Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Verhaal WWB |
Citeertitel | Beleidsregel Verhaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | beleidsregel verhaal wwb |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2010 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 27-04-2010 Stadsnieuws, 4 mei 2010 | Bw10-0297 |
Kosten van bijstand worden verhaald op de onderhoudsplichtige conform de geldende artikelen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ).
Burgermeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard maken gebruik van de bevoegdheid tot: Het verhalen van bijstand zoals neergelegd in de artikelen 61 tot en met 62i van de WWB en artikel 57 van de WIJ.
tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van de het Burgerlijk Wetboek: op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt en op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijk nakomt;
op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voorzover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien
3. Rangorde onderhoudsgerechtigden
Indien een persoon verplicht is levensonderhoud te verstrekken aan twee of meer personen en zijn draagkracht onvoldoende is om dit volledig aan allen te verschaffen, hebben zijn kinderen en stiefkinderen die de leeftijd van een en twintig jaren nog niet hebben bereikt voorrang boven alle andere onderhoudsgerechtigden. Deze voorrangsregel leidt ertoe dat allereerst de kinderbijdrage wordt bepaald en dat pas daarna wordt beoordeeld of ook nog ruimte bestaat voor het opleggen van partnerbijdrage.
Indien de duur van het huwelijk niet meer bedraagt dan vijf jaren en uit dit huwelijk geen kinderen zijn geboren, eindigt de verplichting tot levensonderhoud van rechtswege na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk en die aanvangt op de datum van inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand.
In afwijking van artikel 2 kunnen burgemeester en wethouders, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien: redelijkerwijs te voorzien is dat degene op wie wordt verhaald niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden;
redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen. De schuldenregeling moet tot stand worden gebracht door een erkend schuldhulpverlenings-bureau. Het verzoek tot kwijtschelding moet namens de onderhoudsplichtige door dit bureau worden gedaan.
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling als bedoeld in beleidsregel 6 lid 2. tot stand is gekomen.
8 Intrekking van het besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:
Beoordeling mate van onderhoudsplicht
9.Beoordeling onderhoudsplicht
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 2 onder lid 1,2 en 3 en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot
levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.
Verhalen van rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud
Degene op wie wordt verhaald kan binnen de termijn waarbinnen betaling moet plaatsvinden tegen het besluit tot verhaal in verzet komen door een verzoekschrift aan de rechtbank. Het verzet kan niet gegrond zijn op de bewering dat de uitkering tot onderhoud ten onrechte is opgelegd of onjuist is vastgesteld. Indien tijdig verzet is gedaan wordt de invordering pas voortgezet zodra het verzet is ingetrokken of ongegrond verklaard.
Een besluit tot verhaal op grond van artikel 2 wordt door het college aan degene op wie verhaal wordt gezocht medegedeeld. Het besluit vermeldt de ingangsdatum, het bedrag of de bedragen waarvan, evenals de termijn of termijnen waarbinnen, betaling wordt verlangd conform de regels van de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.4).
Bij verhaal op de nalatenschap kan de mededeling worden gericht tot de langstlevende echtgenoot of een der erfgenamen die geacht kan worden bij de afwikkeling van de nalatenschap te zijn betrokken.
Tenminste één keer per 24 maanden – of, indien nodig eerder - verrichten burgemeester en wethouders onderzoek naar de draagkracht voor het voldoen van een verhaalsbijdrage. Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven wordt als gevolg van dit onderzoek de betalings-verplichting gewijzigd vastgesteld. Er wordt niet overgegaan tot het gewijzigd vaststellen van een betalingsverplichting indien de draagkracht niet meer blijkt te zijn vermeerderd ten opzichte van het vorige onderzoek dan met € 45,-- per maand of blijkt te zijn verminderd dan met een bedrag van minimaal € 5,-- per maand.
Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter vastgestelde bijdrage voor levensonderhoud of de op verzoek van de gemeente vastgestelde bijdrage te voldoen dan wordt die uitspraak tenuitvoergelegd door middel van het afgeven van een dwangbevel conform artikel 62i WWB (schakelbepaling). De bekendmaking van het dwangbevel geschiedt door middel van toezending per post.
Indien moet worden overgegaan tot beslaglegging als bedoeld in artikel 15, dan wordt de vordering verhoogd met incassokosten. Voor de berekening van de hoogte van deze kosten wordt gebruik gemaakt van het besluit buitengerechtelijke kosten van 25 juni 2009, houdende nadere regels inzake buitengerechtelijke kosten bij tenuitvoerlegging van dwangbevelen.
Bij ingebreke zijn van betaling is de wettelijke rente verschuldigd iedere eerste van de maand volgend op de maand waarin de bijdrage is vastgesteld. (4:98 Awb)
Bij betaling wordt eerst de verschuldigde rente in mindering gebracht op het uitstaande saldo.
Het verhaalsbedrag dat wordt verlangd ten behoeve van de minderjarige kinderen wordt gesteld op het gehele voor verhaal beschikbare bedrag.
Indien incasso volgens lid 1 niet tot resultaat leidt of indien in bijzondere gevallen dit in redelijkheid niet van de bijstandsgerechtigde gevergd kan worden, of een rechterlijke uitspraak over alimentatie ontbreekt, zal het college gebruik maken van zijn bevoegdheden zoals vastgelegd in artikel 62 en 62b van de WWB.
Om te komen tot een eenduidige en uniforme uitvoering van het debiteurenbeleid, vallen de verhaalsbesluiten welke na de inwerkingtredingsdatum van het debiteurenbeleid onverkort en zonder uitzondering onder de werkingskracht van het debiteurenbeleid.