HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
wet: Algemene wet bestuursrecht;
- b.
verordening: Algemene subsidieverordening Assen 2010;
- c.
gemeente: gemeente Assen;
- d.
raad: gemeenteraad van Assen;
- e.
college: college van burgemeester en wethouders van Assen;
- f.
subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van
de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
- g.
subsidieregeling: krachtens de verordening vastgestelde regeling
met voorschriften voor de verstrekking van subsidie die
betrekking heeft op één of meer beleidsvelden;
- h.
meerjarensubsidie: subsidie voor activiteiten, die een jaar tot
maximaal vier jaar voortduren;
- i.
eenmalige subsidie: subsidie voor eenmalige, niet structurele of
niet regelmatig terugkerende activiteiten die niet tot de
reguliere bezigheden van de aanvrager behoren;
- j.
subsidieplafond: een door de raad bij vaststelling of wijziging
van de begroting toegewezen budget voor subsidie;
- k.
subsidietijdvak: het tijdvak, waarvoor de gemeente subsidie
verleent.
Artikel 2 Reikwijdte
Deze verordening is van toepassing op subsidie die de gemeente
verstrekt, tenzij artikel 4:23 van de wet van toepassing is.
Artikel 3 Grondslag subsidieverstrekking
De gemeente verstrekt subsidie voor activiteiten die in overeenstemming
zijn met:
- a.
de kaders die de raad heeft vastgesteld in zijn begroting,
of
- b.
het op basis van deze kaders vastgestelde gemeentelijk
beleid.
Artikel 4 Subsidieontvanger
- 1.
De gemeente verstrekt subsidie aan rechtspersonen.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan de gemeente subsidie
verstrekken aan een natuurlijke persoon, een groep van
natuurlijke personen of een instelling zonder
rechtspersoonlijkheid indien zij van oordeel is, dat de
doelmatigheid van de verstrekking zich hiertegen niet
verzet.
Artikel 5 Subsidieregeling
- 1.
Een subsidieregeling bevat ten minste voorschriften met
betrekking tot:
- a.
de omschrijving van activiteiten waarvoor de gemeente
subsidie verstrekt;
- b.
de verdeelsleutel van de subsidieplafonds;
- c.
de criteria waaraan de gemeente subsidieaanvragen
toetst; en
- d.
de vorm van verstrekking van de subsidie door:
- -
het gelijktijdig verlenen en vaststellen in één
beschikking; of
- -
het achtereenvolgens verlenen en vaststellen bij
afzonderlijke beschikkingen.
- 2.
Een subsidieregeling kan voorschriften bevatten met betrekking
tot:
- a.
termijnen voor het aanvragen en vaststellen van
subsidie, die van de verordening afwijken;
- b.
verplichtingen die de gemeente aan subsidie kan
verbinden of
- c.
de verplichting om gebruik te maken van een door de
gemeente beschikbaar gesteld formulier voor het
aanvragen van subsidie.
HOOFDSTUK 3 AANVRAAG, VASTSTELLEN, BETALING
Artikel 7 Aanvraag
- 1.
Een aanvraag om subsidie moet voor 1 mei van het jaar, dat
voorafgaat aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft zijn
ingediend, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.
- 2.
Een aanvraag om subsidie voor eenmalige activiteiten moet
uiterlijk 8 weken voor aanvang van de activiteit zijn ingediend,
tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.
- 3.
Het college kan van de in het eerste en tweede lid genoemde
termijnen afwijken.
- 4.
Bij de aanvraag overlegt de aanvrager ten minste:
- a.
- b.
een volledige aanvraag in de zin van de wet;
- c.
een gespecificeerde begroting van de activiteiten;
- d.
de jaarrekening van het kalenderjaar voorafgaand aan het
kalenderjaar waarin de subsidie wordt aangevraagd;
en
- e.
het college kan bij subsidieregeling voor de beoordeling
van de aanvraag andere stukken of informatie
vragen.
- 5.
Bij een eerste aanvraag overlegt de aanvrager daarnaast:
- a.
een exemplaar van de laatst vastgelegde statuten;
en
- b.
een beschrijving van de samenstelling van het bestuur,
een beschrijving van de organisatiestructuur en
werkwijze.
Artikel 8 Beslistermijn
- 1.
Tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald beslist het
college:
- a.
binnen 8 weken op een aanvraag;
- b.
voor 31 december voorafgaand aan het jaar waarop de
aanvraag betrekking heeft op een aanvraag als bedoeld in
artikel 7, eerste lid.
- 2.
Het college kan de beslissing op een aanvraag met maximaal 4
weken verdagen.
Artikel 9 Voorschot
Het college kan bij beschikking een voorschot verlenen.
Artikel 10 Vaststelling
- 1.
Binnen 13 weken na afloop van de activiteiten of het tijdvak
waarvoor subsidie is verleend dient de subsidieontvanger een
aanvraag tot vaststelling in bij het college, tenzij bij
subsidieregeling anders is bepaald.
- 2.
Het college stelt de eenmalige subsidie binnen 6 weken vast
respectievelijk de meerjarensubsidie binnen 13 weken na
ontvangst van een aanvraag tot vaststelling, tenzij bij
subsidieregeling anders is bepaald.
- 3.
Bij een aanvraag om vaststelling van de subsidie toont de
aanvrager aan dat de activiteiten plaatsvonden en dat aan
verplichtingen, die de gemeente aan de subsidie verbond is
voldaan door toezending overlegging van een financieel en
inhoudelijk verslag overeenkomstig de indeling van de
aanvraag.
- 4.
Het college kan nadere gegevens vragen voor de beoordeling van
de aanvraag tot vaststelling.
Artikel 11 Ambtshalve vaststellen of vaststelling van rechtswege
- 1.
Indien de subsidieontvanger niet binnen de in artikel 10 van
deze verordening bedoelde termijn een aanvraag om
subsidievaststelling heeft ingediend, kan het college binnen zes
maanden, gerekend vanaf het verstrijken van deze
indieningstermijn, de subsidie ambtshalve vaststellen.
- 2.
Indien het college niet binnen de op grond van deze verordening
gestelde termijnen gebruik gemaakt heeft van haar bevoegdheid
tot het op aanvraag of ambtshalve vaststellen van een verleende
subsidie, wordt deze subsidie geacht van rechtswege
overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening te zijn
vastgesteld.
Artikel 12 Vervreemding
- 1.
Het is de subsidieontvanger niet toegestaan geld of goederen aan
derden om niet ter beschikking te stellen voor zover dit ten
laste van het subsidiebudget of met subsidiegelden verkregen
middelen gebeurt tenzij het college hiervoor uitdrukkelijk
toestemming geeft.
- 2.
Het college kan aan de toestemming als bedoeld in het eerste lid
voorwaarden verbinden.
HOOFDSTUK 4 VERANTWOORDING, HANDHAVING
Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
- 1.
De subsidieontvanger richt zijn administratie zo in dat op
eenvoudige wijze een overzicht kan worden verkregen van de
besteding van de subsidie in relatie tot de activiteit.
- 2.
De subsidieontvanger richt zijn administratie zo in dat
bovendien altijd een overzicht kan worden gekregen van de
activiteiten, schulden, bezittingen, eigen vermogen en
financiële resultaten.
- 3.
De subsidieontvanger heeft een actieve inlichtingenplicht voor
die zaken die van invloed zijn op de hoogte van de toe te kennen
subsidie en de daarvoor uit te voeren activiteiten.
Artikel 14 Nadere verplichtingen voor de subsidieontvanger
Het college kan de subsidieontvanger nadere verplichtingen opleggen als
genoemd in artikel 4:37 en 4:39 van de wet.
Artikel 15 Controle
- 1.
Het college kan controle uitoefenen op de rechtmatigheid van
gegevens die het van subsidieontvanger ontvangt.
- 2.
Het college draagt een accountant als bedoeld in artikel 393,
eerste lid, van het tweede boek van het Burgerlijk Wetboek de
controle op het gevoerde beheer en de financiële verantwoording
daarover tijdens een subsidietijdvak op.
- 3.
Het college kan aanvullend onderzoek (laten) verrichten naar de
rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van de
besteding van een toegekende subsidie.
- 4.
De subsidieontvanger verleent medewerking aan de controles en
onderzoeken op grond van deze verordening en verschaft de
toezichthouders de daarvoor benodigde toegang.
- 5.
Het college kan bij subsidieregeling bepalen, dat zij voor de
controle van bepaalde categorieën van subsidieontvangers of
subsidies van dit artikel afwijkt.
- 6.
Het college wijst één of meer toezichthouders aan die zijn
belast met het toezicht op de naleving van wettelijke
voorschriften, die op subsidieverstrekking door de gemeente van
toepassing zijn.
- 7.
Het college kan de accountant als bedoeld in het tweede lid
aanwijzen als toezichthouder voor zover zijn controle betrekking
heeft op subsidieverstrekking.
HOOFDSTUK 5 WEIGERING, INTREKKING
Artikel 16 Weigeringsgronden
- 1.
Naast de weigeringsgronden in de wet kan het college de
subsidieverstrekking weigeren als:
- a.
de subsidieverstrekking niet in overeenstemming is met het
beleid van de gemeente;
- b.
de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet in hoofdzaak
gericht is op inwoners van Assen of op de promotie van
Assen;
- c.
als blijkt dat de aanvrager zelf in de kosten van de activiteit
kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van
derden;
- d.
de doelstellingen of middelen van de aanvrager in strijd zijn
met de Nederlandse wetgeving of het algemeen belang;
- e.
dit voortvloeit uit een subsidieregeling of
- f.
dit leidt tot ongeoorloofde staatssteun.
- 2.
Voor toepassing van de weigeringsgrond van artikel 4:25 lid 2
van de wet zijn de budgetten die voor subsidies in de
gemeentebegroting zijn vastgesteld subsidieplafonds.
Artikel 17 Intrekking
Naast de in artikel 4:50 van de wet bedoelde gevallen kan de subsidie
ook worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd
op grond van de in artikel 16 genoemde gevallen.
HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN
Artikel 19 Hardheidsclausule
Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, als
toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende
aard.
Artikel 20 Overgangsregeling
- 1.
Besluiten die zijn genomen voor inwerkingtreding van deze
verordening blijven gehandhaafd.
- 2.
Tot het moment van inwerkingtreding van subsidieregelingen als
bedoeld in artikel 5 voor een beleidsveld blijven eerder
vastgestelde algemeen verbindende voorschriften van kracht.
Artikel 21 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt slechts in werking ten aanzien van
subsidieregelingen die het college vaststelt.
- 2.
Twee jaren na vaststelling van deze verordening wordt de
subsidieverordening gemeente Assen, vastgesteld op 22 maart
2007, ingetrokken.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel
treedt het bepaalde in artikel 1, aanhef en onder j over het
subsidieplafond in werking de dag na bekendmaking van deze
verordening.
- 4.
De bepalingen in verordeningen van de gemeente Assen die
voorzien in de vaststelling van een subsidieplafond, vervallen
met ingang van het tijdstip in het vorige lid genoemd.
Artikel 22 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Algemene subsidieverordening
gemeente Assen 2010”.