Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels heffing gemeentelijke belastingen en uitvoering Wet WOZ Helmond 2011 |
Citeertitel | Nadere regels heffing gemeentelijke belastingen en uitvoering Wet WOZ Helmond 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels heffing gemeentelijke belastingen en uitvoering Wet WOZ Helmond 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2012 | 01-01-2012 | 28-03-2014 | 1e wijziging | 21-08-2012 | Collegebesluit, 2011, 1101746 |
26-03-2011 | 01-01-2011 | 01-09-2012 | Nieuwe regeling | 22-03-2011 | Collegebesluit, 2011, 1101746 |
Hoofdstuk 1 Het aanwijzen van een belastingplichtige en van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject ( onroerende zaak, perceel, hond ). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In die gevallen hanteert de gemeente Helmond een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Wanneer is een aanwijzing van de belastingplichtige nodig?
Met betrekking tot het aanwijzen van de belastingplichtige voor het eigendom van de onroerende zaak zijn er bij de Onroerende-zaakbelastingen de volgende situaties mogelijk bij de aanwijzing van de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht:
Ingeval van een economische eigendomsoverdracht wordt hier op verzoek rekening mee gehouden. Een kopie van de akte moet worden overgelegd en met ingang van het volgend belastingjaar wordt deze wijziging in het bestand verwerkt.
Ad II A Gebruikssituatie Onroerende-zaakbelastingen
Met betrekking tot het aanwijzen van een belastingplichtige voor het gebruik van een object onderscheiden we bij de Onroerende-zaakbelastingen van gebruikers de volgende situaties:
Ad II B Gebruikssituatie Rioolheffing en Afvalstoffenheffing
Met betrekking tot het aanwijzen van de belastingplichtige voor het gebruik van een perceel onderscheiden we bij de Rioolheffing en Afvalstoffenheffing de volgende situaties:
Met betrekking tot het aanwijzen van de belastingplichtige voor de Hondenbelasting geldt het onderstaande:
Per huishouden wordt vastgesteld of er een of meerdere honden door leden van het huishouden worden gehouden. De leden van een huishouden zijn alle personen die naar de omstandigheden beoordeeld deel uitmaken van een gezamenlijke economische eenheid. Achtereenvolgens wordt als belastingplichtige aangewezen:
In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken zijn de nadere regels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen van overeenkomstige toepassing.
In deze nadere regels zijn een aantal voorwaarden voor de meest voorkomende gevallen geformuleerd die bij de aanwijzing van de belastingplichtige of voor de toezending van ‘verplichte’ WOZ-beschikkingen in acht moeten worden genomen. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op een doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming.
Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Aangezien de voorkeursvolgorde er mede op is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.
Ingeval van een schriftelijk verzoek om de belastingaanslag op naam van een ander te stellen (inclusief schriftelijk erkenning tot voldoening van de belastingschuld) kan, indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd, aan dit verzoek pas met ingang van het eerstvolgende belastingjaar worden tegemoetgekomen. Met betrekking tot onvolledige of foutieve gegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie of naar aanleiding van een ingediende bezwaarschrift wordt onderzoek ingesteld naar de feitelijke situatie. Indien, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van deze volgorde, heeft dit niet tot gevolg dat de opgelegde aanslag ongeldig of onrechtmatig jegens de aangeslagen belastingplichtige is.
Hoofdstuk 2 Vrijstelling gebruikersdeel OZB terreinen zonder gebruik
Het gebruikersdeel van de Onroerende-zaakbelasting voor onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dienen, daar waar het gebruik van terreinen betreft, wordt alleen dan niet geheven, als er sprake is van het aanhouden van het terrein voor handels- of beleggingsdoeleinden én er geen sprake is van feitelijk gebruik.
Hoofdstuk 3 Ambtshalve verhoging WOZ-waarde
De bij initiële beschikking vastgestelde WOZ-waarde wordt herzien, indien blijkt dat de waarde in het economische verkeer, dan wel de gecorrigeerde vervangingswaarde als bedoeld in artikel 17, juncto artikel 18, van de Wet WOZ 50 % of meer hoger is, dan de bij die beschikking vastgestelde waarde.
Als de bij beschikking vastgestelde waarde hoger is dan € 1.000.000,= wordt een percentage van 20 of meer gehanteerd; boven de € 5.000.000,= wordt dit 5% of meer.Een en ander onder de voorwaarden die hieraan worden gesteld vanuit artikel 27, lid 1 van de Wet WOZ.
Hoofdstuk 4 Het verlenen van ambtshalve vermindering van belastingaanslagen
Op grond van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) en de artikelen 231, 242 en 244 van de Gemeentewet kan de heffingsambtenaar een onjuiste belastingaanslag of beschikking ambtshalve verminderen.Daarnaast kan hij ambtshalve een in de belastingwet voorziene vermindering, ontheffing of teruggaaf verlenen.
Van deze nadere regels zijn uitgezonderd belastingaanslagen, waaraan ingevolge een wettelijk voorschrift een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van (overeenkomstige) toepassing is.
Voor de toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:
a. de ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet;
b. de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede-aansprakelijke heeft betaald;
c. de vijfjaarstermijn: de termijn door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld of het verlenen van een teruggaaf de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag of een naheffingsaanslag vervalt.
d. het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag.
e. de belastingaanslag: de aanslag bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:
1. de aanslag, de voorlopige aanslag, de navorderingsaanslag: het gevorderde bedrag, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde, het nagevorderde bedrag;
2. het aanslagbiljet: de kennisgeving van het in onderdeel 1. bedoelde bedrag.
f. de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en nadere regels op het gebied van gemeentelijke belastingen.
Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste € 15,-- per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien:
Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad of het hof is gewezen, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.
Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad of van een gerechtshof, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.
Hoofdstuk 5 Gelegenheid tot nadere onderbouwing van bezwaar- en verzoekschrift
Wanneer een belastingplichtige om intrekking of vermindering van een aanslag hondenbelasting verzoekt omdat hij/zij geen houder meer van de hond is met ingang van een eerdere datum dan die van ontvangst van het bezwaar- of verzoekschrift, wordt belanghebbende gedurende een periode van drie weken schriftelijk in de gelegenheid gesteld dat tijdstip aan te tonen door middel van een proces-verbaal van vermissing, verklaring van ontvangst door asiel of andere verkrijger, een door de dierenarts af te geven verklaring van overlijden van de hond, of een andere schriftuur.
Wanneer een belanghebbende binnen de hem/haar geboden termijn geen gebruik heeft gemaakt van de geboden mogelijkheid om een verzuim te herstellen of een verzoek/bezwaar anderszins nader te onderbouwen, wordt de belanghebbende schriftelijk in de gelegenheid gesteld om binnen een periode van veertien dagen alsnog daartoe over te gaan. De betreffende mededeling wordt onaangetekend per post verzonden.
Hoofdstuk 6 Toepassing wegingsfactoren bij bepaling hoogte vergoeding kosten bestuurlijke voorprocedures
Hoofdstuk 8 Elektronisch indienen van bezwaarschriften
De belastingplichtige als bedoeld in hoofdstuk 1 van deze nadere regels wordt, mede gelet op de Verordening Elektronische Berichten, de mogelijkheid geboden bezwaarschriften tegen Belastingaanslagen en WOZ-beschikkingen langs elektronische weg in te dienen.
Voor de behandeling ervan is de Verordening Elektronische Berichten overeenkomstig van toepassing.
Hoofdstuk 9 Vrijstellingen bij heffing en invordering gemeentelijke leges
B&W besluit, dat leges niet worden geheven voor vergunningen verleend voor evenementen als bedoeld in artikel 2.2.1.1, lid 1 en 2 van de geldende Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 (A.P.V.), indien er sprake is van niet-commerciële wijkgerelateerde evenementen; zulks ter beoordeling aan het College van B&W.
Hoofdstuk 10 Afvalstoffenheffing / reinigingsrecht
Vrijstelling in verband met medische indicatie.
Een belastingplichtige van een object, waar één of meer van de bewoners van dat object een medische indicatie heeft, komt in aanmerking voor vrijstelling van de meerkosten voor een grotere of extra (grijze) restafvalcontainer tot een maximum van 240 liter extra inzamelcapaciteit per bewoner met medische indicatie. Hieronder vallen ook de kosten voor het plaatsen en/of omwisselen van containers voor dit doel, alsmede de kosten van terugwisseling bij beëindiging van de medische indicatie. Deze gedeeltelijke vrijstelling van belasting op grond van een medische indicatie kan worden verkregen door een verklaring van huisarts of medisch specialist te overleggen, waaruit blijkt dat door een lichamelijke beperking of handicap aanzienlijk meer afval wordt gegenereerd. Een verzoek hiervoor dient schriftelijk bij de gemeente ingediend te worden.
Grondslag reinigingsheffingen bij wisseling containers na verhuizing. Indien binnen de termijn van 2 maanden na een verhuizing van een belastingplichtige, die zich van buiten de gemeente in Helmond vestigt een containerwisseling plaats heeft gevonden zal voor het lopende belastingjaar het laagste volume, aanwezig op het betreffende adres als grondslag voor de heffing worden gehanteerd. Met ingang van het eerstvolgende belastingjaar zal de grondslag van de heffing weer het feitelijk aanwezige containervolume zijn.
Hoofdstuk 12 Inwerkingtreding, slot- en overgangsbepalingen
het navolgende besluit vervalt met ingang van de datum van inwerkingtreding van voorgenoemde regels:
- Nadere regels heffing gemeentelijke belastingen en uitvoering Wet WOZ Helmond 2010, vastgesteld 2 december 2009, en laatstelijk gewijzigd op 27 april 2010,
met dien verstande dat het van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de datum van inwerkingtreding hebben voorgedaan.