ 100.000 m3:€ 20.000,--
e. voor aanvragen > 100.000 m3:€ 30.000,--
  • 14.2

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet.                                                                  € 2.500,--

  • Indien als gevolg van de wijziging de hoeveelheid te winnen specie toeneemt, wordt het in artikel 14.1 genoemde tarief in rekening gebracht. Dit tarief wordt alleen berekend over de extra hoeveelheid te winnen verhandelbare en onverhandelbare specie, gemeten in profiel van ontgraving.

  • 14.3

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot intrekking of verlenging van een vergunning als bedoeld in of krachtens de Ontgrondingenwet wordt in rekening gebracht: € 2.500,--

  • 14.4

    Voor het verlenen van een machtiging ingevolge artikel 12 van de Ontgrondingenwet wordt in rekening gebracht:                                     € 2.500,--

  • 14.5

    Indien de ontgronding uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van cultuurtechnische verbetering, waarbij per saldo geen specie van de locatie wordt afgevoerd wordt een bedrag in rekening gebracht van:                                             € 2.500,--

  • 14.6

    Indien de ontgronding uitsluitend plaatsvindt ten behoeve van een natuurproject , waarbij geen specie van de locatie wordt afgevoerd, wordt een bedrag in rekening gebracht van:       € 2.500,--

Artikel 15. Watervergunning

  • 151 De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet:

    • a. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem tot en met een hoeveelheid van 200.000 m3 per jaar, een basistarief van € 1.640,- vermeerderd met:

      •  1e. een toeslag van € 1.230,- voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van onttrekkingen van een bodemenergiesysteem tussen de 200.000 m3 en 500.000 m3 per jaar;

      •  2e. een toeslag van € 2.460,- voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem van meer dan 500.000 m3 per jaar.

    • b. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van industriële toepassingen en de openbare drinkwatervoorziening tot een hoeveelheid van 500.000 m3 per jaar, een basistarief van € 2.255,- vermeerderd met:

      •  1e. een toeslag van € 2.255,- voor het onttrekken van grondwater tussen de 500.000 m3 en 1.000.000 m3 per jaar;

      •  2e. een toeslag van € 10.865,- voor het onttrekken van grondwater van meer dan 1.000.000 m3 per jaar. 

  • 152 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 6.4 van de Waterwet bedragen de leges:

    • a.

         voor een wijziging van een onttrekking als bedoeld in het eerste lid onder a, waarbij een uitbreiding van de maximum hoeveelheid te onttrekken grondwater wordt aangevraagd, de tarieven als genoemd in het eerste lid onder a, op basis van de uitbreiding van de maximum hoeveelheid;

    • b.

         voor een wijziging van een onttrekking als bedoeld in het eerste lid onder b, waarbij een uitbreiding van de maximum hoeveelheid te onttrekken grondwater wordt aangevraagd, de tarieven als genoemd in het eerste lid onder b, op basis van de uitbreiding van de maximum hoeveelheid;

    • c.

         voor andere wijzigingen, de helft van het in het eerste lid onder a en b genoemde basistarief.

  • 153 Het tweede lid is niet van toepassing op een aanvraag tot wijziging van een vergunning die betrekking heeft op een wijziging van de tenaamstelling of een wijziging van de kadastrale gegevens.

Artikel 16. Bijzondere Transporten

16.1 Wegenverkeerswet 1994 
De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 voor het houden van een wedstrijd op de weg, als bedoeld in artikel 10, eerste lid€ 58,--
16.2 Voertuigreglement 
a. de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een incidentele ontheffing op grond van artikel 149 juncto 7.1. van het Voertuigreglement voor een voertuig of en voertuigcombinatie met uitzondering van de voertuigen zoals genoemd in hoofdstuk 5, afdeling 7, 8, 10 en 11€ 14,--
b. de leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 149 Wegenverkeerswet 1994, juncto 7.1. van het Voertuig-reglement voor een voertuig of voertuigcombinatie zoals genoemd in hoofdstuk 5, afdeling 7,8 (motorrijtuigen met beperkte snelheid en landbouwtrekkers), 10 en 11 (invalidenvoertuigen)€ 37,--
16.3 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 
De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990€ 37,--

Artikel 17. Verordening wegen Noord-Brabant 2010.

  • 17.1

    Veranderen van de weg

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel artikel 4, eerste lid, van de Verordening wegen Noord-Brabant 2010 voor het uitvoeren,oprichten, hebben,instandhouden,wijzigen of verwijderen van: 
a. een nieuwe wegaansluiting:€ 415,--
b. een bestaande wegaansluiting:€ 140,--
c. een uitweg voor het bereiken van een woning, een weiland of bouwland e.d:€ 140,--
d. een uitweg voor het bereiken van een bedrijfsruimte of een bedrijfsterrein:€ 280,--
e. een bushalteplaats:€ 140,--
f. een nieuwe vestiging ten behoeve van een installatie voor de verkoop van motorbrandstoffen:€ 700,--
g. een bestaande vestiging ten behoeve van een installatie voor de verkoop van motorbrandstoffen: 
1. in geval van renovatie, per element:€ 140,--
2. in geval van wijziging uitrusting, per element:€ 35,--
h. verwijzingen/borden of andere aanduidingen:€ 70,--
i. bui(s)(zen), kabel(s), leiding(en) e.d:€ 70,--
j. een wegboring of wegkruising door een weg, onverminderd het gestelde onder lid 1 sub e:€ 140,--

De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een toestemming op grond van een verleende "algemene" vergunning krachtens de Verordening wegen Noord-Brabant 2010 voor:

k. bui(s)(zen), kabel(s), leiding(en) e.d:€ 35,--
l. een wegboring of wegkruising door een weg, onverminderd het gestelde onder lid 1 sub k:€ 70,--
m. een huisaansluiting vanuit een bestaande kabel of leiding, zonder dat een provinciale verharding wordt gekruist:€ 23,--
  • 17.2

    Aanleggen of wijzigen van een uitweg

De leges bedragen voor het aanleggen of wijzigen van een uitweg door of namens de provincie Noord-Brabant, zoals beschreven in de Beleidsnota Wegenbeheer, module uitwegen, waarvoor op grond van artikel 4, eerste lid, van de Verordening wegen Noord-Brabant 2010 een vergunning is verleend: 
a. Uitrit binnen de bebouwde kom, figuur 4.10 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails, per m2:30,--
b. Uitrit standaard variant 1, figuur 4.11 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails per m2:28,--
c. Uitrit standaard variant 2, figuur 4.12 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails per m2:30,--
d. Bedrijfsuitrit, figuur 4.13 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails per m2:30,--
e. Doorsteek, figuur 4.14 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails per m2:200,--
Het bedrag onder lid e kent een maximum van totaal350,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften voor het aanleggen of wijzigen van een uitweg een duiker noodzakelijk is, wordt een toeslag in rekening gebracht van:400,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeerregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:1.100,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeerregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:600,--
  • 17.3

    Verwijderen van een uitweg

De leges bedragen voor het verwijderen van een uitweg door of namens de provincie Noord-Brabant, zoals beschreven in de Beleidsnota Wegenbeheer, module uitwegen, waarvoor op grond van artikel 4, eerste lid, van de Verordening wegen Noord-Brabant 2010 een vergunning is verleend: 
a. Uitrit binnen de bebouwde kom, figuur 4.10 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails, per m2:27,--
b. Uitrit standaard variant 1, figuur 4.11 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails per m2:12,--
c. Uitrit standaard variant 2, figuur 4.12 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails per m2:13,--
d. Bedrijfsuitrit, figuur 4.13 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails per m2:12,--
e. Doorsteek, figuur 4.14 Ontwerptechnische Zaken en Standaarddetails per m2:240,--
Het bedrag onder lid e kent een maximum van totaal325,--
Indien een duiker verwijderd moet worden, wordt een toeslag in rekening gebracht van:300,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeerregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:1.100,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeerregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:600,--
  • 17.4

    Aanleggen of wijzigen van ontsluitingen van tankstations:

De leges bedragen voor het aanleggen of wijzigen van een ontsluiting van een tankstation door of namens de provincie Noord-Brabant, zoals beschreven in de Beleidsnota Wegenbeheer, module ontsluitingen tankstations, waarvoor op grond van artikel 4, eerste lid, van de Verordening wegen Noord-Brabant 2010 een vergunning is verleend: 
a. Toe-/uitrit, per m2: € 40,--
b. Gecombineerde toe-/uitrit, per m2: € 64,--
c.  Uit-/ invoegstrook (asfaltstandaard, L 100m), per m1:         € 119,--
d. Uit-/ invoegstrook (betonverharding, L 100m), per m1        € 189,--
e. Linksafstrook 100m (in asfaltverharding), per m1:€ 319,--
f. Linksafstrook 100m (in betonverharding) per m1 € 388,--
g. Linksafbeveiliging (in asfaltverharding) per m1€ 208,--
h. Linksafbeveiliging (in betonverharding) per 1m1€ 366,--
i. Fietspad asfalt (L 100m), per m2 € 36,--
j. Fietspad beton (L 100m), per m2 € 75,--
k. Duiker, per m1 € 43,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeerregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van: € 1.100,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeerregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:     € 600,--
  • 17.5

    Verwijderen van ontsluitingen van tankstations

De leges bedragen voor het verwijderen van een ontsluiting door of namens de provincie Noord-Brabant, zoals beschreven in de Beleidsnota Wegenbeheer, module ontsluitingen tankstations, waarvoor op grond van artikel 4, eerste lid, van de Verordening wegen Noord-Brabant 2010 een vergunning is verleend: 
a. Toe-/uitrit, per m2:€ 16,--
b. Gecombineerde toe-/uitrit, per m2:€ 29,--
c. Uit-/ invoegstrook (asfaltstandaard, L 100m), per m1:€ 70,--
d. Uit/- invoegstrook (betonverharding, L 100m), per m1€ 88,--
e. Linksafstrook 100m (in asfaltverharding), per m1:€ 171,--
f.  Linksafstrook 100m (in betonverharding) per m1€ 124,--
g. Linksafbeveiliging (in asfaltverharding) per m1€ 98,--
h. Linksafbeveiliging (in betonverharding) per 1m1€ 62,--
i.  Fietspad asfalt (L 100m), per m2€ 50,--
j.  Fietspad beton (L 100m), per m2€ 42,--
k. Duiker, per m1€ 29,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn met gebruik van een verkeerregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:€ 1.100,--
Indien op grond van de vergunningvoorschriften verkeersmaatregelen nodig zijn zonder gebruik van een verkeerregelinstallatie, wordt een toeslag in rekening gebracht van:€ 600,--
  • 17.6

    Gebruik van de weg

a. De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel artikel 5 eerste en tweede lid, van de Verordening wegen Noord-Brabant 2010:    € 35,--
b. Indien tevens als gevolg van het verlenen van een vergunning als bovenbedoeld, door Gedeputeerde Staten een tijdelijke maatregel dient te worden getroffen op grond van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, dient het bedrag genoemd onder sub a te worden verhoogd met:€ 35,--
  • 17.7

    Algemeen

a. Indien voor twee of meer vergunningplichtige activiteiten vergunning wordt aangevraagd als bedoeld in de artikelen 20.1 tot en met 20.5 en de desbetreffende vergunningen bij één beschikking worden verleend, worden de leges (nader) vastgesteld op het bedrag, berekend naar het hoogste bij deze dienstverlening behorende tarief, vermeerderd met:€ 18,--
b. De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Wegenverordening op grond van de Verordening wegen Noord-Brabant 2010 voor zover niet in deze verordening genoemd:€ 35,--

Artikel 18. Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 181 Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening provincie Noord-Brabant 2002".

  • 182 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

Ondertekening

's-Hertogenbosch, 26 juni 2001

Provinciale Staten van Noord-Brabant

De griffier, M. Bruinsma 

De voorzitter, mr. F.J.M. Houben