Organisatie | Voorschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verhaal WWB en WIJ 2011 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Beleidsregels verhaal WWB en WIJ 2011 |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-03-2011 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 15-03-2011 Groot Voorschoten, 31-03-2011 | B&w 1163 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten,
gelet op artikel 61 van de Wet Werk en Bijstand (WWB), artikel 57 van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) en artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
Artikel 1. Verhaal van bijstand
Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:
tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt en op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijk nakomt;
op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voor zover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;
Limitering van toepassing van verhaal geschiedt op 2 gronden:
Indien de duur van het huwelijk niet meer bedraagt dan vijf jaren en uit dit huwelijk geen kinderen zijn geboren, eindigt de verplichting tot levensonderhoud van rechtswege na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk en die aanvangt op de datum van inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand.
GEHEEL OF GEDEELTELIJK AFZIEN VAN HET NEMEN VAN EEN VERHAALSBESLUIT
Artikel 5. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
In afwijking van artikel 1 kunnen burgemeester en wethouders, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voorzover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:
redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen. De schuldenregeling moet tot stand worden gebracht door een door de NVVK (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet) erkend schuldhulpverleningsbureau. Het verzoek tot kwijtschelding moet namens de onderhoudsplichtige door dit bureau worden gedaan; en
Artikel 6. Inwerktreding besluit tot kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling als bedoeld in artikel 5 onder b tot stand is gekomen.
Artikel 7. Intrekking besluit tot kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:
Artikel 8. Beoordeling mate van onderhoudsplicht
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder a en b en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.
VERHALEN VAN RECHTERLIJKE UITSPRAAK BETREFFENDE LEVENSONDERHOUD
Artikel 10. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
Met inachtneming van het recht van de bijstandsclient om zelf de inning van alimentatie over te dragen aan het LBIO, vindt inning van alimentatieverplichtingen bij onderhoudsplichtigen, voor zover niet vrijwillig door deze onderhoudsplichtigen aan de betalingsverplichting wordt voldaan, plaats volgens artikel 10.
Artikel 11. Wijzigen door rechter vastgesteld bedrag
De gemeente verzoekt de rechter het verhaalsbedrag in afwijking van een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens boek 1 van het BW vast te stellen, indien de rechter:
Artikel 15. Vereenvoudigd derdenbeslag
Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter vastgestelde bijdrage voor levensonderhoud of de op verzoek van de gemeente vastgestelde bijdrage te voldoen, dan wordt die uitspraak ten uitvoer gelegd door middel van executoriaal beslag overenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het wetboek van rechtsvordering.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 8 maart 2011.
Secretaris Burgemeester
M. H. van der Veer J. M. Staatsen
Het betreft hier beleidsregels om vast te stellen in welke mate de gemeente gebruik maakt van de in de Wet werk en bijstand en de Wet investering in jongeren genoemde bevoegdheid de kosten van bijstand te verhalen. In afwachting van een nieuw kinderalimentatiestelsel is tot op heden geen gebruik gemaakt van deze gemeentelijke bevoegdheid. Omdat de herziening van dit stelsel inmiddels van de baan is, worden nu beleidsregels over dit onderwerp vastgesteld.
Argumenten om verhaal te plegen:
Iedere burger dient zo veel mogelijk in zijn eigen kosten van onderhoud te voorzien. Waar geen of ontoereikende inkomsten zijn, vult de gemeente aan tot het sociaal minimum. Is men in staat om inkomsten te verwerven uit een voorliggende voorziening of alimentatie, dan wordt de klant geacht hiervan gebruik te maken. Gebeurt dit niet, dan is sprake van ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid. De uitkering kan dan worden afgewezen of -indien uitkering strikt noodzakelijk- worden verstrekt als lening.
·Verhaalsonderzoeken zijn arbeidsintensief en leveren in verhouding weinig op.
Artikel 1. Verhaal van bijstand
Onder a en b worden de verhaalsmogelijkheden op de (ex)echtgenoot (en daarmee gelijkgesteld de geregistreerd partner) bedoeld t.a.v. zijn onderhoudsplicht jegens zijn (ex) echtgenoot en/ of minderjarige kinderen.
Overeenkomstig het bepaalde hierover in paragraaf 6.5 WWB kan de gemeente tot verhaal van kosten van bijstand overgaan. De gemeente heeft als uitgangspunt dat de bijstandsgerechtigde zoveel mogelijk gestimuleerd zal worden om zelf bij het verzoek tot echtscheiding ook een verzoek tot vaststelling van alimentatie (zowel voor de ex-echtgenoot als voor de kinderen) in te dienen.
Hierbij wordt benadrukt dat de bijstand uitsluitend wordt verhaald in de in beleidsregel 1 vastgelegde gevallen.
De gemeente kan niet langer dan tot 12 jaar n adat de scheiding/ ontbinding van het huwelijk is bijgeschreven in het burgerregister verhalen op de onderhoudsplichtige. Dit vloeit voort uit artikel a: 157 lid 4 BW. Uitzonderingen hierop zijn huwelijken die korter dan 5 jaar hebben geduurd. De onderhoudsplicht kan in die gevallen maximaal zo lang als de duur van het huwelijk worden opgelegd.
Artikel 4. Afzien van opleggen verhaalsbijdrage
Op grond van een eerdere circulaire (Uitvoeringsaspecten van de nieuwe verhaalswetgeving, SZW 30 september 1992) kan een kruimelbedrag worden gehanteerd. Bij constatering van kruimelbedragen van maximaal € 50 per maand wordt om praktische redenen afgezien van verhaal. In de praktijk praat je dan over mensen (onderhoudsplichtigen) met een inkomen net boven bijstandsniveau. Dringende reden om (tijdelijk) af te zien van verhaal is bijvoorbeeld vrees voor mishandeling. De klant moet dan zelf een gemotiveerd verzoek tot (tijdelijk) afzien van verhaal doen en er moet aanvullende informatie van onafhankelijke hulpverleners (RIAGG, AMW) worden ingewonnen.
Artikel 5 t/m 7 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
Met betrekking tot verhaal van verstrekte bijstandsgelden of inkomensvoorziening wordt de mogelijkheid opengelaten om in geval van schuldsanering geheel of gedeeltelijk af te zien van invordering van reeds opeisbaar geworden gelden. Kwijtschelding van verhaal wegens schuldenproblematiek betekent dat de gemeente afziet van (tijdelijke) inkomsten ten gunste van het slagen van het schuldhulpverleningstraject. De eventuele kwijtschelding kan niet eerder van kracht worden, dan nadat het merendeel van de crediteuren van de onderhoudsplichtige akkoord gaan met de voorgestelde schuldregeling en onderhoudsplichtige voldoet aan een of meerdere eisen, geformuleerd in de punten a, b en c van beleidsregel 5.
In beleidsregel 7 zijn de omstandigheden geformuleerd, op grond waarvan burgemeester en wethouders kunnen besluiten om tot intrekking van het besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek.
Artikel 8. Beoordeling mate van onderhoudsplicht
Het rapport Alimentatienormen van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (ook wel genaamd de ‘Tremanormen’ of het ‘Tremarapport’) bevat normen en richtlijnen die door de rechtbank worden gehanteerd bij de vaststelling van de alimentatie. Het rapport voorziet in zowel een zgn. netto- als brutoberekening. In Voorschoten wordt uitgegaan van de netto-methode
Artikel 9. Verhaal op grond van gerechtelijke uitspraak
Wanneer door de rechter een alimentatiebedrag is vastgesteld en de bijstandsgerechtigde kan dit bedrag niet zelfstandig of met hulp van het LBIO innen, stelt de gemeente verhaal in conform de door de rechter vastgestelde alimentatie. Een onderzoek naar de draagkracht van de onderhoudsplichtige hoeft in dat geval niet meer door de gemeente te worden uitgevoerd.
Artikel 10. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
Indien er sprake is van een gerechtelijke uitspraak, zal de klant voor inning van de onderhoudsbijdrage in eerste instantie altijd verwezen worden naar het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO).
Artikel 11. Wijzigen door rechter vastgesteld bedrag
Artikel 12. Het verhaalsbesluit
Onverlet de eisen die de Algemene Wet Bestuursrecht aan een beschikking stelt, zijn in deze beleidsregel de aanvullende gegevens opgenomen die een verhaalsbesluit van de gemeente dient te bevatten.
De gemeente kan in geval van het uitblijven van de opgelegde onderhoudsverplichtingen overgaan tot het indienen van een verzoekschrift tot vaststelling onderhoudsverplichting bij de rechtbank. Deze mogelijkheid is in deze beleidsregel vastgesteld, met dien verstande dat de gemeente om praktische reden af zal zien van het instellen van verhaal in rechte indien het totaalbedrag van de te verhalen onderhoudsbijdrage het bedrag van € 600,00 (12 maanden kruimelbedrag, zie beleidsregel 4) niet te boven gaat.
Artikel 14. Heronderzoek naar draagkracht
Het hier genoemde bedrag kan worden herleid uit de onder de toelichting bij beleidsregel 4 genoemde bedrag per maand. Op grond van praktische redenen wordt voorgesteld een beperkter bedrag op te nemen bij verlaging van de draagkracht. Ook op verzoek van belanghebbende kan heronderzoek worden gepleegd.
Artikel 15. Vereenvoudigd derdenbeslag
Wanneer een onderhoudsplichtige niet bereid is om aan zijn betalingsverplichting welke door een rechterlijke uitspraak is opgelegd te voldoen, zal in eerste instantie de bijstandsgerechtigde worden gestimuleerd om de bijdrage te innen via het LBIO dan wel via de deurwaarder. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt een verhaalsbesluit overeenkomstig de rechterlijke uitspraak genomen dat na een
aanmaning volgend dwangbevel executoriale titel verkrijgt en zo nodig wordt overgegaan tot dwangincasso.