Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Handhaving Wet Werk en Bijstand |
Citeertitel | Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand en Wet investeren in jongeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | 12.5.4 |
Externe bijlage | i1155 |
Deze regeling is vervangen door de [Handhavingsverordening Participatiewet gemeente Deventer 2016](1.1:CVDR383839_1).
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2015 | 31-12-2015 | intrekking | 02-12-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 10-12-2015 | 2015-2242 | |
01-11-2009 | 31-12-2015 | Wijziging ivm Wet investeren in jongeren | 21-10-2009 Gemeenteblad, 2009-10-28 | Onbekend | |
01-01-2005 | 01-11-2009 | Onbekend | 22-11-2004 Gemeenteblad, 2004-11-24 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders dragen in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet Werk en Bijstand en de Wet investeren in jongeren, zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.
Burgemeester en wethouders rapporteren jaarlijks aan de Raad over de uitvoering van het handhavings-plan.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand en Wet investeren in jongeren.
De verordening handhaving Wet Werk en Bijstand treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2004.
De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, drs. A.G.M. Dashorst drs. J. van Lidth de Jeude
Bij amendement is artikel 8a in de WWB opgenomen waarbij de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijke gebruik van de wet. Artikel 8a houdt in dat de gemeenteraad in een verordening regels stelt om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Het is niet nodig een afzonderlijke fraudeverordening vast te stellen. Door middel van de afstemmingsverordening en de beleidsregels “terugvordering WWB” zijn er al nadere regels in het kader van de WWB vastgelegd.
Het doel van artikel 8a is de handhaving van de WWB en het fraudebeleid op de agenda van de gemeen-ten te zetten. Met deze verordening wordt dit gewaarborgd.
Artikel 1: opstellen handhavingsplan door Burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders zullen een handhavingsplan opstellen. Een handhavingsplan dient ruimer te worden opgevat als een fraudebestrijdingsplan, waarbij in de visie van het college te eenzijdig aandacht besteed wordt aan repressie en genoegdoening. Handhaving is alle activiteiten die er op gericht zijn dat regels worden nageleefd, waaronder activiteiten ter voorkoming van fraude. Dit handhavingsplan wordt gelijkertijd met het vaststellen van de handhavingsverordering gepresenteerd. In dit plan wordt aandacht geschonken aan de in te zetten instrumenten en activiteiten ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen.
Artikel 2: inhoud handhavingsplan
Het bestrijden en voorkomen van misbruik - ofwel handhaving - is een belangrijke voorwaarde in het kader van de inkomenswaarborg. Onder handhaving valt al het beleid dat gericht is op het beperken van misbruik. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen preventief en repressief beleid. Preventief beleid vormt een belangrijk onderdeel van misbruikbestrijding, immers: voorkomen is beter dan genezen. Voorkomen moet worden dat mensen die onterecht een beroep doen op de Wet werk en bijstand toch een (te hoge) uitkering ontvangen. Alle activiteiten gericht op preventie kunnen gerekend worden tot de zogenaamde `poortwachtersfunctie', dat wil zeggen het bewaken van de toegang tot de bijstand en de controle op het recht op bijstand bij het `zittende bestand'. Repressief beleid, gericht op misbruik-bestrijding, bestaat uit het opleggen van sancties en het terugvorderen van ten onrechte toegekende uitkeringen.
Het college rapporteert jaarlijks aan de raad. Op deze wijze wordt conform het uitgangspunt van de WWB het handhavingsbeleid jaarlijks geagendeerd en is de controlerende positie van de raad gewaarborgd. Bovendien kan de raad ook zelf aangeven waarover gerapporteerd dient te worden.
verordening Handhaving Wet Werk en Bijstand 2004.
Toelichting bij Handhavingsverordening n.a.v. Wet investeren in jongeren (verordening in werking 1 november 2009)