Organisatie | Brummen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels subsidieverstrekking Samenleving 2011 |
Citeertitel | Nadere subsidieregels 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
n.v.t.
Algemene subsidieverordening gemeente Brummen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2012 | 01-08-2011 | 01-01-2012 | Aanvulling | 13-09-2011 Gemeentethuis 5 januari 2012 | BW11.0242 |
01-01-2011 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 21-12-2010 Gemeentethuis (Regiobode), 29 december 2010 | BW10.0451 |
Op grond van artikel 2 van de “Algemene Subsidieverordening Gemeente Brummen” kan het college nadere regels vaststellen voor de uitvoering van de verordening. In de nu voorliggende nadere regels subsidieverstrekking Samenleving is rekening gehouden met de ervaringen die in de afgelopen periode zijn opgedaan en de besluiten die zijn genomen.
De opbouw van de nadere regels is als volgt:
In hoofdstuk 2 wordt het subsidiebeleid toegelicht. Er wordt ingegaan op de uitgangspunten die de gemeente heeft vastgesteld voor het nieuwe systeem. Voor alle duidelijkheid komen de hoofdlijnen van het nieuwe systeem aan bod en de belangrijkste veranderingen ten opzichte van de oude situatie. Er wordt stilgestaan bij de juridische context en aangegeven wordt welke subsidievormen de gemeente hanteert. Tevens zijn in hoofdstuk 2 de subsidieplafonds per beleidsterrein beschreven. Deze worden vervolgens nader toegelicht in het laatste deel van hoofdstuk 2 en in hoofdstuk 3.
Wijzigingen in nadere subsidieregels 2011
De belangrijkste wijzigingen voor het jaar 2011:
In 2002 heeft de gemeenteraad het subsidiebeleid “naar eigen vermogen” vastgesteld. Dit beleid is nog steeds de basis voor het huidige subsidiebeleid. In april 2009 heeft een evaluatie van het subsidiebeleid “naar eigen vermogen” plaatsgevonden, die aan de gemeenteraad is aangeboden. De raad besloot in zijn vergadering van 25 juni 2009 de aanbevelingen uit de evaluatie over te nemen en het in 2004 vastgesteld subsidiebeleid bij te stellen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de vaststelling van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Brummen door de Raad op 17 december 2009.
Uiteindelijk bestaat het nieuwe subsidiebeleid uit twee instrumenten. Dit biedt mogelijkheden om het nieuwe subsidiebeleid op basis van ‘Naar eigen vermogen’ uit te voeren:
De Algemene Subsidieverordening Gemeente Brummen en de toelichting daarop. Deze verordening vervangt de Algemene subsidieverordening 2004 van de gemeente Brummen. De nieuwe verordening geeft op hoofdlijnen de juridische ‘spelregels’ voor subsidieverlening en –vaststelling aan. De subsidieontvanger kan kennisnemen van de regels waaraan men zich te houden heeft bij subsidiëring. De verordening is tevens afgestemd op datgene wat is bepaald op grond van de 4de tranche van de Algemene wet bestuursrecht.
De Algemene wet bestuursrecht regelt onder andere de subsidieverhouding tussen de overheid als publiekrechtelijk orgaan en de burger. In titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht worden nadere regels gegeven voor de manier waarop gemeenten hun subsidiebeleid vorm dienen te geven.
De Algemene wet bestuursrecht gaat in op de subsidieverhouding. Op deze subsidieverhouding zijn van toepassing de beginselen van behoorlijk bestuur, de bezwaar- en beroepsmogelijkheden en de regels voor het doen van aanvragen en het beslissen hierop. De hoofdregel van de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht luidt dat een wettelijke grondslag vereist is voor het verstrekken van subsidie. De wetgever beoogt hiermee de rechtszekerheid van de subsidieaanvrager en –ontvanger alsmede de doelmatigheid van de overheidsuitgaven te verbeteren.
De wettelijke grondslag voor gemeentelijke subsidies wordt gevormd door een subsidieverordening. Het gemeentelijk subsidiebeleid bepaalt vervolgens de beleidsterreinen en – activiteiten die voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Dit wordt vastgelegd in nadere regels.
Dit zijn de inhoudelijke regels die de gemeente gaat gebruiken bij het verstrekken van subsidies aan de instellingen. In de nadere regels worden de beleidsinhoudelijke criteria per afzonderlijk beleidsterrein vastgelegd. Het systeem geeft de mogelijkheid om flexibel in te spelen op de individuele omstandigheden van de subsidieontvanger.
De nadere regels zijn een collegebevoegdheid. Dit betekent dat de raad kaderstellend is door middel van de Algemene subsidieverordening en dat het college zich middels de nadere regels bezig houdt met de uitvoering.
Ten opzichte van de ‘Algemene Subsidieverordening gemeente Brummen 2004’ zijn in hoofdlijnen de volgende wijzigingen doorgevoerd:
Grotere reikwijdte dan eerdere Algemene subsidieverordening 2004
Een essentieel verschil met de Algemene subsidieverordening 2004 is de reikwijdte. De Algemene subsidieverordening is, in tegenstelling tot de Algemene subsidieverordening 2004, van toepassing op alle subsidieverstrekkingen binnen de gemeente Brummen.
Het is college belast met uitvoering en het stellen van nadere regels
Het college wordt op grond van artikel 3 van de Algemene subsidieverordening belast met de uitvoering van de verordening. Voor de verschillende beleidsterreinen kan het college nadere regels vaststellen. De bevoegdheid tot het stellen van nadere regels valt altijd binnen de door de raad gestelde kaders van de Algemene Subsidieverordening.
Wijziging bepaling subsidieplafonds door vaststelling van subsidieplafonds per beleidsterrein door de raad
De subsidieplafonds worden per beleidsterrein door de raad vastgesteld bij de vaststelling van de programmabegroting. Deze subsidieplafonds worden voor het jaar 2012 als bijlage bij de programmabegroting gevoegd. Het college is vervolgens belast met de bekendmaking van de subsidieplafonds. Bij de bekendmaking van subsidieplafonds worden ook de verdeelregels bekend gemaakt.
“Kan”-bepalingen beperkt toegepast en Awb-bepalingen geschrapt in de Algemene subsidieverordening
Ondanks het feit dat de evaluatie subsidiebeleid “naar eigen vermogen” aanbeveelt om de “kan”-bepalingen te schrappen, valt hier in enkele bepalingen niet aan te ontkomen. “Kan”-bepalingen komen de duurzaamheid van de verordening ten goede. Daarnaast beveelt de evaluatie subsidiebeleid “naar eigen vermogen” aan om bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht te verwijderen. Overbodige bepalingen, omdat het betreffende onderwerp al in de Algemene wet bestuursrecht wordt geregeld, zijn daarom zoveel mogelijk geschrapt. Dit betekent dat ten opzichte van de Algemene subsidieverordening 2004 een aanzienlijk aantal bepalingen is geschrapt.
Indexering wordt “kan” bepaling
Budget-, instandhoudings- en waarderingssubsidies kunnen jaarlijks worden geïndexeerd. In de nieuwe Algemene subsidieverordening is bewust gekozen voor het woordje “kunnen”. Door het toevoegen van deze “kan”-bepaling, hoeft de Algemene subsidieverordening in de toekomst niet direct te worden aangepast bij eventuele afschaffing van de indexering.
Inleverdatum voor budget- en instandhoudingssubsidies verlengd
Een van de aanbevelingen uit de evaluatie subsidiebeleid “naar eigen vermogen” is om de inleverdatum voor aanvragen voor de instandhoudings- en budgetsubsidies vast te stellen op 1 juni (in de Algemene subsidieverordening 2004 is de inleverdatum 1 april). Dit is ook een wens vanuit de uitvoering. Deze aanbeveling is dan ook verwerkt in de nieuwe verordening. De uiterlijke datum van de termijn voor het nemen van een besluit over de subsidieverlening blijft gehandhaafd. De inleverdatum voor een aanvraag tot subsidievaststelling is ook vastgesteld op 1 juni, in plaats van 1 april zoals in de Algemene subsidieverordening 2004.
Lastenverlichting voor de burger bij het aanvragen van subsidies
In het kader van de lastenverlichting voor de burger is bepaald dat bij een aanvraag voor een startsubsidie alleen de concept statuten worden overgelegd. In de oude situatie moest een aanvrager een activiteitenplan en een gespecificeerde begroting overleggen. Daarnaast is ook bij de startsubsidies bepaald dat subsidieverlening en –vaststelling gelijktijdig plaatsvinden.
Mogelijke verkorting aanvraagtermijn
Gelet op de reikwijdte van de Algemene subsidieverordening, zullen er verschillende soorten subsidies onder de subsidiesoort project- of evenementensubsidie vallen. Een aanvraag voor een project- of evenementensubsidie dient 13 weken voor aanvang van de activiteiten te worden ingediend. Aan deze bepaling is toegevoegd dat het college een kortere termijn kan toestaan. Een kortere termijn kan voor sommige subsidiesoorten noodzakelijk zijn.
Het college beslist over een aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag. In de Algemene subsidieverordening 2004 was opgenomen dat uiterlijk 8 weken voor aanvang van de activiteiten beslist werd. In de praktijk bleek dat de beslistermijn van 5 weken die hierdoor in sommige situaties ontstond (aanvraag uiterlijk 13 weken voor activiteiten inleveren en 8 weken voor de activiteiten beslissen) niet haalbaar is. De beslistermijn is daarom gewijzigd in 8 weken.
Accountantscontrole op hoger bedrag vastgesteld
De verplichting uit de Algemene subsidieverordening 2004 om de subsidieafrekening bij een budget- of instandhoudingssubsidie te voorzien van een accountantsverklaring bij subsidiebedragen boven de € 10.000,-- is gewijzigd. Het drempelbedrag voor de verplichte accountantsverklaring is verhoogd naar € 50.000,--. Deze wijziging komt voort uit aanbeveling 6 van het evaluatierapport subsidiebeleid “Naar eigen vermogen”. De wijziging betekent een lastenverlichting voor de subsidieontvanger, zowel administratief als financieel.
De gemeente Brummen onderscheidt in de subsidiesystematiek vijf subsidievormen:
Een eenmalig subsidie, uitsluitend voor nieuwe rechtspersonen, dat hen in staat stelt om de eerste aanloopkosten te kunnen betalen. De eenmalige startsubsidie is definitief vastgesteld op € 350,--. Rechtspersonen die hiervoor in aanmerking willen komen zullen in elk geval worden getoetst of ze voldoen aan het criterium ‘maatschappelijk belang voor de Brummense samenleving ’. Deze toets geldt overigens voor alle subsidieaanvragers.
Een subsidievorm die is ingesteld om de totstandkoming van incidentele of tijdelijke activiteiten te stimuleren. De gemeente wil organisaties ondersteunen bij het opzetten van projecten of evenementen, door hiervoor éénmalig subsidie beschikbaar te stellen. Voorwaarde om in aanmerking te komen is, dat het te organiseren project of evenement nieuw en/of innovatief is.
Een project- of evenementensubsidie is éénmalig en de hoogte bedraagt, afhankelijk van de subsidiabele activiteiten, 1/3 (een derde) deel van het begrote tekort van het project of evenement, met een maximum van € 750,-- per aanvraag.
Vereisten aan het project of evenement
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet het project of evenement, naast wat in de algemene bepalingen (hoofdstuk 3) is gesteld, aan de volgende vereisten voldoen:
Budgetsubsidie: Een subsidie aan een rechtspersoon met personeel in dienst dat wordt gesubsidieerd door de gemeente. De budgetsubsidie wordt toegekend op grond van vooraf afgesproken activiteiten en prestaties of op basis van een subsidieovereenkomst. Bij deze subsidie worden vooraf de subsidieperiode, de criteria en uitgangspunten, alsmede de manier waarop het subsidiebudget kan worden bijgesteld, bepaald.
Instandhoudingssubsidie: Een subsidievorm die uitsluitend is bedoeld voor rechtspersonen die naar het oordeel van het college zonder een substantiële subsidie zeer ernstig in hun voortbestaan worden bedreigd. Instandhouding van de activiteiten van deze organisaties vindt de gemeente zo belangrijk dat deze organisaties uitdrukkelijk als zodanig zijn aangewezen.
Er dient naar het oordeel van het college sprake te zijn van een goed bestuur en beleid en een redelijke contributie/ eigen bijdrage, alsmede van onvoorziene omstandigheden.
Wanneer organisaties aangeven in financiële (en /of bestuurlijke of andersoortige) problemen te komen, zullen zij in eerste instantie worden ondersteund bij het zoeken naar oorzaken van de problemen en het aandragen van oplossingen voor een gezonde exploitatie. De vrijwilligerscentrale Brummen-Eerbeek heeft hierbij een ondersteunende rol.
Er kan door de gemeente een onafhankelijk deskundige worden ingeschakeld om de feitelijke situatie van de rechtspersoon in beeld te brengen en advies uit te brengen. Het college kan eventueel voorwaarden stellen ten aanzien van de periode dat de subsidie wordt verstrekt en de termijn waarin deze wordt aangevraagd. In bijzondere situaties kan een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule in de Algemene Subsidieverordening. Bovendien kan het college voorwaarden stellen aan de inspanningen van de rechtspersoon om op termijn subsidieonafhankelijk te worden.
Een subsidievorm die in de Algemene Subsidieverordening Gemeente Brummen is opgenomen. Op 4 november 2010 heeft de gemeenteraad besloten om met ingang van 1 januari 2011 voor deze vorm van subsidie geen budget meer beschikbaar te stellen. Door het ontbreken van budget bestaat deze subsidie met ingang van 2011 niet meer.
Om subsidieontvangers te compenseren voor prijs- en kostenstijgingen kunnen budgetsubsidies en instandhoudingsubsidies jaarlijks worden verhoogd met het indexcijfer dat jaarlijks door de raad wordt vastgesteld bij de programmabegroting.
Er is gekozen voor uniformiteit van indexering. Werden er in het verleden (vóór de Algemene subsidieverordening 2004) uiteenlopende indexcijfers gehanteerd, onder het huidige regime is gekozen voor een uniforme indexering.
In bijzondere gevallen kan het college afwijken van deze regel en een andere indexering toepassen.
De algemene subsidieverordening geeft de mogelijkheid dat vermogensvorming in de vorm van reserves onder bepaalde voorwaarden wordt toegestaan. Daarbij is er een spanningsveld.
·Enerzijds moeten gesubsidieerde organisaties voldoende vrijheid van handelen krijgen om slagvaardig en bedrijfsmatig te kunnen werken. Dit betekent een zekere financiële armslag om perioden met ‘slecht weer’ te kunnen overbruggen. Reservevorming past goed in een systeem waar instellingen die in aanmerking komen voor een budgetsubsidie binnen de kaders van de met de gemeente te sluiten overeenkomst meer vrijheid van handelen krijgen. In dat kader is het van belang om een eventueel positief resultaat – er vanuit gaande dat de afgesproken prestaties zijn geleverd – niet direct en volledig af te romen. Bovendien zou een dergelijke afroming eerder stimuleren om nog snel voor het eind van een subsidiejaar extra uitgaven te doen die mogelijk niet echt noodzakelijk zijn.
Samenvattend betekent dit dat reservevorming mogelijk is, maar dat het aantal en de omvang van de reserves beperkt zal worden. Hieronder worden daarom aanvullende voorwaarden gesteld aan reserves. Daartoe wordt eerst het begrip reserves nader toegelicht.
Reserves maken deel uit van het eigen vermogen van de instelling. De instelling kan zelf vrij beschikken over de desbetreffende middelen binnen de doelstellingen van de organisatie, conform de subsidieafspraken met de gemeente. Reserves worden gevormd uit de exploitatieoverschotten.
Algemene reserves zijn reserves met een algemeen karakter. Zij zijn onder andere bedoeld om eventuele bedrijfsrisico’s op te vangen, waarmee een gebudgetteerde instelling wordt geconfronteerd.
Bestemmingsreserveszijn specifieke reserves waaraan tevoren een bestemming is gegeven en waarvoor door B&W vooraf toestemming is verleend.
Een voorbeeld van een bestemmingsreserve is een egalisatiereserve (om verschillen in jaarlijkse inkomsten en uitgaven te spreiden).
Voor instellingen die in aanmerking komen voor een budgetsubsidie of een instandhoudingssubsidie geldt een totaal-reservepercentage van maximaal 10% van alle ten laste van de exploitatie komende uitgaven. Bestemmingsreserves worden in dit percentage niet meegerekend.
Het college kan instellingen met een budgetsubsidie vragen om bij de subsidieaanvraag een vermogensplan te voegen. In dat plan staat opgenomen:
Op basis van dit plan kan het college de eigen vermogenspositie van de instelling beoordelen.
Als het eigen vermogen ook bestaat uit legaten of erfstellingen dan blijven deze buiten de beoordeling van het toegestane eigen vermogen.
Bij het vaststellen van de subsidie over enig jaar kunnen legaten of erfstellingen wel betrokken worden conform artikel 8, lid 1b. Overschrijding van de norm voor reservevorming kan leiden tot een lagere vaststelling van subsidies en/of lagere subsidies in de toekomst. Als uit een schriftelijke onderbouwing blijkt, dat de reserves absoluut noodzakelijk zijn voor het kunnen verrichten van de prestaties en activiteiten, dan kan het college bij uitzondering een hogere reserve toestaan.
Het college kan daarom in bijzondere situaties toestemming geven om af te wijken van het maximum van 10% van alle ten laste van de exploitatie komende uitgaven van de instelling.
Er worden geen regels gesteld aan de reservevorming bij instellingen die in aanmerking komen voor een startsubsidie, een project- en evenementensubsidie.
Bovendien mag een gesubsidieerde instelling, behoudens de toestemming van het college, geen vermogen onderbrengen in steunstichtingen waaraan zij is gelieerd. Voorbeelden van dergelijke steunstichtingen zijn supportersverenigingen en stichtingen als “Vrienden van”. Het vermogen dat desondanks bij een steunstichting is ondergebracht, wordt geacht te behoren tot vermogen van de organisatie en wordt bij de subsidieberekening betrokken op basis van voornoemde norm.
Reserves behoren tot het eigen vermogen, maar voorzieningen daarentegen behoren tot het vreemd vermogen van een instelling. Voorzieningen betreffen:
Gelden die een instelling heeft verkregen onder de voorwaarde dat die gelden voor een tevoren overeengekomen doel worden gebruikt. Voldoet de uitvoering niet aan de afspraken met de geldverstrekker, dan kan deze verstrekker het geld terugvorderen. Deze vorm van voorzieningen staat geheel los van de beoordeling van de 10% vermogensnorm.
Gelden die instellingen onttrekken uit de exploitatie om daarmee toekomstig onderhoud te kunnen financieren. Voorbeelden hiervan zijn de ‘voorziening inventaris’ en de ‘voorziening gebouwen’. Ook deze voorzieningen vallen op zich buiten de beoordeling van de 10% vermogensnorm. Wel geldt hierbij dat de toevoeging vanuit de exploitatie gestoeld moet zijn op een deugdelijk (onderhouds)plan. Het ontbreken van een dergelijk plan kan leiden tot het lager vaststellen van de subsidie.
De Algemene wet bestuursrecht biedt de mogelijkheid tot het stellen van subsidieplafonds. Een subsidieplafond is het bedrag dat gedurende een bepaalde periode – meestal subsidiejaar – ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Plafonds kunnen per beleidsterrein worden ingesteld. De Algemene wet bestuursrecht verplicht tot weigering van subsidie als een plafond wordt overschreden.
Op basis van het vastgestelde maximum subsidieplafond in de programmabegroting, zijn de subsidieplafonds per beleidsterrein in navolgende tabel, vastgesteld voor het jaar 2011.
Omdat de programmabegroting voor het jaar 2011 in 2010 is vastgesteld, zijn de subsidieplafonds voor 2011 nog volgens artikel 3 van de Algemene subsidieverordening vastgesteld per beleidsterrein. In 2011 zullen de subsidieplafonds voor 2012 worden vastgesteld volgens de nieuwe werkwijze van artikel 5 van de Algemene subsidieverordening.
Voor de toelichting wordt per beleidsterrein verwezen naar het betreffende hoofdstuk. Voor enkele organisaties die (vooralsnog) een instandhoudingssubsidie ontvangen geldt dat deze in hoofdstuk 4 worden toegelicht.
Startsubsidies en project- en evenementensubsidies vallen onder het beleid ter stimulering van sociale cohesie waarvan het subsidieplafond voor het jaar 2011 is vastgesteld op in totaal € 5.700,-- en geldt voor de hieronder aangegeven subsidievormen. De vastgestelde budgetten voor het jaar 2011 zijn in navolgend overzicht per subsidievorm benoemd.
Naast de bepalingen die in onderstaande beleidsregels zijn opgenomen zijn er enkele voorwaarden die voor elk beleidsterrein en voor elke beleidsregel gelden. Alle organisaties die in aanmerking komen voor een subsidie dienen hieraan te voldoen. Deze vereisten worden hier genoemd, en zullen daarom niet afzonderlijk opgenomen worden bij de onderscheiden beleidsregels.
Om voor een subsidie in aanmerking te komen dient de organisatie:
Een direct en / of aantoonbaar ‘maatschappelijk belang voor de Brummense samenleving’ te hebben. Er is sprake van een aantoonbaar maatschappelijk belang voor de Brummense samenleving indien:
De vereniging of stichting statutair gevestigd is in de gemeente Brummen. (Van deze regel kan in zeer bijzondere gevallen worden afgeweken wanneer het gaat om (subsidiabele) activiteiten die rechtstreeks ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Brummen en welke activiteiten niet reeds naar tevredenheid c.q. in voldoende mate door een lokale organisatie worden uitgevoerd. Een en ander ter beoordeling van het college).
De activiteiten van de organisatie zich richten op en passen binnen het beleid met betrekking tot gezondheidsbevordering, het Wmo-beleid, het lokaal onderwijsbeleid, het veiligheidsbeleid, het sport- en cultuurbeleid, het beleid ter stimulering van sociale cohesie, het emancipatiebeleid, het werkgelegenheid- en arbeidsmarktbeleidgebied en het arbeidsverhoudingenbeleid. (Hieronder ook zijn begrepen wijk- en dorpsraden, jeugd(beleid) en daarbij gericht zijn op de inwoners van de gemeente Brummen.
In bijzondere gevallen kan het college ontheffing verlenen van één of meerdere van deze vereisten of van de overige eisen opgenomen in de nadere regels.
Op grond van artikel 8 lid 1 van de Algemene subsidieverordening kan het college nadere
weigeringsgronden stellen. In aanvulling op de weigeringsgronden van artikel 8 lid 1, gelden de
Subsidieaanvragen van enige omvang op het gebied van het integrale beleid Wijs met Groen en Grijs dienen in het kader van een integrale aanpak bij voorkeur gezamenlijk ingediend te worden door zorg- of welzijnspartijen. In een aanvraag moet minimaal duidelijk gemaakt worden dat onderlinge afstemming tussen zorg- en welzijnspartijen heeft plaatsgevonden.
STICHTING RHIENDEROORD ZWEM & SPORT PLEZIER
Op 31 mei 2007 besloot de gemeenteraad tot de bouw van een sportzaal aan het bestaande overdekte zwembad Rhienderoord in Brummen. Tevens besloot de gemeenteraad om het beheer en de exploitatie van de sportzaal onder te brengen bij de Stichting gemeentelijk zwembad Rhienderoord. In 2009 is met de nieuw opgerichte Stichting Rhienderoord Zwem en Sportplezier een nieuwe huurovereenkomst voor de gehele accommodatie en een beheer- en exploitatieovereenkomst voor de sportzaal afgesloten.
De Stichting Rhienderoord Zwem & Sport Plezier valt onder het sport- en cultuurbeleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
Inwoners van de gemeente Brummen de gelegenheid bieden tot recreatieve zwembeoefening en deelname aan zwemactiviteiten en het bieden van gelegenheid voor recreatieve sportbeoefening, wedstrijdsporten en overige activiteiten.
Het voeren van het beheer, de exploitatie, en het houden van zwem- en sportactiviteiten in de zwem- en sportaccommodatie Rhienderoord in Brummen, zoals onder andere is vastgelegd in de “Beheer- en exploitatieovereenkomst sportzaal Rhienderoord” van 26 oktober 2009.
De stichting ontvangt een budgetsubsidie.
Over de hoogte van deze subsidie worden nadere afspraken tussen de gemeente en stichting gemaakt.
Subsidieverstrekking vindt plaats op basis van vooraf overeengekomen activiteiten/projecten tegen een vooraf overeengekomen kostprijs (begroting).
Het subsidieplafond voor het jaar 2011 voor de budgetsubsidie is vastgesteld op een bedrag van € 578.234,-- (inclusief indexering).
Om voor subsidie in aanmerking te komen zal de stichting moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
De stichting dient bij wijzigingen van het toezichtsplan en/of het calamiteitenplan of door wijziging bij wetgeving het gewijzigde/aangepaste plan ter goedkeuring voor te leggen aan het college. Het gewijzigde/aangepaste plan dient binnen 6 maanden nadat zich de wijziging heeft voorgedaan ter goedkeuring te worden voorgelegd.
Het bestuur van de Stichting Rhienderoord Zwem en Sportplezier en het college maken voor het jaar 2011 afspraken, over de te leveren producten en prestaties.
Deze afspraken worden jaarlijks opgesteld en maken onderdeel uit van de subsidieverlening.
Ondermeer zullen daarbij concrete afspraken worden gemaakt over:
STICHTING BIBLIOTHEEK GEMEENTEN BRUMMEN EN VOORST
In de vergadering van 30 november 2006 (nr. 5) heeft de gemeenteraad het “Organisatieontwerp voor de Basisbibliotheek Brummen/Voorst” vastgesteld. In dit organisatieontwerp is vorm gegeven aan het proces van bibliotheekvernieuwing, dat in 2001 is ingezet en heeft geresulteerd in de vorming van de basisbibliotheek in de gemeenten Brummen en Voorst. Dit heeft geleid tot de nieuwe “Stichting Bibliotheek gemeenten Brummen en Voorst”.
Het bibliotheekwerk valt onder het sport- en cultuurbeleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
Burgers in staat stellen informatie te verwerven die voor zijn/haar maatschappelijk functioneren nodig is. Dit gebeurt door informatie te verzamelen, ordenen, toegankelijk te maken, beschikbaar stellen en door actief te bemiddelen bij het beantwoorden van vragen. Naast de informatieve functie voorziet de bibliotheek in een educatieve, culturele en recreatieve behoefte van de inwoners. De bibliotheek is een laagdrempelige voorziening.
Beheer en exploitatie van twee volwaardige bibliotheekvoorzieningen in de kernen Brummen en Eerbeek, waar de inwoners van de gemeente Brummen terecht kunnen voor uitlening van boeken, tijdschriften, videobanden, DVD’s, muziek CD’s en CD-roms, het beschikken over actuele documentatie, een informatievraagbaak (wegwijs- en informatievragen) en (mede) organiseren van relevante evenementen en tentoonstellingen. Ook is in beide bibliotheken een overheidsinformatiepunt ingericht.
De stichting ontvangt een budgetsubsidie. Subsidieplafond
Op basis van het beschikbare bedrag in de programmabegroting is het subsidieplafond voor het jaar 2011 vastgesteld op maximaal € 432.393,-- (inclusief indexering).
Specifieke vereisten aan de organisatie
De algemene informatievoorzieningen in de openbare bibliotheek zijn voor iedereen gratis.
Voor de jeugd tot 18 jaar wordt geen tarief (contributie) gehanteerd voor het bibliotheekabonnement.
Voor de overige leeftijdscategorieën en gebruikers wordt één uniform tarief (contributie) gehanteerd.
De gemeentebesturen van Brummen en Voorst en de Stichting Bibliotheek gemeenten Brummen en Voorst sluiten een convenant af, waarin de financiële en inhoudelijke kaders zijn vastgelegd voor het subsidiejaar 2011. In de subsidiebeschikking worden afspraken gemaakt over de door de bibliotheek te leveren producten en prestaties en de hoogte van het subsidiebedrag.
De Culturele Stichting Gemeente Brummen en Stichting RTV Veluwezoom vallen onder het sport- en cultuurbeleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
1. CULTURELE STICHTING GEMEENTE BRUMMEN
Beleidsdoel/ Product Culturele Stichting Gemeente Brummen
Culturele Stichting Brummen: Organiseren van activiteiten gericht op de culturele beleving van de inwoners van de gemeente Brummen.
In de nota ‘Naar eigen vermogen’ is vermeld dat de toekomstige subsidievorm van de Culturele Stichting nog nader dient te worden bepaald. Voor 2011 wordt voor de Culturele Stichting Brummen vooralsnog uitgegaan van een budgetsubsidie.
Op basis van het beschikbare bedrag is het maximale subsidieplafond voor het jaar 2011vastgesteld op € 28.569,-- (inclusief indexering).
Specifieke vereisten aan de organisatie
----------------------------------------------------------------------------------------Beleidsdoel/ Product Lokale omroep
Stichting RTV Veluwezoom: Een bijdrage leveren aan informatievoorziening van de inwoners van de gemeente door via de lokale omroep verslag te doen van voor de lokale gemeenschap relevante evenementen en gebeurtenissen.
Aan de Stichting RTV Veluwezoom wordt een instandhoudingssubsidie verleend.
Voor 2011 is het subsidieplafond bepaald op een bedrag van € 10.057,-- (inclusief indexering).
Specifieke voorwaarden subsidiering
Naast wat in de Algemene subsidieverordening is beschreven, geldt als specifieke voorwaarde voor Stichting RTV Veluwezoom, dat het subsidie niet bestemd is voor de financiering van extra activiteiten op het gebied van tv-uitzendingen.
Muziekverenigingen vallen onder het sport- en cultuurbeleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
De gemeente Brummen telt maximaal 4 harmonie- en fanfare-orkesten. Dit zijn:
Het bieden van mogelijkheden tot deelname aan amateuristische kunstbeoefening op het terrein van muziek.
Het op niveau beoefenen van amateurkunst op het vlak van muziek in georganiseerd verband door het houden van repetities en uitvoeringen of concerten.
Deze harmonie- en fanfarekorpsen ontvangen een instandhoudingssubsidie.
Een bedrag van € 68,63 per bespeeld instrument. Het aantal leden afkomstig uit de gemeente Brummen dat een instrument bespeelt, wordt met dit bedrag vermenigvuldigd. Dit bedrag is inclusief indexering.
Op basis van het beschikbare bedrag in de programmabegroting is het subsidieplafond voor het jaar 2011 voor de harmonie- en fanfareorkesten maximaal vastgesteld op € 20.727,-- (afgerond en inclusief indexering).
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de organisatie, naast wat in de algemene bepalingen is gesteld:
Specifieke vereisten bij de aanvraag
Naast wat in de Algemene subsidieverordening is voorgeschreven legt de organisatie bij de aanvraag over:
Een opgave van het aantal leden dat een instrument bespeelt, met vermelding van het instrument dat zij bespelen, op de peildatum 1 januari van het jaar voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar. Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen leden die woonachtig zijn in de gemeente en leden die buiten de gemeente woonachtig zijn;
De brede welzijnsinstelling valt onder het Wmo-beleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
Het creëren van voorzieningen en het organiseren en uitvoeren van activiteiten op het gebied van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waaronder: jeugd- en jongerenwerk, ouderenwerk, sociaal-cultureel werk, algemeen maatschappelijk werk, facilitaire dienstverlening, en woonbegeleiding nieuwkomers, gericht op welzijn en zorg van de inwoners van de gemeente Brummen.
De stichting ontvangt een budgetsubsidie.
Over de hoogte van deze subsidie worden nadere afspraken tussen gemeente en stichting gemaakt in het kader van de formulering van een welzijnsbestek en welzijnsofferte.
Subsidieverstrekking vindt plaats op basis van vooraf overeengekomen activiteiten tegen een vooraf overeengekomen integrale kostprijs.
Het subsidieplafond voor het jaar 2011 is als volgt vastgesteld:
Specifieke vereisten aan de organisatie
Voor projecten geldt een afzonderlijke financiering met specifieke projectafspraken.
Het peuterspeelzaalwerk valt onder het lokaal onderwijsbeleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
STICHTING PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE BRUMMEN
Het bieden van speelgelegenheid aan kinderen van twee en een half tot vier jaar gedurende een of meer dagdelen per week met als doel de ontwikkeling van deze kinderen te bevorderen en hen samen te laten spelen.
Beheer en exploitatie van peuterspeelzalen, waarbij de activiteiten zijn gericht op het ontwikkelen van sociale, creatieve, motorische en andere vaardigheden van peuters.
De stichting ontvangt een budgetsubsidie voor het jaar 2011. Tussen gemeente en stichting vindt bestuurlijk overleg plaats o.a. over de voorliggende beleidsregels. Dit overleg kan leiden tot afspraken die de beleidsregels nader uitwerken. Het doel is te komen tot prestatieafspraken op basis waarvan de subsidie wordt vastgesteld. Er worden apart afspraken gemaakt over inzet en besteding van rijksmiddelen voor Onderwijsachterstandenbeleid en de daarmee beoogde rendementen. Hierbij wordt rekening gehouden met de subsidiebeleidsregels zoals vermeld in de voorliggende Nadere regels subsidieverstrekking Samenleving 2011.
Het subsidieplafond voor het jaar 2011 is vastgesteld op maximaal € 155.451,-- (afgerond en inclusief indexering, excl. subsidie Onderwijsachterstandenbeleid). De omvang van het subsidieplafond voor het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) wordt nader bepaald.
Vereisten aan de organisatie en het jaarverslag
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de organisatie van de Stichting Peuterspeelzalen gemeente Brummen aan onderstaande aanvullende vereisten (naast wat in de algemene bepalingen is gesteld) te voldoen. Het jaarverslag van de stichting dient inzage te geven in het al dan niet voldoen aan deze vereisten. Daarbij worden de verschillen tussen wat is nagestreefd en wat is behaald toegelicht. Tot slot beschrijft het jaarverslag de significante ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Brummen.
Openstelling van 14 groepen voor peuters, op locaties in Brummen, Eerbeek, Empe en Hall. Indien hieraan niet wordt voldaan of als uit de nadere afspraken over het aantal VVE-groepen blijkt dat het aantal groepen lager wordt dan zal er voor de ontbrekende groepen geen subsidie worden verstrekt. Hierbij is het uitgangspunt dat de subsidie gelijkmatig over de 14 peutergroepen is verdeeld.
Eisen van onderwijsachterstandsbeleid
Deze eisen worden meegenomen in het nieuwe beleidsplan onderwijsachterstandenbeleid.
Eisen aan de accountantsverklaring
Jaarlijks dient een jaarrekening van de peuterspeelzalen opgemaakt te worden en vergezeld te zijn van een goedkeurende accountantsverklaring. Hierbij dient specifiek te worden ingegaan op de besteding van het toegekende budget en de gerealiseerde prestaties, zoals vereist in de algemene subsidieverordening (bijvoorbeeld eigenvermogen plan), deze nadere regels subsidieverstrekking en het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid.
Het college is gemachtigd op basis van bovenstaande uitgangspunten een uitvoeringsovereenkomst aan te gaan waarin afspraken gemaakt kunnen worden over de door de subsidieaanvrager te leveren prestaties en producten, evenals over de hoogte van de budgetsubsidie.
De Stichting J.O.C. Eerbeek valt onder het beleid ter stimulering van de sociale cohesie zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
JONGERENONTMOETINGSCENTRUM EERBEEK
Het bieden van de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten aan jongeren in de leeftijd van 8 tot 24 jaar. Functies die vanuit dit doel vervuld worden door en voor jongeren:
Beheer en instandhouding van de jongerenontmoetingscentra waarbij de activiteiten zijn gericht op het ontwikkelen van creatieve, relationele, recreatieve en educatieve/vormende ontplooiing van jongeren, waar mogelijk in combinatie met andere organisaties of groeperingen.
De stichting ontvangt een instandhoudingssubsidie voor het jaar 2011.
De subsidie voor JOC Eerbeek bedraagt € 2.727,-- (inclusief indexering).
Op basis van het beschikbare bedrag in de programmabegroting is het subsidieplafond voor het jaar 2011 vastgesteld op maximaal € 2.727,-- (inclusief indexering) voor het JOC Eerbeek.
Het college is gemachtigd op basis van bovenstaande uitgangspunten een uitvoeringsovereenkomst aan te gaan waarin afspraken gemaakt kunnen worden over de door de subsidieaanvrager te leveren prestaties en producten, evenals over de hoogte van de instandhoudingssubsidie.
De wijk- en dorpsraden vallen onder het Wmo-beleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
De gemeente Brummen telt met ingang van 2009 maximaal 8 wijk- en dorpsraden en dat zijn:
In 2009 heeft de rekenkamercommissie een onderzoek gedaan naar het functioneren van de wijkraden. Eén van de aanbevelingen was de kerntaken van de wijkraden te verduidelijken. Hierover is overleg gestart in 2010. Dit proces zal in 2011 afgerond worden. Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming hierover is voorlopig als doel geformuleerd: het verhogen van de kwaliteit van de directe leefomgeving. Daarbij horen de volgende activiteiten:
(participeren bij) de voorbereiding of uitvoering van het beleid van het gemeentebestuur. Het adviseren van de gemeente hierover.
Elke raad ontvangt een instandhoudingsubsidie die bestaat uit een vast bedrag, alsmede een bedrag per huishouden in het werkgebied van de organisatie.
Voor de telling van het aantal huishoudens wordt uitgegaan van het aantal op 1 oktober voorafgaande aan het subsidiejaar.
Het totale subsidieplafond voor het jaar 2011 is voor alle wijk en dorpsraden tesamen € 54.724,-- (afgerond en inclusief indexering).
Specifieke voorwaarden subsidiering wijk- en dorpsraden
De Cliëntenraad Gemeente Brummen valt onder het werkgelegenheid- en arbeidsmarktbeleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
De Wmo-Raad Gemeente Brummen valt onder het Wmo-beleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
In de gemeente Brummen bestaan op dit moment twee adviesraden. Dit zijn de cliëntenraad, ingesteld op basis van de Wet werk en bijstand, Wet sociale Werkvoorziening en de Wet investeren in jongeren. Daarnaast bestaat een Wmo adviesraad Brummen, ingesteld om te adviseren op het brede terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De adviesorganen zijn ingesteld door het college.
Het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college over de voorbereiding en uitvoering van het inkomens- en reïntegratiebeleid (cliëntenraad), en wmo-beleid (Wmo-adviesraad) in de gemeente Brummen.
Gevraagde en ongevraagde adviezen aan het college over het inkomensbeleid en re-integratiebeleid in de gemeente Brummen.
Het adviesorgaan ontvangt voor het jaar 2011 een instandhoudingssubsidie die bestaat uit een vast bedrag van maximaal € 2.015,-- (inclusief indexering).
De instandhoudingsubsidie is opgebouwd uit de volgende componenten:
Dit betekent dat er geen aanwezigheidsvergoeding wordt verstrekt voor het bijwonen van vergaderingen.
Op basis van het beschikbare bedrag in de programmabegroting is het
subsidieplafond € 2.015,-- (inclusief indexering).
1. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de adviesraad, naast wat in de algemene bepalingen is gesteld:
a. Ingesteld te zijn door het gemeentebestuur, of
b. Een samenwerkingsovereenkomst gesloten te hebben met de gemeente Brummen, waarin de bij deze subsidie behorende activiteiten zijn omschreven. De voorwaarden in deze samenwerkingsovereenkomst zijn van toepassing op de verstrekking van de subsidie.
2. De adviesraad dient zodanig te zijn samengesteld dat, indien hiervoor interesse bestaat, ook de allochtone inwoners van de gemeente in voldoende mate zijn vertegenwoordigd.
De Wet maatschappelijke ondersteuning schrijft voor dat burgers en cliënten betrokken worden bij beleidsvorming. De gemeente Brummen heeft gekozen voor de vorm van een adviesraad voor advisering over de gehele reikwijdte van de Wmo. De adviesraad stelt werkgroepen tijdelijk in, ter bestudering van specifieke onderwerpen, voor advisering aan de Wmo adviesraad. Bovendien houdt de adviesraad een à twee maal per jaar een openbare bijeenkomst voor burgers en cliënten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over de verstrekte adviezen van de wmo raad en kunnen thema’s aan de orde worden gesteld. Het maximum aantal leden van de raad is negen incl. de voorzitter. De leden zijn onafhankelijk. De Algemene wet bestuursrecht vormt de basis voor de advisering. Artikel 4.2 van de inspraakverordening gemeente Brummen 2006 is van toepassing. Voorts wordt artikel 36 van de Algemene Subsidieverordening van toepassing verklaard. Het betreft hier immers geen rechtspersoon, maar een adviesorgaan.
De adviesraad zal het college adviseren over beleidsvoornemens. De Wmo-adviesraad geeft gevraagd en ongevraagd advies op de negen terreinen die onder de Wet vallen. Op elk van deze terreinen is deskundigheid binnen de raad noodzakelijk om goede adviezen te kunnen geven. Het spreekt voor zich dat de Wmo-adviesraad zich verzekerd weet van goede sociale contacten onder de burgerij en de doelgroepen en dat de belangen van de diverse doelgroepen in objectiviteit worden gewogen en beoordeeld.
Voor zover het binnen de reikwijdte van de Wet maatschappelijke ondersteuning aan de orde is heeft de Wmo-raad een organisatiebrede adviestaak. Zo wordt een integrale benadering van thema’s bewerkstelligd en wordt een bijdrage geleverd aan de kwaliteitszorg van het gemeentelijk beleid.
De Wmo-raad kan binnen de grenzen van de toegekende subsidie, deskundigheid inhuren.
Gevraagde en ongevraagde adviezen aan het college over de prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning:
1: Sociale samenhang en leefbaarheid
2: Preventiebeleid kinderen en jeugdigen met problemen
3: Informatie, advies en cliëntondersteuning
4: Ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligers
5: Deelname maatschappelijk verkeer/bevorderen zelfstandig functioneren mensen met beperking
6: Voorzieningen voor mensen met beperking
7, 8 en 9 Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, huiselijk geweld; Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ); Ambulante verslavingszorg
Het adviesorgaan ontvangt voor het jaar 2011 een instandhoudingssubsidie van maximaal € 10.570,-- (inclusief indexering).
Deze is opgebouwd uit de volgende componenten:
Vergoedingen die worden uitgekeerd aan de hand van het aantal bijeenkomsten, voorzien van een getekende aanwezigheidslijst, waarin de raad onderbouwde adviezen uitbrengt, tot een maximum van 6 per jaar. De hoogte van de vergoeding is € 103,67 per lid. De voorzitter ontvangt een vergoeding van € 133,29.
De gemeenteraad van Brummen heeft in november 2006 ingestemd met de beschikbaarstelling van een jaarlijkse bijdrage van maximaal € 10.000,--.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient:
De adviesraad dient een huishoudelijk reglement op te stellen, onder meer voorzien van een rooster van aftreden.
STICHTING PROGRAMMARAAD OOST-GELDERLAND
De stichting programmaraad Oost-Gelderland valt onder het sport- en cultuurbeleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
De regionale programmaraad brengt jaarlijks advies uit aan kabelexploitant UPC over welke zenders in het standaardpakket voor radio en televisie moeten komen in het gebied van Oost-Gelderland. Overigens is in de Mediawet vastgelegd dat 9 radio- en 7 televisiezenders verplicht opgenomen moeten worden in het standaardpakket voor radio en televisie. Voor het uitbrengen van deze adviezen vergadert de programmaraad enkele keren per jaar.
De Stichting Programmaraad Oost-Gelderland ontvangt een instandhoudingssubsidie die voor het jaar 2011 is bepaald op maximaal € 1.352,-- (afgerond en inclusief indexering).
De subsidie is bestemd voor het uitvoeren van activiteiten die verband houden met de adviesfunctie van de programmaraad, te weten:
Op basis van het raadsbesluit van 27 september 2007 en het beschikbare bedrag in de programmabegroting is het subsidieplafond voor het jaar 2011 vastgesteld op maximaal € 1.352,-- (afgerond en inclusief indexering).
Behoudens de vereisten die in de Mediawet zijn opgenomen worden er geen specifieke vereisten aan de organisatie gesteld.
STICHTING SLACHTOFFERHULP NEDERLAND REGIO OOST
De stichting slachtofferhulp Nederland regio oost valt onder het veiligheidsbeleid, zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
Het bevorderen van opvang van burgers uit de gemeente Brummen, die slachtoffer zijn geworden van een misdrijf of een ongeval. Product
Verzorgen van activiteiten gericht op het verlenen van hulp aan en het behartigen van de belangen van slachtoffers van misdrijven en verkeersongelukken.
De stichting ontvangt een instandhoudingssubsidie. Het subsidiebedrag is met ingang van 2004 gebaseerd op een bedrag van € 0,23 per inwoner, vermenigvuldigd met het aantal inwoners van de gemeente Brummen op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.
Voor het jaar 2011 betekent dat € 0,2568 (inclusief indexering) x 21.172 inwoners (per 01-01-2010) = een totaalbedrag van € 5.437,-- (afgerond en inclusief indexering).
Het subsidieplafond voor het jaar 2011 is vastgesteld op maximaal € 5.437,-- (afgerond en inclusief indexering).
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de organisatie, naast wat in de algemene bepalingen is gesteld:
Beschikbaar te zijn om slachtoffers uit de gemeente Brummen op te vangen.
STICHTING VRIJWILLIGE HULPDIENST HANDSAAM BRUMMEN-EERBEEK
De stichting vrijwillige Hulpdienst Handsaam Brummen-Eerbeek valt onder het Wmo-beleid, zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
Het aanbieden van (al dan niet begeleid) vervoer uitgevoerd door vrijwilligers ten behoeve van alle inwoners uit de gemeente Brummen.
De stichting ontvangt een instandhoudingssubsidie die bestaat uit een vast bedrag.
De subsidie is bestemd voor het bieden van (al dan niet begeleid) vervoer aan alle inwoners uit de gemeente Brummen. De vervoershulpvragen worden uitgevoerd door vrijwilligers van Stichting Hulpdienst Handsaam Brummen-Eerbeek.
De subsidie dient te worden gebruikt voor:
Het subsidieplafond voor het jaar 2011 is vastgesteld op maximaal € 3.189,-- (afgerond en inclusief indexering).
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient, naast wat in de algemene bepalingen is gesteld, er een actief voorlichtingsbeleid plaats te vinden over de activiteiten van de subsidie-aanvrager.
STICHTING HALT NEDERLAND REGIO GELDERLAND
De stichting vrijwillige Hulpdienst Handsaam Brummen-Eerbeek valt onder het Wmo-beleid, zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
Het aanbieden van (al dan niet begeleid) vervoer uitgevoerd door vrijwilligers ten behoeve van alle inwoners uit de gemeente Brummen.
De stichting ontvangt een instandhoudingssubsidie die bestaat uit een vast bedrag.
De subsidie is bestemd voor het bieden van (al dan niet begeleid) vervoer aan alle inwoners uit de gemeente Brummen. De vervoershulpvragen worden uitgevoerd door vrijwilligers van Stichting Hulpdienst Handsaam Brummen-Eerbeek.
De subsidie dient te worden gebruikt voor:
Het subsidieplafond voor het jaar 2011 is vastgesteld op maximaal € 3.189,-- (afgerond en inclusief indexering).
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient, naast wat in de algemene bepalingen is gesteld, er een actief voorlichtingsbeleid plaats te vinden over de activiteiten van de subsidie-aanvrager.
STICHTING HALT NEDERLAND REGIO GELDERLAND
De Stichting Halt Nederland regio Gelderland valt onder het lokaal veiligheidsbeleid zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
Het leveren van een bijdrage aan preventie en de bestrijding van jeugdcriminaliteit.
Uitvoering van preventieprojecten en voorlichting onder andere op het gebied van diefstal, vandalisme, jeugdcriminaliteit en vuurwerk op 14 basisscholen binnen de gemeente Brummen.
De stichting Halt Gelderland ontvangt een budgetsubsidie.
Over de hoogte van deze subsidie worden nadere afspraken tussen de gemeente en stichting gemaakt. Subsidieverstrekking vindt plaats op basis van vooraf overeengekomen activiteiten/projecten tegen een vooraf overeengekomen kostprijs (begroting).
Op basis van het beschikbare bedrag in de programmabegroting is het subsidieplafond voor het jaar 2011 vastgesteld op maximaal € 5.723,-- (inclusief indexering).
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de stichting op alle 14 basisscholen binnen de gemeente Brummen een preventieproject draaien.
Specifieke vereisten bij de aanvraag
De stichting Brummen-Krotoszyn valt onder het sport- en cultuurbeleid, zoals genoemd in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening.
Stimuleren van uitwisselingen tussen inwoners en organisaties van de gemeenten Krotoszyn (Polen)
De stichting ontvangt een instandhoudingsubsidie die bestaat uit een vast bedrag.
Op basis van het beschikbare bedrag in de programmabegroting is het subsidieplafond voor het jaar
2011 vastgesteld op maximaal € 3.819,-- (inclusief indexering).
Nadruk bij de uitwisselingsactiviteiten ligt op inhoudelijke thema's (leren van elkaar).
Specifieke vereisten bij de aanvraag
Aanvulling op Nadere regels subsidieverstrekking samenleving 2011
Nadere subsidieregels schoolbegeleiding
Het leveren van een bijdrage aan het verbeteren van de onderwijsleersituatie, schoolorganisatie, de schoolloopbaan van kinderen en de professionaliteit van leerkrachten bij scholen in de gemeente Brummen.
Het ondersteunen van scholen bij het vernieuwen en verbeteren van het onderwijs door het verrichten van begeleidingsactiviteiten, ontwikkelingsactiviteiten, advisering, informatieverstrekking, evaluatie en het verrichten van activiteiten ter bevordering van een optimale schoolloopbaan van kinderen. Het gaat daarbij dan om kinderen die problemen ondervinden in hun ontwikkeling. De uit te voeren activiteiten sluiten aan bij behoeften van schoolbesturen en bij het hiervoor genoemde beleidsdoel.
De schoolbegeleidingsdiensten IJsselgroep en de Begeleidingsdienst voor vrijescholen kunnen een aanvraag indienen voor een eenmalige budgetsubsidie voor de periode augustus 2011 tot en met december 2011. De budgetsubsidie is in tegenstelling tot hetgeen in de “nadere regels subsidieverstrekking samenleving 2011” vermeld geen structurele subsidie maar een eenmalige subsidie voor de periode augustus 2011 tot en met december 2011.
In tegenstelling tot hetgeen is bepaald in artikel 6.1 en 6.2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Brummen wordt de subsidie verstrekt aan rechtspersonen die niet in de gemeente Brummen zijn gevestigd. De activiteiten waarvoor deze subsidie wordt verstrekt komen echter wel direct ten goede aan scholen in de gemeente Brummen.
De subsidie wordt vastgesteld op basis van de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor deze subsidie bedoeld is tot maximaal het vastgestelde subsidieplafond.
Aan de subsidieontvanger worden geen eisen gesteld wat betreft reservevorming.
Het subsidieplafond voor de periode augustus 2011 tot en met december 2011 is als volgt vastgesteld. Voor schoolbegeleiding aan regulier primair onderwijs door schoolbegeleidingsdienst IJsselgroep is maximaal € 23.005,68 beschikbaar. Voor schoolbegeleiding aan speciaal onderwijs door de Begeleidingsdienst voor vrijescholen is maximaal € 1.364,74 beschikbaar.
De verdeling naar regulier primair onderwijs en speciaal onderwijs is bepaald door het totale beschikbare subsidiebedrag te verdelen naar rato van het aantal leerlingen in het regulier primair onderwijs en speciaal onderwijs in de gemeente Brummen. Voor het bepalen van het aantal leerlingen geldt de wettelijke teldatum van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
De schoolbegeleidingsdienst beschikt over deskundigheid op de terreinen onderwijskunde, pedagogiek, orthopedagogiek, psychologie, organisatiekunde en informatie- en communicatietechnologie.
Specifieke vereisten bij de aanvraag
De schoolbegeleidingsdiensten maken met de schoolbesturen van de scholen in Brummen afspraken over de uit te voeren activiteiten. De aanvraag voor subsidieverlening bevat in tegenstelling tot artikel 11.2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Brummen tenminste:
4. Overgangs- en slotbepalingen
De subsidievaststelling van subsidies die verleend zijn in 2010 vindt plaats op basis van de ‘Nadere regels subsidieverstrekking Samenleving 2010’.
De ‘Nadere regels subsidieverstrekking Samenleving 2011’ gelden van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.
Deze nadere regels ‘Nadere regels subsidieverstrekking Samenleving 2011’ kunnen worden aangehaald als nadere subsidieregels 2011.