Organisatie | Capelle aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening vouchers bewonersinitiatieven gemeente Capelle aan den IJssel 2011 |
Citeertitel | Verordening vouchers bewonersinitiatieven gemeente Capelle aan den IJssel 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
1.Geen.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-03-2011 | nieuwe regeling | 21-03-2011 IJssel- en Lekstreek van 30-03-2011 | Verzameling 2011, nummer 189672 |
De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Wonen, Wijken en Integratie valt hieronder) het van belang acht dat bewoners van wijken die met problemen kampen de gelegenheid krijgen om met initiatieven te komen om de leefbaarheid van hun wijk te verbeteren;
dat het ministerie daartoe in 2010 ten behoeve van de 40+ gemeenten een subsidie heeft toegekend aan de gemeente Capelle aan den IJssel; en dat het voor de gemeente noodzakelijk is om regels te stellen voor de verstrekking van vouchers aan bewoners;
vast te stellen de volgende Verordening vouchers bewonersinitiatieven gemeente
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:
a.voucher: subsidie in de vorm van een of meer waardebonnen van maximaal € 5.000,--
(per voucher), waarmee bewoners van een aangewezen wijk diensten en producten kunnen inkopen om hun initiatief uit te voeren;
regiegroep vouchers: een door het college ingestelde groep bewoners uit de wijk waar het vouchersysteem zal worden uitgevoerd, die bindend advies geven aan het college over het toekennen van vouchers aan bewoners (groepen) die een initiatief indienen. De regiegroep vouchers wordt ondersteund door woningbouwcorporatie, professionals en de gemeente;
wijken: buurten en/of (gedeelten van een) wijk waarin leefbaarheidsproblemen zijn op verschillende gebieden (wonen, veiligheid, sociale cohesie, armoede, participatie, integratie, opvoeding, et cetera), deze problemen zijn zo substantieel van aard dat er mogelijkheden zijn bij het rijk en/of andere instanties om subsidie te verkrijgen voor het aanpakken van deze problematiek.
Artikel 5 Verstrekking vouchers
1.Het college beslist binnen acht weken na de ontvangst van een aanvraag tot maximaal
€ 5.000,-- over het verstrekken van de vouchers.
2.Indien de aanvraag voldoet aan de eisen van deze verordening, verstrekt het college,
zonder wijkraadpleging, een voucher voor het bedrag dat nodig is voor uitvoering van het initiatief.
Het verstrekken van vouchers kan worden geweigerd, indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
Toelichting op de Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven
De gemeente Capelle aan den IJssel heeft een subsidie ontvangen van € 100.000,-- om in de ‘Buurten met Uitzicht’ (Hoeken, Hoven en de Wiekslag) bewonersinitiatieven te ondersteunen in
2011-2012. In het wijkactieplan ‘Buurten met Uitzicht’ is ook een bedrag van € 52.500,-- gereserveerd voor bewonersinitiatieven. Com•wonen heeft aangegeven ook € 52.500,-- beschikbaar te stellen voor de twee jaar hierna. In 2012 zal afhankelijk van het gebleken succes worden gekeken of met het vouchersysteem de doelstellingen voldoende behaald wordt. Afhankelijk hiervan zal het vouchersysteem worden doorgezet in 2013-2014. Bij gebleken succes zal het totale beschikbare bedrag op € 205.000,-- uitkomen voor de jaren 2011-2014. Dit biedt de bewoners van deze wijken,
die met problemen kampen, de gelegenheid met initiatieven te komen om de leefbaarheid in hun wijk te verbeteren en de sociale cohesie te versterken. Deze initiatieven zullen worden gefinancierd door de uitgifte van vouchers (waardebonnen) die bij de gemeente kunnen worden ingediend om de producten en diensten ter uitvoering van de initiatieven te bekostigen.
Om er zeker van te zijn dat de bewonersbudgetten bij de bewoners terecht komt, heeft de minister voor Wonen, Wijken en Integratie (WWI) aan de Tweede Kamer toegezegd dat er een modelverordening wordt ontwikkeld voor de G31-gemeenten en de andere gemeenten die rijkssubsidie ontvangen in het kader van het Budget 40+ wijken, 1e en 2e tranche, voor de implementatie van het vouchersysteem.
De contouren van het vouchersysteem zijn opgezet door het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA). Dit systeem geeft bewoners zeggenschap over de keuze, de financiering en de uitvoering van hun initiatief. Het gaat hierbij nadrukkelijk om initiatieven van onderop, van de bewoners zelf.
De modelverordening is aan de hand van bovenstaande beleidslijnen en voorbeelden van subsidieverordeningen en regels voor wijkbudgetten opgesteld in samenspraak met het
Directoraat-Generaal WWI, het LSA, de Woonbond en een representatieve vertegenwoordiging van de G31-gemeenten. De Verordening vouchers bewonersinitiatieven is gebaseerd op deze modelverordening.
In aanvulling op de algemene toelichting zijn hieronder, voor zover nodig, de onderdelen van de verordening artikelsgewijs toegelicht.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Een voucher is een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De algemene bepalingen van de Awb zijn hierop van toepassing. In aanvulling daarop zijn de specifieke bepalingen van deze verordening op de voucher van toepassing.
Vouchers zijn waardebonnen met een tegenwaarde van maximaal € 5.000,-- per stuk.
Indien gewenst, kan deze tegenwaarde ook lager zijn, afhankelijk van het gevraagde bedrag. Voor een initiatief kunnen ook meerdere vouchers worden ingezet. De vouchers kunnen alleen bij de gemeente worden ingewisseld.
De voucherregeling is bedoeld voor alle initiatieven die de leefbaarheid van de wijk, buurt of straat vergroten. Vele initiatieven zijn denkbaar: verbeteren van de veiligheid van een plein of park, project voor jongeren die werkloos zijn, maatregelen om overlast van jongeren terug te dringen, speelplekken, hangplekken, buurtkrant, website van de wijk, wijkfeest, sportdag, bekostigen beplanting en bloembakken, presentjes voor nieuwe bewoners in de wijk,
opstellen leefregels buurt, inhuren van onafhankelijke bewonersondersteuning voor bijvoorbeeld woonwensonderzoek, second opinion bij sloop of renovatie en nieuwe manieren om alle bewoners bij de wijk te betrekken.
De voucherregeling kan niet worden benut voor puur individuele projecten als het opknappen van een woonhuis van een bewoner. Zie in dit verband de weigeringsgrond van artikel 7, onderdeel d.
De aanvrager of initiatiefnemer is altijd een individuele bewoner of een groep van bewoners uit een door het college aangewezen wijk.
Als het gaat om een groep bewoners, is de organisatievorm daarvan niet van belang, wel de doelstelling van deze groep. Het kan hierbij zowel om bestaande groepen of bewonersorganisaties gaan, als speciaal voor het initiatief opgerichte groepen.
De vouchers kunnen niet aan professionele instellingen of bedrijven worden gegeven.
De doelstelling van de initiatiefnemer, individuele bewoner of bewonersgroep, moet zijn de leefbaarheid van de bewoners van de wijk te verbeteren. Deze doelstelling hoeft niet formeel te zijn vastgelegd, maar kan bijvoorbeeld blijken uit het voorgedragen projectplan.
d. De regiegroep vouchers kan een bestaande organisatie van bewoners zijn dan wel een voor de uitvoering van het vouchersysteem gevormde groep, bestaande uit een afvaardiging van voor de wijk relevante groepen uit bijvoorbeeld het verenigingsleven (sportverenigingen, ouderverenigingen, culturele en etnisch georiënteerde verenigingen, buurt- en straatgroepen, jongerengroepen, huurdersorganisaties enzovoorts). Wijkbetrokken professionals of woningbouwcorporaties kunnen gevraagd worden een bijdrage te leveren aan het stimuleren en ondersteunen van de regiegroep. In het geval van het beschikbaar stellen van een gemeentelijke functionaris (ambtenaar) door het college kan deze voor de regiegroep ook als vraagbaak en intermediair fungeren naar de gemeentelijke organisatie.
Het college is vrij in de keuze van de wijken.
Bij aanwijzing van meer dan een wijk is het college vrij in de verdeling van het bedrag van de beschikbare subsidie over de aangewezen wijken. Het toegekende bedrag kan dus per wijk verschillen.
Met dit artikel wordt voldaan aan artikel 4:25 van de Awb waarin is bepaald dat het subsidieplafond bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt vastgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat bij het indienen van meerdere initiatieven het maximale budget wordt overschreden.
Het subsidieplafond kan worden gelijkgesteld aan de hoogte van het beschikbare bedrag,
eventueel verminderd met de beheerskosten op grond van het derde lid. Het subsidieplafond wordt vastgesteld op €100.000,-- op kostenplaats 6201111 Bewonersinitiatieven 40+.
Gelet op het streven dat de regie van de initiatieven bij voorkeur bij de bewoners zelf komt te liggen, dient het college zich ervoor in te spannen om in de aangewezen wijk een regiegroep te zoeken dan wel te bevorderen dat een regiegroep wordt samengesteld. Als blijkt dat de bewoners van de wijk dit afwijzen of dit anderszins niet lukt, kan het college een ambtenaar mandateren om de regie voor het college te voeren. Deze zal dan op andere manieren moeten meten of er voldoende draagvlak is in de wijk voor een aanvraag. Ook zal deze dan namens het college de aanvraag beoordelen op genoemde voorwaarden in deze verordening, zie artikel 7.
Artikel 3 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de genoemde beschikbare middelen en het wijkactieplan ‘Buurten met Uitzicht’. Dit laat onverlet dat de algemene regels van de Awb ook van toepassing zijn. Zie ook de toelichting op artikel 1, onder a.
De gemeente kent een subsidieverordening Welzijn 2004 die voor alle subsidievormen op het gebied van welzijn geldt voor zover deze zijn opgenomen in het subsidieoverzicht. Om te voorkomen dat de subsidieverordening Welzijn 2004 ook op deze verordening van toepassing is, is het tweede lid opgenomen.
Het initiatief moet al een redelijk uitgewerkt plan zijn. Daarom zijn onder a tot en met d een aantal verplichte indieningsvereisten opgenomen als omschrijving, uitvoering, planning en kostenraming van het initiatief. Zie voor de mogelijke vormen van initiatieven de toelichting op artikel 1, onderdeel b.
Indien het initiatief niet voldoet aan de indieningsvereisten van het tweede lid, kan het college of de regiegroep om aanvulling vragen. Hierbij kan de initiatiefnemer ook actief door de regiegroep worden ondersteund om het initiatief goed uit te werken.
Artikel 5 Verstrekking vouchers
De vouchers worden door de gemeente verstrekt aan de initiatiefnemer (s). Initiatiefnemer (s) zijn individuele bewoners of een bewonersgroep. Indien sprake is van een individuele bewoner als initiatiefnemer, dan worden de vouchers op naam van deze individuele bewoner gezet.
Bij een bewonersgroep als initiatiefnemer zijn er twee mogelijkheden. Indien de groep rechtspersoonlijkheid heeft, worden de vouchers op naam van deze rechtspersoon gezet. Indien de groep geen rechtspersoonlijkheid heeft, worden de vouchers op naam van een natuurlijk persoon gezet, zijnde de contactpersoon van deze groep bewoners.
Het is van belang om een wijkraadpleging op korte termijn te organiseren. Dit is in de eerste plaats van belang om te voorkomen dat het enthousiasme waarmee het initiatief is ingediend, zou verdampen. In de tweede plaats geldt dat bij te lang uitblijven van de wijkraadpleging het subsidieplafond zou kunnen worden bereikt, doordat initiatieven tot € 5.000, - zonder wijkraadpleging kunnen worden gehonoreerd.
Het doel van een wijkraadpleging is om aan een grotere groep bewoners te vragen wat zij vinden van het initiatief omdat het bedrag substantieel is (meer dan € 5.000,--). Daarom is er een minimum aantal van 25 bewoners benodigd om de aanvraag in stemming te brengen. De regiegroep zal de uitkomst van deze stemming overnemen in zijn advies aan het college. Indien er onvoldoende bewoners aanwezig zijn is de regiegroep bevoegd zelf advies te geven aan het college, bij meerderheid van stemmen.
Een aanvraag kan ook gedeeltelijk worden ingewilligd en gedeeltelijk worden geweigerd.
De weigering van een aanvraag om een voucher dient door de gemeente uiteraard gemotiveerd te worden met vermelding van de weigeringsgrond.
Beheer en onderhoud van fysieke verbeteringen van de leefomgeving (zoals kinderspeelplaatsen en hangplekken) is noodzakelijk om verloedering tegen te gaan. Vaak is het beheer en onderhoud echter een struikelblok bij het verwezenlijken van goede initiatieven. Het is daarom van belang dat in de aanvraag (het initiatief) wordt aangegeven hoe het beheer en onderhoud is gewaarborgd.
De initiatiefnemers kunnen hiervoor zelf borg staan, de gemeente kan beslissen om het beheer en onderhoud op zich te nemen of een derde partij, zoals een corporatie of commercieel bedrijf,
kan hierin een rol spelen. Een combinatie van deze opties is uiteraard ook mogelijk.
Artikel 8 Verplichtingen college en regiegroep
De informatieplicht van het eerste en tweede lid is bedoeld om draagvlak en betrokkenheid van de bewoners van de wijk, buurt of straat te waarborgen. Het initiatief is nadrukkelijk bedoeld voor het collectief belang van de wijk, buurt of straat. Er zal gebruik worden gemaakt van huis aan huis bladen, wijkwebsite, wijkkrant en brieven. In het derde lid is uitdrukkelijk opgenomen dat de regiegroep verantwoordelijk is voor het creëren van draagvlak voor het vouchersysteem.
Deze bepaling maakt ook duidelijk dat de regiegroep een procesrol heeft in het stimuleren van bewoners om met initiatieven te komen, het voorleggen van deze initiatieven in een wijkraadpleging en het terugkoppelen van de resultaten van deze initiatieven aan de wijk.
Artikel 9 Verplichtingen van de initiatiefnemer
In het derde lid is uitdrukkelijk opgenomen dat de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het creëren van draagvlak onder de bewoners indien de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt.
De doelgroep van het initiatief is immers in de regel groter dan alleen de initiatiefnemer(s).
Artikel 10 Wijze van besteding van de vouchers
Het is belangrijk om de wijze van uitbetaling van vouchers simpel, overzichtelijk en zonder teveel administratieve rompslomp in te vullen daarom is er gekozen om bij bedragen onder de € 500,-- het mogelijk te maken dat de initiatiefnemer de voucher in te wisselen voor contanten.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De datum van inwerkingtreding van de verordening is de dag na bekendmaking.