Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Stimulering Gemeentelijke Archeologie- c.q. Erfgoedkaarten 2009-2011 |
Citeertitel | Beleidsregel Stimulering Gemeentelijke Archeologie- c.q. Erfgoedkaarten 2009-2011 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | bodem, cultuur, subsidies, financieel kader |
Geen.
Algemene subsidieverordening provincie Noord-Brabant
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2009 | 31-12-2011 | nieuwe regeling | 27-01-2009 Provinciaal Blad, 2009, 8 | 1489741 |
Hoofdstuk 1: ALGEMENE BEPALINGEN
3. Archeologische beleidskaart
: een kaart met een ruimtelijke presentatie van het te voeren gemeentelijk archeologiebeleid. Op deze kaart heeft de gemeenteraad aan de in de bodem aanwezige archeologische monumenten en de gebieden met de te verwachten archeologische monumenten een specifiek beleid gekoppeld over de wijze waarop zij wil omgaan met haar zorgplicht ten aanzien van archeologische waarden in haar gebied, aangevuld met verdergaande bepalingen ten aanzien van de bescherming van deze waarden.
: het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen over landschappelijke gegevens en bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een omschreven gebied, resulterend in een
archeologische monumenten- en verwachtingenkaart.
En/ofhet verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen over landschappelijke gegevens en bekende cultuurhistorische waarden binnen een omschreven gebied, resulterend in een
10. Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
: de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) bevat alle eisen waaraan archeologisch onderzoek minimaal moet voldoen. De KNA is ontwikkeld in samenwerking met het archeologische veld en stelt eisen aan zowel de uitvoerders als aan de overheid en geldt als de
volgens de beroepsgroep geldende norm
. De KNA wordt vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie.
Historische gebouwen (waaronder industriële gebouwen, kerken, molens, en kastelen), stads- en dorpsgezichten, historisch geografische landschappen, groenstructuren en archeologische monumenten. Erfgoed van provinciaal belang staat op de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant en de daarin opgenomen Archeologische Monumenten Kaart. Gemeentelijke (erfgoed) monumenten worden geacht te allen tijde deel uit te maken van de
gemeentelijke erfgoedkaart en/of archeologiekaart en/of cultuurhistoriekaart
: het verwerven van informatie, door middel van onderzoek in het landschap zelf over landschappelijke en bodemkundige gegevens en bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een omschreven gebied, resulterend in een
archeologische monumenten- en verwachtingenkaart.
En/ofhet verwerven van informatie, door middel van onderzoek in het landschap zelf over
De volgende worden gehanteerd:
Het indienen van een subsidieaanvraag dient te gebeuren door middel van een, door de provincie opgesteld, volledig ingevuld aanvraagformulier.
Artikel 4 Besluitvormingstermijn
Op de ontvangen en in behandeling genomen subsidieaanvragen beslissen Gedeputeerde Staten, uiterlijk 8 weken na indiening van de aanvraag.
Hoofdstuk 2: GEMEENTELIJKE ARCHEOLOGIEKAART
Het stimuleren van de totstandkoming van gemeentelijke archeologiekaarten in analoge en digitale vorm in gemeenten waar Burgemeester en Wethouders expliciet het voornemen hebben geuit deze door de gemeenteraad te laten vaststellen. De kaarten dienen tenminste het gehele grondgebied van een gemeente te omvatten.
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten
Voor gemeentelijke archeologiekaarten zijn alleen die activiteiten subsidiabel die worden uitgevoerd door een archeologisch bedrijf dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie of door een gemeentelijke archeologische dienst die werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en die de kaart voor een andere gemeente maakt waarmee hij een officieel samenwerkingsverband heeft.
Voor subsidiëring komen alleen die kosten in aanmerking, die direct verband houden met de realisering van gemeentelijke archeologiekaarten. Het te verlenen subsidiebedrag bedraagt per gemeente per aanvraag maximaal 75% van de vast te stellen subsidiabele kosten met een maximum subsidiebedrag per aanvraag van € 25.000,00. Voor gemeenten die gezamenlijk een gemeentelijke archeologiekaart laten maken bedraagt het te verlenen subsidiebedrag nooit meer dan de werkelijk te maken kosten met een maximum van € 25.000,00 per gemeente. Gemeenten die reeds zelf vóór 1 februari 2009 een gemeentelijke archeologiekaart hebben laten maken, maar waarvan het onderdeel veldonderzoek (nog) niet is uitgevoerd kunnen voor dit onderdeel maximaal € 5.000,00 subsidie krijgen.
Voor het bureauonderzoek dient minimaal gebruik te worden gemaakt van de volgende bronnen:
Actueel Hoogtebestand Nederland (Servicedesk geo-informatie, RijksWaterStaat, Adviesdienst Geoinformatie http://www.geo-loket.n/);
Voor het veldonderzoek (minimaal 3 dagen) dienen minimaal de volgende activiteiten plaats te vinden:
visuele inspectie buitengebied: veldlopen (controle oppervlakte vindplaatsen met amateurs), foto's nemen, grondgebruik vaststellen, steilranden vaststellen. Visueel kan de aanwezigheid van de op AHN getraceerde hoogte verschillen (steilranden, ontgrondingen) worden geverifieerd. Visueel kan de aanwezigheid van de op luchtfoto’s getraceerde bebouwing worden geverifieerd;
Gemeentelijke archeologiekaarten bevatten minimaal:
een gecombineerde archeologische verwachtingenkaart met daarop - uitsluitend - een driedelige zonering voor archeologische verwachtingen met de verwachtingen: hoog, middelhoog en laag in resp. de kleuren rood, oranje en geel. Beekdalen met kans op een bijzondere dataset worden met een apart raster binnen deze driedeling aangegeven;
Hoofdstuk 3: GEMEENTELIJKE CULTUURHISTORIEKAART
Het stimuleren van de totstandkoming van gemeentelijke cultuurhistoriekaarten in analoge en digitale vorm in gemeenten waar Burgemeester en Wethouders expliciet het voornemen hebben geuit deze door de gemeenteraad te laten vaststellen. De kaarten dienen tenminste het gehele grondgebied van een gemeente te omvatten.
Artikel 11 Subsidiabele kosten
Voor subsidiëring komen alleen die kosten in aanmerking, die direct verband houden met de realisering van gemeentelijke cultuurhistoriekaarten. Het te verlenen subsidiebedrag bedraagt per aanvraag maximaal 75% van de vast te stellen subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,00 per gemeente. Voor gemeenten die gezamenlijk een gemeentelijke cultuurhistoriekaart laten maken bedraagt het te verlenen subsidiebedrag nooit meer dan de werkelijk te maken kosten met een maximum van € 10.000,00 per gemeente.
De gemeentelijke cultuurhistoriekaarten dienen:
aan te sluiten bij de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart en moeten daarom minimaal de volgende - zelfde – legenda eenheden bevatten: historische bouwkunst, de historische stedebouw, historische geografie (vlak, lijn), historisch groen (vlak, punt), historische zichtrelaties, eendenkooi, schootsveld en molenbiotoop.