Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Vrijlating van inkomsten uit arbeid |
Citeertitel | Beleidsregel Vrijlating van inkomsten uit arbeid | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | beleidsregel wwb |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2009 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 27-01-2009 Heerhugowaards Nieuwsblad d.d. 3 februari 2009 | BW09-0073 |
Beleidsregel Vrijlating van inkomsten uit arbeid
1.Vrijlating van inkomsten uit arbeid
Het college heeft de mogelijkheid om in individuele gevallen te bepalen dat een deel van de inkomsten uit arbeid gedurende maximaal een half jaar niet worden verrekend met de bijstand. Doel hiervan is om mensen met een uitkering te stimuleren een gehele of gedeeltelijke baan te accepteren.
De gemeente heeft op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel o WWB de beleidsvrijheid gekregen om maandelijks 25% van de arbeidsinkomsten, met een door het Rijk vastgesteld maximum vrij te laten als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de vrijlating kan in totaal nooit langer dan zes aaneengesloten maanden duren. Aangenomen lijkt te moeten worden dat als de belanghebbende in januari werkt en de eerste keer een vrijlating krijgt, het recht op vrijlating eindigt na de maand juni, ook al heeft hij bijvoorbeeld in de maand maart geen inkomsten uit arbeid gehad;
Het doelvan deze inkomstenvrijlating is om belanghebbenden te stimuleren een gehele of gedeeltelijke baan te accepteren. Aangenomen lijkt te worden dat er geen nieuw recht op vrijlating kan ontstaan, indien een belanghebbende in het verleden zes maanden recht heeft gehad op de vrijlating. Deze vrijlating werkt wel door in de inkomensafhankelijke regelingen.
Aanvullende alleenstaande ouderkorting en combinatiekorting
Alleenstaande ouders kunnen recht hebben op een aanvullende alleenstaande ouderkorting en een combinatiekorting. De gedachte erachter is dat voor alleenstaande ouders volledige uitstroom naar betaalde arbeid soms niet direct mogelijk is, omdat zij arbeid en zorg moeten combineren. Om deeltijdarbeid en met name grotere deeltijdbanen te stimuleren worden de bovengenoemde kortingen buiten beschouwing gelaten totdat het jongste kind de leeftijd van 5 jaar bereikt. Deze inkomensvrijlating stimuleert alleenstaande ouders om meer uren te gaan werken.
De aanvullende alleenstaande ouderkorting ontvangt de belanghebbende bij een inkomen uit tegenwoordige arbeid met een percentage tot een jaarlijks vastgesteld maximum; er bestaat recht op de combinatiekorting indien het inkomen uit tegenwoordige arbeid op jaarbasis hoger is dan een jaarlijks door het Ministerie van financiën vast te stellen bedrag.