Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Kaag en Braassem |
Citeertitel | Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Kaag en Braassem |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-03-2011 | 20-02-2018 | Nieuwe regeling | 14-03-2011 Witte Weekblad, 23-03-2011 | 11.023 |
De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
overwegende dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2007 een herziene Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen heeft toegezonden;
dat die publicatie ook een geactualiseerde gedragscode bevat;
dat de raad het wenselijk vindt om de gedragscode voor politieke ambtsdragers bij de gemeente Kaag en Braassem zo veel mogelijk aan te laten sluiten bij de hiervoor bedoelde landelijke modelgedragscode;
dat ook het college heeft ingestemd met de geactualiseerde gedragscode bij besluit van18 januari 2011;
gelet op de artikelen 15, 3e lid, 41c, 2e lid en 69, 2e lid van de Gemeentewet;
gelezen het voorstel van het presidium d.d. 10 januari 2011 ;b e s l u i t :
vast te stellen de “Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Kaag en Braassem”
Deel I Kernbegrippen integriteit van politieke ambtsdragers
Leden van het college van burgemeester en wethouders en van de gemeenteraad stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politieke ambtsdragers in een breder perspectief:
Dienstbaarheid Het handelen van een politieke ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Functionaliteit Het handelen van een politieke ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.
Onafhankelijkheid Het handelen van een politieke ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Openheid Het handelen van een politieke ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politieke ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.
Betrouwbaarheid Op een politieke ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Zorgvuldigheid Het handelen van een politieke ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
Deel II Gedragscode politieke ambtsdragers
Artikel 4 Geschenken, diensten en uitnodigingen
Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,00 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50,00 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.
Artikel 5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en voorzieningen
In geval van twijfel omtrent een declaratie van een lid van het college, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester en zo nodig ter besluitvorming aan het college voorgelegd. In geval van twijfel omtrent een declaratie van de burgemeester, wordt deze voorgelegd aan de loco-burgemeester en zo nodig ter besluitvorming aan het college.
Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt de gemeenteraad van de besluitvorming in het college van burgemeester en wethouders op de hoogte gesteld.
Een politieke ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe uit hoofde van zijn functie in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.
Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.
Indien de politieke ambtsdrager zich in strijd met de gedragscode gedraagt, dan kan de raad de volgende sancties toepassen:a. een openbaar oordeel uitspreken (bijvoorbeeld het ongenoegen uitspreken, motie van afkeuring)b. het ontslaan uit een bijkomende functie die hij als politieke ambtsdrager vervult en waarin hij door de raad is benoemd (bijvoorbeeld externe organen, voorzitter politiek forum, plaatsvervangend voorzitter van de raad)c. het afnemen van faciliteiten die aan de politieke ambtsdrager door de gemeente ter beschikking zijn gesteld en het in rekening brengen van kosten bij misbruik van faciliteitend. niet deelnemen aan voor de raad georganiseerde activiteiten (bijvoorbeeld werkbezoeken)