Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Openbaar lichaam Bonaire

EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN VAN 28 juli 2006, no. 1 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bezoldiging van ambtenaren in dienst van het eilandgebied Bonaire (Bezoldigingsregeling Bonaire 2005)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieOpenbaar lichaam Bonaire
Officiële naam regelingEILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN VAN 28 juli 2006, no. 1 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bezoldiging van ambtenaren in dienst van het eilandgebied Bonaire (Bezoldigingsregeling Bonaire 2005)
CiteertitelBezoldigingsregeling Bonaire 2005
Vastgesteld doorBestuurscollege
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De wijziging vastgesteld op 18 mei 2012, heeft dezelfde bijlage voor verschillende tijdvakken vervangen. Deze bijlagen hebben verschillende data van terugwerkende kracht gekregen die zijn verwerkt in 4 nieuwe versies.

Aangezien het invoeren van een datum van uitwerkingtreding hier onwenselijke gevolgen teweeg zou brengen (zo zouden bepaalde versies niet meer vindbaar zijn) is er voor gekozen om dit achterwege te laten en de verschillende versies naast elkaar te laten bestaan.

Let op: boven de bijlage staat aangegeven voor welk tijdvak deze van toepasing is!

Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Eilandsbesluit vaststellen positieve lijst regelgeving Bestuurscollege Bonaire (AB 2010, nr. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Bonaire en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Bonaire van toepassing.

De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.

Dit besluit vervangt de Bezoldigingsregeling Bonaire (A.B.1992, no. 21).

Bij AB 2008, no. 21 is de bijlage opnieuw vastgesteld. De bijlagen bij dat AB ontbreken echter vooralsnog in de basisverzameling waaruit deze database is samengesteld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van 08 OKT. 2010 no. 12 tot vaststelling van de eilandsbesluiten, houdende algemene maatregelen voor het openbaar lichaam Bonaire

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 21 juni 2010, nr. 2 ter intrekking van het eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 13 december 2007, nr. 3 (A.B. 2007, no. 15) en uitvoering van artikel 3, tweede lid van de Bezoldigingsregeling Bonaire 2005 (A.B. 2006, no. 5)

Besluit secretaressetoelage Stafbestuursorganen

Sociaal Statuut openbaar lichaam Bonaire

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van 02 NOV 2011 no. 1 tot vaststelling van een regeling voor een toelage voor medewerkers Bureau Eilandgedeputeerden

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van 16 FEB 2011 no. 8 tot vaststelling van een regeling voor een toelage voor medewerkers Bureau Eilandgedeputeerden [vervallen]

Besluit directeurstoelage

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-201201-01-201001-07-2013Bijlage

18-05-2012

A.B. 2012, no. 2

Onbekend
10-10-201001-01-2012Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam

08-10-2010

A.B. 2010, no. 19

Onbekend
17-08-200601-01-200610-10-2010bijlage

16-08-2006

A.B. 2006, no. 8

n.v.t.
29-07-200601-01-2005Nieuwe regeling

28-07-2006

A.B.2006, no. 5

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

EILANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN VAN 28 juli 2006, no. 1 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bezoldiging van ambtenaren in dienst van het eilandgebied Bonaire (Bezoldigingsregeling Bonaire 2005)

Hoofdstuk l Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit eilandsbesluit wordt verstaan onder:

a.landsverordening:de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (P.B, 1964, no.159);
b.wijzigingslandsverordening:de landsverordening van de 23stedecember 1997 (P.B. 1997, no. 310) tot wijziging van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (P.B. 1964, no, 159) in verband met de invoering van een nieuw bezoldigings- en beoordelingsstelsel, de eliminering van bepalingen waarin nog van een onderscheid tussen gehuwde en ongehuwde ambtenaren wordt uitgegaan, en de uitbreiding van de bevoegdheid tot het opleggen van disciplinaire straffen van zekere functionarissen (P.B. 1997, no.310);
c.ambtenaar:de ambtenaar in dienst van het eilandgebied Bonaire, wiens bezoldiging niet bij afzonderlijke wettelijke regeling is geregeld;
d.functie:het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar in zijn ambt te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen door of namens het bevoegde gezag uitdrukkelijk of impliciet is opgedragen;
e.bezoldigingsschaal:een als zodanig in de bij dit eilandsbesluit behorende bijlage vermelde reeks genummerde bedragen;
f.bezoldiging: het over een kalendermaand berekende loon van een ambtenaar voor het vervullen van zijn functie, met inachtneming van de bepalingen van dit eilandsbesluit aan de hand van een bezoldigingsschaal vastgesteld;
g.bezoldigingstrede:elk afzonderlijk binnen een bezoldigingsschaal opgenomen bezoldigingsbedrag, voorzien van een al dan niet door de letter U (=uitloop) voorafgegaan volgnummer of van de aanduiding GT (=garantietrede);
h.maximumbezoldiging:het bedrag behorende bij de hoogste bezoldigingstrede van een bezoldigingsschaal, waarvan de volgnummeraanduiding uitsluitend uit een getal bestaat;
i.toelageeen één- of meermalige toeslag op de bezoldiging in meerdering en tezamen met de bezoldiging betaalbaar gesteld;
j.consignatie:een tijdruimte tussen twee elkaar opeenvolgende diensten of tijdens een pauze, waarin de werknemer verplicht is bereikbaar te zijn om in geval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten.

Artikel 2

  • 1. De bezoldiging en eventuele daarmede verbonden toelagen worden maandelijks uiterlijk op de voorlaatste werkdag van de maand waarop de betaling betrekking heeft uitbetaald.

  • 2. Wanneer de bezoldiging of een toelage moet worden uitbetaald over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het uit te betalen bedrag berekend door het voor een maand vastgesteld bedrag te vermenigvuldigen met het aantal dagen gedurende welke de betrokken ambtenaar in die kalendermaand in dienst is geweest, en het product te delen door dertig.

  • 3. Van het bepaalde in het eerste en tweede lid kan worden afgeweken, ingeval daartoe naar het oordeel van het bevoegde gezag op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding bestaat.

Hoofdstuk II Bepalingen betreffende de bezoldiging

Artikel 3

  • 1. Bij de indiensttreding of bij de overgang naar een andere functie wordt de op de ambtenaar toepasselijke bezoldigingsschaal vastgesteld met inachtneming van de aard en het niveau van de functie waarmede de ambtenaar wordt belast.

  • 2. De aard en het niveau van de functie worden bepaald aan de hand van functiebeschrijvingen en functieniveaukarakteristieken, welke deel uitmaken van een bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen vast te stellen functiewaarderingssysteem.

  • 3. Van het eerste lid kan worden afgeweken, indien het gebrek aan ervaring met betrekking tot de arbeid die de betrokkene in de functie moet verrichten de verwachting aannemelijk maakt dat zijn wijze van functioneren zich tegen de toepassing van dit artikellid vooralsnog verzet. In dit geval kan de bezoldigingsschaal vastgesteld worden en gedurende een tijdvak van ten hoogste drie jaren bepaald blijven op ten hoogste twee bezoldigingsschalen beneden de schaal die met toepassing van het eerste lid in aanmerking zou komen. Indien het functioneren van de ambtenaar aan het einde van het genoemde tijdvak de toepassing van het eerste lid nog niet toelaat, wordt hij geplaatst in een functie waarvan de aard en het niveau in overeenstemming is met de schaal volgens welke hij bezoldigd wordt of wordt hem ontslag aangezegd.

  • 4. Anders dan bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in hoofdstuk VIII van de landsverordening kan, tenzij ontslag voorafgegaan is, voor een ambtenaar geen bezoldiging worden vastgesteld in een bezoldigingsschaal welke een lagere maximumbezoldiging bevat dan die in de schaal volgens welke hij bezoldigd wordt.

Artikel 4

  • 1. De ambtenaar die, anders dan bij wijze van overwerk als bedoeld in artikel 27 van de landsverordening, dienst verricht tussen 18.00 uur en 06.00 uur ontvangt voor elk door hem binnen de genoemde tijd gewerkt vol uur een toelage van f 0,50. Het bedrag van deze toelage kan door het bevoegde gezag worden gewijzigd, indien een voor ambtenaren algemeen geldende wijziging in de bezoldiging daartoe aanleiding geeft.

  • 2. Een gewerkte tijd van vijftien minuten of meer, doch korter dan van één uur, wordt voor de toepassing van het eerste lid als een vol uur aangemerkt.

  • 3. In afwijking van het eerste lid ontvangt de ambtenaar die ingevolge het voor hem geldende werkrooster avond- of nachtdienst, dienst op zon- of feestdagen of een combinatie van deze vormen van dienst moet verrichten en die niet in het genot is van enige andere ingevolge een algemene verordening aan hem toegekende compensatie daarvoor, de in dat lid bedoelde toelage ook in geval van overwerk, verricht tussen 18.00 uur en 06.00 uur.

Artikel 5

  • 1. Indien de ambtenaar anders dan bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in hoofdstuk VIII van de landsverordening, wordt belast met een andere functie, als gevolg waarvan zijn bezoldiging op grond van de overige bepalingen van dit eilandsbesluit een verlaging zou moeten ondergaan, zonder dat ontslag voorafgegaan is, wordt zijn bezoldiging niet verlaagd.

  • 2. Indien de ambtenaar bij wijze van waarneming als bedoeld in artikel 26 van de landsverordening, tijdelijk met een andere functie wordt belast, blijft de voordien voor hem geldende bezoldigingsschaal van toepassing.

Artikel 6

  • 1. De bezoldiging van de ambtenaar wordt verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de naast hogere bezoldigingstrede in de voor de ambtenaar geldende schaal, indien hij volgens de formele beoordeling van het bevoegde gezag, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de landsverordening, zijn functie naar behoren vervult. Deze beoordeling vindt voor iedere ambtenaar ten laatste een jaar na zijn indiensttreding of overgang naar een andere functie en vervolgens ten minste aan het einde van elk kalenderjaar plaats.

  • 2. De bezoldiging van de ambtenaar kan worden verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de eerste bezoldigingstrede volgend op de naast hogere bezoldigingstrede in de voor de ambtenaar geldende schaal, indien hij volgens de formele beoordeling van het bevoegde gezag, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de landsverordening, zijn functie zeer goed of uitstekend verricht.

  • 3. Vervult de ambtenaar zijn functie naar het oordeel van het bevoegde gezag niet naar behoren, dan wordt zijn bezoldiging niet verhoogd.

  • 4. De in het eerste en tweede lid bedoelde verhogingen van de bezoldiging worden met ingang van 1 januari van een jaar toegekend, zolang de ambtenaar de maximumbezoldiging van de voor hem geldende bezoldigingsschaal nog niet heeft bereikt, doch voor de eerste maal niet eerder dan zes maanden na zijn aanstelling als ambtenaar.

  • 5. Voor de ambtenaar die volgens een der bezoldigingsschalen 1 tot en met 6 wordt bezoldigd en die de maximumbezoldiging in de voor hem geldende schaal heeft bereikt, wordt, indien hij naar het oordeel van het bevoegde gezag, neergelegd in een formele beoordeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de landsverordening, zijn functie zeer goed vervult, de bezoldiging na verloop van telkens twee jaren verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de naast hogere bezoldigingstrede in de bezoldigingsschaal voorafgegaan door de letter U.

  • 6. Voor de ambtenaar:

    • a.

      die in dienst was op de dag voorafgaand aan die waarop dit eilandsbesluit in werking treedt, en

    • b.

      die bezoldigd wordt volgens een der bezoldigingsschalen 1 tot en met 9, en

    • c.

      die de maximumbezoldiging dan wel de hoogste bezoldigingstrede voorafgegaan door de letter U in de voor hem geldende schaal heeft bereikt,wordt indien hij volgens de formele beoordeling van het bevoegde gezag, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de landsverordening, zijn functie zeer goed vervult de bezoldiging na verloop van telkens twee jaren verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de naast hogere bezoldigingstrede in de bezoldigingsschaal voorafgegaan door de letters GT.

Artikel 7

De bezoldiging van de ambtenaar met een onvolledige werktijd wordt vastgesteld op een evenredig deel van de op hem toepasselijke bezoldiging bij een volledige werktijd.

Artikel 8

Ingeval de ambtenaar bevorderd wordt naar een functie waaraan een bezoldigingsschaal is verbonden die een hogere maximumbezoldiging bevat dan die welke voorkomt in de schaal volgens welke hij tot dusver is bezoldigd, wordt hem de bezoldigingstrede in de nieuwe schaal toegekend waarvan het bedrag procentueel ten minste zoveel hoger is dan dat van de hem laatstelijk toekomende bezoldigingstrede in de oude schaal, als in die oude schaal het procentuele verschil tussen twee bezoldigingstreden uitmaakt.

Hoofdstuk III Toelagen

Artikel 9

  • 1. Aan de ambtenaar aan wie zodanige eisen gesteld worden, dat zijn positie of taak een bijzonder karakter draagt, kan het bevoegde gezag een in ieder afzonderlijk geval vast te stellen toelage toekennen.

  • 2. De toelage wordt bepaald op ten hoogste vijfentwintig procent (25%) van de bezoldiging van de betrokken ambtenaar, en wordt tezamen met deze betaalbaar gesteld.

  • 3. De toelage bedoeld in het eerste lid wordt voor maximaal twee jaren toegekend. De toelage kan, na evaluatie, telkenmale met maximaal twee jaren worden verlengd.

Artikel 9A

  • 1. Het is verboden consignatie op te leggen aan ambtenaren jonger dan 18 jaar.

  • 2. Het bevoegde gezag deelt de arbeid zo in, dat:

    • a.

      per vier weken gedurende tenminste 14 aaneengesloten dagen geen consignatie aan de ambtenaar wordt opgelegd;

    • b.

      geen consignatie wordt opgelegd op de dag of dagen waarop arbeid in nachtdienst wordt verricht.

  • 3. De arbeidsduur bedraagt over een periode van 13 weken berekend niet meer dan 40 uur per week, indien de consignatie ook de periode tussen 0.00 uur en 06.00 uur bestrijkt.

  • 4. Als arbeidstijd geldt tijdens de consignatie de werkelijk als gevolg van een oproep gewerkte tijd, met dien verstande dat de arbeid als gevolg van één oproep of meerdere oproepen binnen een halfuur geacht wordt tenminste een halfuur te duren. Indien na beëindiging van de arbeid als gevolg van een oproep binnen een halfuur weer een oproep volgt, geldt die tussenliggende periode ook als arbeidstijd.

  • 5. De arbeid, die voortvloeit uit de consignatie, telt niet mee voor de berekening van de totale arbeidsduur van de ambtenaar.

  • 6. Op de arbeid, die voortvloeit uit de consignatie, zijn de bepalingen betreffende rusttijden en pauze niet van toepassing.

  • 7. De arbeid, die gedurende consignatie wordt verricht, is overwerk, waarvan de beloning geschiedt conform artikel 27 van de landsverordening.

  • 8. De ambtenaar, aan wie consignatie is opgelegd, ontvangt, onverminderd het achtste [bedoeld zal zijn: zevende] lid en ongeacht of er daadwerkelijk oproepen zijn gedaan of arbeid als gevolg van een oproep is verricht, per dag, waarop die consignatie wordt opgelegd, een toeslag van één percent van zijn bruto maandloon.

  • 9. Onder bruto maandloon als bedoeld in het voorgaande lid dient te worden verstaan de maandbezoldiging verhoogd met eventuele kindertoelage.

  • 10. Het bevoegd gezag kan het opleggen van consignatiedienst aan één of meer ambtenaren verbieden, dan wel daaraan nadere voorwaarden te verbinden of beperkingen te stellen indien hem dat met het oog op de gezondheid of het welzijn van de betrokken ambtenaar of ambtenaren wenselijk voorkomt.

Hoofdstuk IV De gratificatie

Artikel 10

De gratificatie, bedoeld in artikel 75 van de landsverordening, bedraagt ten hoogste acht en een derde (8?) % van de over een jaar berekende bezoldiging van de betrokken ambtenaar.

Hoofdstuk V Administratief beroep

Artikel 11

  • 1. De ambtenaar kan binnen een maand nadat hij van de beslissing inzake de vaststelling van een bezoldiging of inzake de toekenning van een verhoging, toelage, gratificatie of andere beloning, en van de weigering om hem een verhoging, toelage, gratificatie of andere beloning toe te kennen in kennis is gesteld of nadat hij geacht kan worden op een andere wijze daarmee bekend te zijn geworden, zijn bezwaren ertegen aan het bevoegde gezag kenbaar maken door de indiening van een bezwaarschrift.

  • 2. Het bezwaarschrift wordt door de ambtenaar of namens hem door een gemachtigde ondertekend. Indien het bezwaarschrift door een gemachtigde is getekend, worden stukken welke naar aanleiding ervan door het bevoegde gezag tot de ambtenaar worden gericht aan deze gemachtigde of in elk geval mede aan deze toegezonden.

  • 3. De indiening van een bezwaarschrift schorst niet de uitvoering van de beslissing waartegen bezwaar wordt gemaakt.

  • 4. De ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld over zijn bezwaren te worden gehoord door een commissie die het bevoegde gezag daartoe instelt; de meerderheid van degenen die aangewezen zijn zitting te nemen in de commissie, mogen niet bij de totstandkoming van de beslissing of weigering waartegen het bezwaar is ingebracht betrokken zijn geweest. De ambtenaar kan tijdens de zitting waarin hij gehoord wordt gebruik maken van de diensten van een raadsman.

Artikel 12

  • 1. Het bevoegde gezag deelt aan de ambtenaar zijn beslissing op het door deze ingediende bezwaar zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand na de ontvangst van het bezwaarschrift of, indien een gehoor heeft plaatsgevonden, na de datum van dat gehoor, mede. Het tijdvak van een maand kan door het bevoegde gezag bij gemotiveerde beschikking eenmaal met ten hoogste een maand worden verlengd.

  • 2. De mededeling omtrent de beslissing bevat de overwegingen waarop deze steunt en, indien het bezwaar geheel of gedeeltelijk ontvankelijk is gebleken, de wijziging van de oorspronkelijke beslissing of weigering waartoe een heroverweging op grond van deze ontvankelijkheid het bevoegde gezag heeft geleid.

  • 3. De beslissing op het bezwaar is een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (P.B.1951, no.134). Indien met deze beslissing niet of niet geheel aan het bezwaar van de ambtenaar wordt tegemoetgekomen, wordt hem in de mededeling, bedoeld in het tweede lid, tevens medegedeeld dat hij bij het gerecht in ambtenarenzaken in beroep kan komen en de termijn waarbinnen dit dient te geschieden.

Hoofdstuk VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13

Indien en voor zover het bepaalde in artikel 3, eerste en tweede lid, van dit eilandsbesluit op het tijdstip van inwerkingtreding niet kan worden toegepast, wordt in geval van indiensttreding of overgang naar een nieuwe functie de op de ambtenaar toepasselijke bezoldigingsschaal zoveel mogelijk vastgesteld op de wijze waarop dit bij toepassing van de Bezoldigingsregeling Bonaire (A.B. 1992, no.21) zou zijn geschied in samenhang met de voorschriften van artikel 24 van de landsverordening, zoals dit artikel luidde voordat de wijzigingslandsverordening, waarbij dit artikel vervallen verklaard is, in werking is getreden.

Artikel 14

  • 1. Indien en voor zover het bepaalde in artikel 3, eerste en tweede lid, van dit eilandsbesluit op het tijdstip van inwerkingtreding niet kan worden toegepast, wordt aan de ambtenaar die op de dag voorafgaand aan die waarop dit eilandsbesluit in werking treedt reeds in dezelfde functie in dienst is, met ingang van de laatstbedoelde dag de bezoldigingsschaal toegewezen met hetzelfde volgnummer als die welke krachtens de Bezoldigingsregeling Bonaire (A.B. 1992, no.21) laatstelijk op hem toepasselijk was.

  • 2. De bezoldiging van de in het eerste lid bedoelde ambtenaar wordt met ingang van de dag waarop dit eilandsbesluit in werking treedt vastgesteld op het bij een bezoldigingstrede in de ingevolge het eerste of derde lid van artikel 3 of het eerste lid van dit artikel bepaalde schaal behorende bedrag dat gelijk is aan de bezoldiging die laatstelijk op hem toepasselijk was. Indien een gelijk bedrag in de schaal ontbreekt, geldt als bezoldiging het naast hogere bedrag in die schaal.

  • 3. In afwachting van de verzelfstandiging van de huisartsen werkzaam binnen het eilandgebied Bonaire, zal de ambtenaar die een functie als geneeskundige bekleedt met ingang van de dag waarop dit eilandsbesluit in werking treedt worden bezoldigd conform schaal 9 van dit eilandsbesluit. Indien een gelijk bedrag in de schaal ontbreekt, geldt als bezoldiging het naast hogere bedrag in die schaal.

  • 4. De ambtenaar die op de dag voorafgaand aan die waarop dit eilandsbesluit in werking treedt is bezoldigd conform schaal 11Aof 11B van de Bezoldigingsregeling Bonaire (A.B. 1992, no.21)zal met ingang van de dag waarop dit eilandsbesluit in werking treedt worden bezoldigd conform schaal 12 van dit eilandsbesluit.

Artikel 15

Een toelage welke op grond van artikel 25 van de landsverordening, zoals dit artikel luidde voordat het bij de wijzigingslandsverordening, waarbij het laatstgenoemde artikel vervallen verklaard is, in werking is getreden, wordt met ingang van de dag waarop dit eilandsbesluit in werking treedt geacht te zijn toegekend op grond van artikel 9 van dit eilandsbesluit.

Artikel 16

  • 1. Van de ambtenaar wiens bezoldiging een bedrag vormde dat hoger was dan dat van de maximumbezoldiging in de bezoldigingsschaal welke overeenkomstig die bepalingen voor hem wordt vastgesteld wordt de bezoldiging gesteld op de in die schaal voorkomende, van de letter U of de aanduiding GT voorziene bezoldigingstrede waarvan het bedrag gelijk is aan of het naast hogere is van dat van de eerstbedoelde bezoldiging.

  • 2. In het geval bedoeld in het eerste lid wordt een op de betrokkene toegekende bezoldigingstrede nog volgende, van de letter U of de aanduiding GT voorziene bezoldigingstrede na verloop van telkens twee jaren toegekend, mits aan de voorschriften van de landsverordening en van dit eilandsbesluit inzake de toekenning van hogere bezoldigingstreden is voldaan. De eerste verhoging vindt niet vóór 1 januari 2007 plaats.

  • 3. Op de ambtenaar die ingevolge het eerste en het tweede lid van dit artikel een bezoldiging geniet welke van de letter U of de aanduiding GT is voorzien is de eerste volzin van het zesde lid van artikel 24 van de landsverordening, zoals dit artikel luidde voordat de wijzigingslandsverordening, waarbij het vervallen verklaard is in werking is getreden, van toepassing.

  • 4. Voor de ambtenaar die met toepassing van het derde lid van dit artikel bevorderd is, zijn de van de aanduiding GT voorziene bezoldigingstreden niet beschikbaar, tenzij in de nieuwe schaal op geen andere wijze het bedrag van de bezoldiging waarop hij aanspraak heeft, gevonden kan worden.

Artikel 17

Indien en voor zover het bepaalde in artikel 6, eerste lid, van dit eilandsbesluit nog niet kan worden uitgevoerd, wordt de toekenning van een volgende bezoldigingstrede in de schaal volgens welke de ambtenaar bezoldigd wordt uitgevoerd op de wijze als in de artikelen 18 en 24 van de landsverordening, zoals deze luidden voordat de wijzigingslandsverordening, waarbij zij vervallen zijn verklaard, in werking is getreden, voor de toekenning van periodieken was voorgeschreven. Alle verhogingen vinden alsdan, gerekend vanaf het tijdstip waarop voor de betrokken ambtenaar een bezoldigingstrede is vastgesteld, jaarlijks plaats.

Artikel 18

Binnen zes maanden na de dag van inwerkingtreding van dit eilandsbesluit wordt de ambtenaar in kennis gesteld van de bezoldigingsschaal, de bezoldigingstrede en de bezoldiging welke voor hem gelden.

Artikel 19

  • 1. Dit eilandsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na afkondiging en werkt terug tot en met 1 januari 2005, met uitzondering van artikel 6, tweede lid, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2007.

  • 2. De Bezoldigingsregeling Bonaire (A.B.1992, no.21) wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2005.

  • 3. Dit eilandsbesluit kan worden aangehaald als Bezoldigingsregeling Bonaire 2005.

    BEZOLDIGINGSREGELING BONAIRE 2005 (per1 januari 2010)

    trede  trede  trede  trede  trede  trede  trede  trede  trede  
    113401137611534119571230512499130221355813859
    213762141521576220112236822568231062365523965
    314153145231619320683243432639331923375534075
    414524149241665421234249942713432784385944185
    514925153451710521855256852786533705396554300
    615346157661757622436263962863634616407564418
    715767161971806723057271372941735587418574540
    816198166581855823688278683022836558430084666
    916659171091906924349286393106937559441894796
    U111710101757101957U112499U112941103192103859104540104926
    U131757111806112011U132568U133022113278113965114666115061
    U151806U131855U132068U152639U153106U133370GT134075GT134855GT135275
    GT171835U151906U152123GT172770GT173220U153461GT154280  
    GT191910U171957U172185GT192920GT193400U173558GT174435
     GT191980GT192285  GT193740  
    GT212140GT212430GT213895
    GT232285GT232545  
                 
    trede  trede  trede  trede  trede  trede  trede  trede  
    1454015200157971663917402182481894919705
    2466625344259572682027604284762919329973
    34796354903612237008378133870939446310247
    44926456424628847203480274894949705410529
    55061557975646057402582485919359973510819
    652006595766639676046847669446610247611115
    753447612276820778137870979705710529711422
    854908628887008880278894989973810819811736
    9564296460972039824899193910247911115912057
    105797