Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Sociale Participatie, onderdeel Sociaal Beleid/gebiedsgericht 2007 |
Citeertitel | Beleidsregel Sociale Participatie, onderdeel Sociaal Beleid gebiedsgericht 2007 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale participatie, subsidies, financieel kader |
Geen.
Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2012 | 01-03-2012 | Intrekking | 26-02-2013 | S0259574 | |
09-05-2007 | 01-03-2013 | nieuwe regeling | 13-03-2007 Provinciaal Blad, 2007, 45 | 1266918 |
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
1.2 Op de subsidieverlening zijn de bepalingen van toepassing zoals vastgelegd in de Algemene Subsidie Verordening provincie Noord-Brabant, voor zover niet nader geregeld in deze beleidsregel.
Het provinciebestuur wil de uitvoering ondersteunen van concrete projecten, die aansluiten bij een aantal thema’s van de “Koepelnota Sociale en Culturele Ontwikkeling 2006 / 2007. Leven in Brabant”. Het betreft de thema’s: leefbaarheid, armoedebestrijding, senioren in Brabant, jeugdwerkgelegenheid, en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Per regio stelt het bestuurlijk overleg de thema’s voor de betreffende regio vast. Op basis van deze thema’s worden per regio voor 2007 projecten ontwikkeld. Tijdens de Bestuurlijke overleggen van februari 2007 is de intentie uitgesproken dat de projecten een doorloop kunnen hebben naar 2008 onder voorbehoud dat de nieuwe Provinciale Staten dit onderschrijven en hiertoe ook middelen beschikbaar stellen.
Bij de uitvoering van het onderdeel gebiedsgericht van de beleidsregel sociale participatie is vraagsturing uitgangspunt. De verantwoordelijkheid voor het initiëren van projecten ligt bij de gemeenten. Alleen zij kunnen een aanvraag indienen.
Art. 4 Subsidiabele activiteiten.
Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dient de aanvraag te voldoen aan álle criteria zoals opgenomen in deze beleidsregel. De aanvraag dient rechtstreeks betrekking te hebben op de voor de betreffende regio vastgestelde thema’s.
5.1. Voor subsidiëring kunnen alleen die kosten in aanmerking komen die direct verband houden met de realisering van het voorgenomen project. Alleen werkelijk gemaakte kosten in 2007 komen voor subsidie in aanmerking.
5.2. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen zijn:
Gedeputeerde Staten kunnen subsidies verlenen voor projecten die voldoen aan alle onderstaande criteria:
Indien het een subsidie betreft van meer dan € 50.000,-- gaat de eindafrekening (aanvraag tot vaststelling van de subsidie) tevens vergezeld van een accountantsverklaring waarin wordt vermeld dat aan de voorwaarden van de Beleidsregel sociale particiaptie / onderdeel sociaal beleid / gebiedsgericht is voldaan. Het financieel verslag en de accountantsverklaring dienen opgesteld te zijn overeenkomstig de bijlagen 2a, b en c van de ASV;
8.1. Het subsidieplafond voor 2007 voor het onderdeel Sociaal Beleid gebiedsgericht is vastgesteld op € 600.000,--. Per regio is een bedrag van € 150.000,-- beschikbaar.
8.2. Bij aanvragen die op grond van artikel 6 in beginsel honorabel zijn, kan een nadere onderlinge afweging plaatsvinden. Deze situatie doet zich in ieder geval voor bij het overschrijden van het subsidieplafond. Bij onderlinge afweging van dergelijke aanvragen genieten projecten die voldoen aan een of meerdere prioriteringscriteria de voorkeur boven die waarbij dit niet of in mindere mate het geval is; dit wordt ambtelijk getoetst aan de volgende prioriteringscriteria:
Art.9 Procedure voor het verkrijgen van subsidie
9.1. Indienen van de projectaanvraag
Projectaanvragen kunnen alleen ingediend worden door gemeenten. Projectaanvragen moeten gericht worden aan:
College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Directie Sociale en Culturele Ontwikkeling
Aanvragen voor subsidie dienen schriftelijk te worden ingediend door middel van een volledig ingevuld Aanvraagformulier Subsidies Projecten Sociaal Beleid 2007. Aanvragen dienen altijd vergezeld te gaan van een projectplan en een gespecificeerde begroting. Alleen volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren, vergezeld van alle gevraagde bescheiden, worden in behandeling genomen. Een digitale versie van het aanvraagformulier kan worden opgevraagd via MVersteeg@brabant.nl
Gedeputeerde Staten kunnen besluiten een aanvraag op formele gronden niet in behandeling te nemen als het aanvraagformulier niet volledig is gevolgd. Alvorens Gedeputeerde Staten besluiten een aanvraag op formele gronden als hiervoor genoemd niet in behandeling te nemen, stellen zij de aanvrager in de gelegenheid binnen een termijn van 10 dagen na kennisgeving hiervan de aanvraag aan te vullen met de ontbrekende gegevens.
Subsidieaanvragen worden jaarlijks in één tranche in behandeling genomen. Aanvragen voor deze tranche kunnen uiterlijk tot 1 mei 2007bij Gedeputeerde Staten worden ingediend. Subsidieaanvragen ingediend na 1 mei 2007 worden niet in behandeling genomen. De poststempel geldt daarbij als bewijsmiddel.
9.2. Beslissing op de projectaanvraag.
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen ter advisering voor aan een ambtelijk projectteam en besluiten aan de hand van het uitgebrachte advies al dan niet tot het verlenen van eens subsidie en stellen de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte. De aanvrager ontvangt het voornemen tot besluit uiterlijk 13 weken na de sluiting van de indieningstermijn. Aan de toekenning van een projectsubsidie kunnen geen rechten worden ontleend met betrekking tot vervolgaanvragen.
Art.10 Afwijken van de beleidsregel sociale participatie onderdeel sociaal beleid 2007
Gedeputeerde Staten kunnen op grond van Artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht afwijken van het in deze beleidsregel bepaalde. Indien Gedeputeerde Staten gebruik maken van deze bevoegdheid, maken zij behoudens zaken van ondergeschikt belang daarvan melding in hun rapportage aan de Commissie voor Zorg, Welzijn en Cultuur.