Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Verordening marktgelden 2011 (9.10b)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening marktgelden 2011 (9.10b)
CiteertitelVerordening marktgelden 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 229, lid 1
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regeling gemeentelijke belastingen 2002

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-06-2011art. 3

01-06-2011

Rond Haaksbergen, 09-06-2011

01-04-201101-01-2012nieuwe regeling (tevens intrekking)

30-03-2011

Rond Haaksbergen, 31-03-2011

Onbekend
01-04-201110-06-2011nieuwe regeling (tevens intrekking)

30-03-2011

Rond Haaksbergen, 31-03-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Onderwerp: Verordening marktgelden 2011

 

Samenvatting

Deze verordening geeft aan dat een recht wordt geheven voor het innemen van een standplaats op de wekelijkse warenmarkt of buiten de wekelijkse warenmarkt om.

 

De gemeenteraad van Haaksbergen;

 

voorstel van het college van: 1 maart 2011

 

wettelijke basis: bepalingen van de Gemeentewet (artikel 229, eerste lid, aanhef en onder a en b) en de Algemene wet bestuursrecht

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2011

 

Aard van de heffing en belastbaar feit

Artikel 1

Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op:

  • a.

    de voor het houden van de wekelijkse warenmarkt aangewezen plaatsen;

  • b.

    locaties op gemeentelijke grond buiten de wekelijkse warenmarkt om.

 

 

Belastingplicht

Artikel 2
  • 1.

    Het marktgeld genoemd in artikel 1, onder a, wordt geheven van degene die tijdens de weekmarkt enig gedeelte van het marktterrein als standplaats gebruikt.

  • 2.

    Het marktgeld genoemd in artikel 1, onder b, wordt geheven van degene die op grond van de Algemene plaatselijke verordening vergunningplichtig is voor het innemen van een standplaats en deze inneemt op gemeentelijke grond

    anders dan tijdens de wekelijkse warenmarkt.

 

 

Tarieven

Artikel 3
  • 1.

    Voor het gebruik van een standplaats op de wekelijkse warenmarkt als bedoeld in artikel 1, onder a, wordt per dag (of gedeelte daarvan) en per strekkende meter frontbreedte (of gedeelte daarvan) een recht geheven van € 2,06.

    Dit recht wordt per dag (of gedeelte daarvan) verhoogd met een recht ad € 3,10 wegens promotie van de markt.

  • 2.

    Voor het gebruik van een standplaats buiten de wekelijkse warenmarkt om als bedoeld in artikel 1, onder b, wordt per dag (of gedeelte daarvan) en per strekkende meter frontbreedte (of gedeelte daarvan) een recht geheven van € 1,05.

    Indien gebruik wordt gemaakt van de door de gemeente aangebrachte elekriciteitsvoorziening wordt dit recht per strekkende meter frontbreedte (of gedeelte daarvan) verhoogd met een recht van € 0,28.

  • 3.

    Onder frontbreedte wordt verstaan de lengte van de ingenomen standplaats, gemeten langs de voorzijde, alsmede langs de achterzijde en/of langs één of beide zijkanten, indien het publiek daar toegang heeft en aldaar goederen zijn uitgestald.

     

     

  • Belastingtijdvak

     

Artikel 4
  • 1.

    Indien voor een standplaats een vergunning wordt afgegeven, dan is het belastingtijdvak de periode waarvoor een vergunning voor een standplaats geldt, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan drie maanden het belastingtijdvak gelijk is aan een kwartaal.

  • 2.

    Het marktgeld voor een dagplaats wordt per dag geheven.

 

 

Wijze van heffing

Artikel 5

Het marktgeld wordt geheven:

  • a.

    bij wege van aanslag indien het een vaste plaats betreft;

  • b.

    bij wege van mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder ook wordt begrepen een nota of andere schriftuur in de overige gevallen.

 

 

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Artikel 6
  • 1.

    In de gevallen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is het marktgeld verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het naar kwartaaltarieven geheven marktgeld verschuldigd voor zoveel derde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde rechten als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak door intrekking van de vergunning eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het naar kwartaaltarieven geheven marktgeld voor zoveel derde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van overmacht gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 4 opeenvolgende weken de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en hij gedurende die periode de standplaats niet door een ander heeft laten innemen, wordt op verzoek ontheffing verleend van de belastingplicht voor een kalendermaand over elke volle 4 opeenvolgende weken waarin van de vaste plaats geen gebruik kan worden gemaakt.

  • 5.

    In de gevallen anders dan die bedoeld in artikel 5, eerste lid, is het marktgeld verschuldigd bij aanvang van het gebruik van de standplaats.

 

 

Termijnen van betaling

Artikel 7
  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald indien:

    • a.

      bij wege van aanslag per kwartaal wordt geheven, binnen een maand na de dagtekening van de aanslag;

    • b.

      bij wege van mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving wordt geheven, op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving. In dat geval is chartale betaling mogelijk.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder a, kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen in drie gelijke maandelijkse termijnen worden betaald, indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige worden afgeschreven.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

 

Kwijtschelding

Artikel 8

Voor marktgelden wordt geen kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 verleend.

 

 

Nadere regels door het college

Artikel 9

Het college kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van marktgelden.

 

 

Inwerkingtreding

Artikel 10
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 2011.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 april 2011.

  • 3.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 17 december 2008 vastgestelde Verordening marktgelden 2009 ingetrokken.

 

 

Citeertitel

Artikel 11

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening marktgelden 2011.

 

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 30 maart 2011

 

 

mr. G. Raaben P. van Veen

griffier voorzitter

 

(De Eerste wijziging Verordening marktgelden 2011 is vastgesteld op 1 juni 2011 en inwerkinggetreden op 10 juni 2011)