Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel subsidies professionele podiumkunsten en film 2009-2012 |
Citeertitel | Beleidsregel subsidies professionele podiumkunsten en film 2009-2012 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | cultuur, kunst, subsidies, financieel kader |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel subsidies professionele podiumkunsten en film nr 183/07.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-02-2011 | 11-01-2012 | art. 4, art. 5, art. 6, art. 7, art. 8, art. 9, art. 10, art. 11 | 08-02-2011 Provinciaal Blad, 2011, 40 | 40/11 | |
20-11-2008 | 11-02-2011 | nieuwe regeling | 11-11-2008 Provinciaal Blad, 2008, 210 | 1463323 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
gelet op de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant; gelet op art. 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat het voor het verlenen van:
wenselijk is een beleidsregel vast te stellen:
A: Vast te stellen de beleidsregel subsidies professionele podiumkunsten en film 2009-2012.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Professionele podiumkunsten: activiteiten op het vlak van podiumkunsten (muziek, theater, dans en mengvormen daarvan) die worden uitgevoerd door professionele kunstenaars, blijkend uit een afgeronde kunstvakopleiding, de mate waarin met het uitvoeren van podiumkunstactiviteiten een zelfstandig inkomen wordt gegenereerd, of de mate waarin de artistieke leider of het artistieke team op grond van een cv aantoonbaar beschikt over de vaardigheden en het inzicht in de discipline of een mengvorm van disciplines om de thema’s of het repertoire zodanig vorm te geven dat de persoonlijke fascinatie daarvoor zicht- en hoorbaar wordt;
Meerjarige activiteitensubsidie: een meerjarige subsidie (in de zin van art 4 lid 1a van de Algemene Subsidie Verordening Provincie Noord-Brabant), gericht op het in de gelegenheid stellen van Brabantse podiumkunstinstellingen om het podiumkunstaanbod in Brabant te ontwikkelen en de Brabantse culturele infrastructuur te versterken;
Meerjarige programmeringssubsidie: een meerjarige subsidie (in de zin van art 4 lid 1a van de Algemene Subsidie Verordening Provincie Noord-Brabant) ten behoeve van Brabantse schouwburgen en vlakke vloertheaters, gericht op de programmering van kleinschalig, gesubsidieerde aanbod op het terrein van theater en dans van bij voorkeur Brabantse makers;
Meerjarige makerssubsidie: een meerjarige subsidie (in de zin van art 4 lid 1a van de Algemene Subsidie Verordening Provincie Noord-Brabant) ten behoeve van professionele, zelfstandige makers van podiumkunstproducties, erop gericht om hen in de gelegenheid te stellen zichzelf verder te ontwikkelen, zonder een eigen gezelschap hiervoor in stand te hoeven houden;
Bovenlokale betekenis: de betekenis van een podiumkunstproject of -instelling voor Brabant, blijkend uit de wijze waarop de aanvragende instelling zich verhoudt tot andere culturele instellingen, (publieks)groepen, en andere subsidiënten én de functie die de instelling of het project heeft of naar verwachting zal hebben in de regionale dan wel nationale culturele infrastructuur, op het moment van de aanvraag.
Het algemene doel van de beleidsregel is: Middels financiële ondersteuning bijdragen aan een kwalitatief sterk en levendig cultureel klimaat, in het bijzonder gericht op de ontwikkeling en de versterking van het aanbod en de afname van podiumkunsten in de provincie Noord-Brabant. In bijgaande toelichting wordt nader ingegaan op het doel en de criteria van de beleidsregel.
Hoofdstuk 3. Meerjarige activiteitensubsidies
Doel van de meerjarige activiteitensubsidies is om Brabantse podiumkunstinstellingen in de gelegenheid te stellen het podiumkunstaanbod in Brabant te ontwikkelen en de Brabantse culturele infrastructuur te versterken.
Subsidie kan eenmaal per vier jaar worden aangevraagd bij Gedeputeerde Staten (directie SCO, bureau Cultuur) door culturele instellingen die activiteiten ontwikkelen op het terrein van de professionele podiumkunst. Onderwijsinstellingen komen niet voor subsidie in aanmerking. Afstudeeropdrachten zijn niet subsidiabel.
Indien positieve advisering op grond van voornoemde criteria met betrekking tot artistiek inhoudelijke benadering en professionele werkwijze leidt tot overschrijding van het vastgestelde subsidieplafond, betrekt de adviescommissie de provinciale beleidsprioriteiten op het terrein van cultuur bij de toetsing van de aanvragen. Deze zijn in volgorde van belang:
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen ter advisering voor aan de adviescommissie. De adviescommissie geeft een oordeel aan de hand van de in artikel 14 genoemde criteria en prioriteiten en verwerkt dit in een advies aan Gedeputeerde Staten. Dit advies gaat vergezeld met een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen subsidie.
Hoofdstuk 4. Meerjarige programmeringssubsidie
Het budget van de programmeringssubsidie wordt ingezet om Brabantse podia te stimuleren om kleinschalig, gesubsidieerd theater- en dansaanbod te programmeren. Bij voorkeur wordt het provinciale programmeringsbudget besteed aan het kleinschalige, gesubsidieerde aanbod van Brabantse makers, waarmee de provincie Noord-Brabant, het ministerie van OCW of het Fonds NFPK+ een meerjarige of incidentele subsidierelatie heeft.
Voor de programmeringssubsidie komen in aanmerking Brabantse vlakke vloertheaters en schouwburgen in Brabantse steden waar geen vlakke vloer theater is.
Subsidie kan eenmaal voor de periode 2009-2012 bij Gedeputeerde Staten (directie SCO, bureau Cultuur) worden aangevraagd door schouwburgen en vlakke vloertheaters in de provincie Noord-Brabant, die voornemens zijn in deze periode het kleinschalig, gesubsidieerd theater- en dansaanbod (van bij voorkeur Brabantse makers/ gezelschappen) een structurele plaats te bieden in hun programmering. Aanvragen voor de periode 2009-2012 moeten vóór 1 januari 2009 worden ingediend.
Artikel 20. Subsidiabele activiteiten
Alleen de programmering van kleinschalig, gesubsidieerd theater- en dansaanbod is subsidiabel, waarbij een substantieel deel van het totale aanbod van het podium dient te bestaan uit producties van Brabantse makers.
Subsidie kan eenmaal per vier jaar worden aangevraagd. Aanvragen moeten worden ingediend door middel van een door de provincie vastgesteld aanvraagformulier. Aanvragen dienen vergezeld te gaan van een beleidsplan met meerjarenbegroting waarin ingegaan wordt op het artistiek beleid van het podium, de programmering van kleinschalig gesubsidieerd theater- en dansaanbod en de marketinginspanningen die nodig zijn om het publieksbereik van dit aanbod te vergroten. Niet volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren worden niet in behandeling genomen.
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen ter advisering voor aan de adviescommissie. De adviescommissie geeft een oordeel aan de hand van de in artikel 21 genoemde criteria en prioriteiten en verwerkt dit in een advies aan Gedeputeerde Staten. Dit advies gaat vergezeld met een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen subsidie.
Hoofdstuk 5. Meerjarige makerssubsidie
Doel van de meerjarige makerssubsidie is het ondersteunen van de ontwikkeling van professionele, zelfstandige makers van podiumkunstproducties, zonder dat zij een eigen professioneel gezelschap hiervoor hoeven te vormen of in stand te houden. In de periode 2009-2012 komen maximaal vier individuele makers voor de makerssubsidie in aanmerking.
Artikel 31. Subsidiabele kosten
Alleen die kosten zijn subsidiabel die direct in verband staan met de ontwikkeling van de aanvrager en toerekenbaar zijn aan concrete projecten of producties. Structurele exploitatiekosten zijn niet subsidiabel
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen ter advisering voor aan de adviescommissie kunsten. De adviescommissie geeft een oordeel aan de hand van de in artikel 30 genoemde criteria en prioriteiten en verwerkt dit in een advies aan Gedeputeerde Staten. Dit advies gaat vergezeld met een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen subsidie.
In de meerjarige subsidieperiode dient de aanvrager jaarlijks voor 1 oktober voorafgaand aan elk nieuw kalenderjaar een werkplan en begroting in. In het werkplan en de begroting worden de voorziene activiteiten voor dat jaar gespecificeerd en gekwantificeerd. In de begroting wordt gespecificeerd hoe het provinciaal subsidiebedrag wordt besteed.
Artikel 36. Vermelding provincie Noord-Brabant
De instelling die een subsidie ontvangt op grond van deze beleidsregel, is verplicht het logo van de provincie op te nemen in alle publicaties (programmaboekjes, uitnodigingen, persberichten, affiches, website) en ander materiaal.