Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Deventer

Verordening Handhaving Wet Werk en Bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Deventer
Officiële naam regelingVerordening Handhaving Wet Werk en Bijstand
CiteertitelVerordening Handhaving Wet Werk en Bijstand
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp12.5.4

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-11-2009Onbekend

22-11-2004

Gemeenteblad, 2004-11-24

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Handhaving Wet Werk en Bijstand

De raad der gemeente Deventer,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2004, nummer 2004.21474, sector Sociale Voorzieningen;

Gelet op artikel 8a van de Wet Werk en Bijstand;

BESLUIT

I.Vast te stellen: de navolgende Verordening Handhaving Wet Werk en Bijstand

Artikel 1

Burgemeester en wethouders dragen in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet Werk en Bijstand, zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.

Artikel 2

In het in artikel 1 genoemde handhavingsplan komt op zijn minst tot uitdrukking:

  • -

    gemeentelijke visie op handhaving

  • -

    aanpak fraudepreventie

  • -

    aanpak frauderepressie

Artikel 3

Burgemeester en wethouders rapporteren jaarlijks aan de Raad over de uitvoering van het handhavings-plan.

Artikel 4

Deze verordening kan worden aangehaald als: de verordening handhaving Wet Werk en Bijstand

Artikel 5

De verordening handhaving Wet Werk en Bijstand treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

  • II.

    Te bepalen dat Burgemeester en wethouders bij het vaststellen van het in de verordening genoemde handhavingsplan zich moeten houden aan de volgende kaders:

    • -

      Zorg voor het vroegtijdig ontvangen door de client van informatie over rechten en plichten;

    • -

      De aan de cliënt te verstrekken informatie is toegesneden op de situatie van de cliënt;

    • -

      De handhaving vindt plaats binnen een duidelijke, klantgerichte organisatie met transparante werkprocessen;

    • -

      Overtredingen en fraude worden vroegtijdig geconstateerd;

    • -

      Overtredingen en fraude worden snel afgehandeld;

    • -

      Fraude wordt beantwoord met passende sancties.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2004.

De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, drs. A.G.M. Dashorst drs. J. van Lidth de Jeude

Toelichting

Algemeen

Bij amendement is artikel 8a in de WWB opgenomen waarbij de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijke gebruik van de wet. Artikel 8a houdt in dat de gemeenteraad in een verordening regels stelt om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Het is niet nodig een afzonderlijke fraudeverordening vast te stellen. Door middel van de afstemmingsverordening en de beleidsregels “terugvordering WWB” zijn er al nadere regels in het kader van de WWB vastgelegd.

Het doel van artikel 8a is de handhaving van de WWB en het fraudebeleid op de agenda van de gemeen-ten te zetten. Met deze verordening wordt dit gewaarborgd.

Artikel 1: opstellen handhavingsplan door Burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders zullen een handhavingsplan opstellen. Een handhavingsplan dient ruimer te worden opgevat als een fraudebestrijdingsplan, waarbij in de visie van het college te eenzijdig aandacht besteed wordt aan repressie en genoegdoening. Handhaving is alle activiteiten die er op gericht zijn dat regels worden nageleefd, waaronder activiteiten ter voorkoming van fraude. Dit handhavingsplan wordt gelijkertijd met het vaststellen van de handhavingsverordering gepresenteerd. In dit plan wordt aandacht geschonken aan de in te zetten instrumenten en activiteiten ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen.

Artikel 2: inhoud handhavingsplan

Het bestrijden en voorkomen van misbruik - ofwel handhaving - is een belangrijke voorwaarde in het kader van de inkomenswaarborg. Onder handhaving valt al het beleid dat gericht is op het beperken van misbruik. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen preventief en repressief beleid. Preventief beleid vormt een belangrijk onderdeel van misbruikbestrijding, immers: voorkomen is beter dan genezen. Voorkomen moet worden dat mensen die onterecht een beroep doen op de Wet werk en bijstand toch een (te hoge) uitkering ontvangen. Alle activiteiten gericht op preventie kunnen gerekend worden tot de zogenaamde `poortwachtersfunctie', dat wil zeggen het bewaken van de toegang tot de bijstand en de controle op het recht op bijstand bij het `zittende bestand'. Repressief beleid, gericht op misbruik-bestrijding, bestaat uit het opleggen van sancties en het terugvorderen van ten onrechte toegekende uitkeringen.

Artikel 3: Verantwoording

Het college rapporteert jaarlijks aan de raad. Op deze wijze wordt conform het uitgangspunt van de WWB het handhavingsbeleid jaarlijks geagendeerd en is de controlerende positie van de raad gewaarborgd. Bovendien kan de raad ook zelf aangeven waarover gerapporteerd dient te worden.

verordening Handhaving Wet Werk en Bijstand 2004.