Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voor het orgaan als bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten |
Citeertitel | Verordening indicatieorgaan Purmerend 1997 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Commissies |
geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1997 | 29-05-2021 | Nieuwe regeling | 19-11-1996 Gemeenteblad 1996, 46 | 96-9882 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;
gelet op artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en het Besluit indicatiebeoordeling verpleging en verzorging;
overwegende dat in afwachting van een indicatie-orgaan nieuwe stijl, in 1997 de huidige indicatiecommissie - gedeeltelijk in de huidige bezetting - als zodanig zal gaan functioneren. Dat in verband hiermee de Verordening indicatiecommissie Purmerend 1991 opnieuw vastgesteld dient te worden;
1. in te stellen een orgaan als bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
2. vast te stellen de volgende Verordening voor het orgaan als bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
In deze verordening wordt verstaan onder:
het Besluit indicatiebeoordeling verpleging en verzorging;
het orgaan als bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
de arts als bedoeld in het besluit;
e maatschappelijk werkende als bedoeld in het besluit;
de persoon die door of namens wie een aanvraag om advies bij het orgaan is ingediend;
het besluit als bedoeld in artikel 11, sub a, van de Overgangswet verzorgingshuizen;
de beoordeling als bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
de inrichting als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering.
De voorzitter belegt in ieder geval een vergadering telkens als dat voor de behandeling van één of meer aanvragen en met inachtneming van de in de artikelen 8 en 9 van het besluit gestelde termijnen noodzakelijk is en voorts telkens als dat door ten minste twee leden met opgave van redenen wordt gevraagd.
Voor het houden van de vergaderingen van het orgaan is vereist dat, behalve de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, ten minste de helft van het overige aantal leden aanwezig is. Bij afwezigheid of ontstentenis van een lid roept de voorzitter diens plaatsvervanger op. In ieder geval moeten aanwezig zijn de arts en één maatschappelijk werkende of hun plaatsvervangers.
Het orgaan besluit bij meerderheid van stemmen. Wanneer bij het nemen van een besluit geen der leden stemming verlangt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. Ingeval de stemmen staken, wordt de besluitvorming uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering. Indien in deze vergadering de stemmen opnieuw staken, besluit de voorzitter.
Indien het in het eerste lid bedoelde aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter met een tussentijd van ten minste 24 uur een nieuwe vergadering beleggen. In deze vergadering kunnen de dan aanwezige leden beraadslagen en besluiten over de onderwerpen, die voor de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst.
In de gevallen waarin geen uitstel mogelijk is, neemt de voorzitter, in overleg met de arts en in ieder geval één maatschappelijk werkende een voorlopig indicatiebesluit, respectievelijk geeft hij een voorlopige indicatiebeoordeling. Indien de arts in bovengenoemde gevallen van mening is dat opname dan wel dagbehandeling in een verpleeginrichting de meest aangewezen vorm van hulpverlening is, geeft de voorzitter dit oordeel als de voorlopige indicatiebeoordeling.
Artikel 8 Onthouding van stemming over het indicatiebesluit/de indicatiebeoordeling
De leden en de plaatsvervangende leden van het orgaan nemen niet deel aan de stemming over het indicatiebesluit respectievelijk de indicatiebeoordeling indien zij op enigerlei wijze direct of indirect betrokken zijn of zullen worden bij hulpverlening aan de aanvrager.
De leden van het orgaan, de secretaris, alsmede allen die bij de uitvoering van deze verordening zijn betrokken, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hun bij het verrichten van hun taak bekend is geworden betreffende de aanvrager.
Artikel 11 Het indicatiebesluit/de indicatiebeoordeling
Het orgaan beraadslaagt aan de hand van het schriftelijk rapport dat naar aanleiding van de onderzoeken, bedoeld in artikel 10, met betrekking tot de aanvrager opgemaakt is en stelt vervolgens overeenkomstig paragraaf 5 van het besluit het indicatiebesluit respectievelijk de indicatiebeoordeling vast.
Bij een aanvraag tot herziening van een indicatiebesluit respectievelijk indicatiebeoordeling als bedoeld in artikel 14 van het besluit, zijn voor zoveel mogelijk de artikelen 10 en 11 van overeenkomstige toepassing.