Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Wmo |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Commissies |
geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 21-12-2006 Gemeenteblad 2006, 42 | 06-126 |
In dit besluit wordt verstaan onder:
Wmo-cliëntenraad: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde vertegenwoordigers van zelforganisaties van belanghebbenden en/of belanghebbende vertegenwoordigende organisaties op het gebied van de Wmo. De vertegenwoordigers zijn voor deze taak voorgedragen door de zelforganisaties, door een de belanghebbende vertegenwoordigende organisatie of door de Wmo-cliëntenraad.
Het advies van de Wmo-cliëntenraad wordt aan de gemeenteraad gestuurd. In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de Wmo-cliëntenraad, wordt in het betreffende voorstel aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-cliëntenraad is afgeweken.
Burgemeester en wethouders voorzien de cliëntenraad van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo-cliëntenraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen. De informatie wordt desgevraagd in speciale vorm aangeleverd .
Artikel 7 - Huishoudelijk reglement
1. De Wmo-cliëntenraad stelt een huishoudelijk reglement vast. In dit huishoudelijk reglement kunnen onder meer nadere regels worden opgenomen met betrekking tot stemprocedures, het aftreedschema, het aantal vergaderingen, de consultatie van de achterbannen/doelgroepen, de plaatsvervangende leden enz.
Burgemeester en wethouders stellen aan de Wmo-cliëntenraad zodanige middelen ter beschikking dat de raad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening haar taken uit te voeren. Hierbij zijn in ieder geval vergoedingen voor de volgende onkosten inbegrepen: speciale faciliteiten vanwege beperking, presentiegeld, deskundigheidsbevordering, documentatie, ondersteuning, kantoorkosten, overleg achterban, PR, overleg met en raadpleging van andere en eigen doelgroepen.
Toelichting Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2007
Sub 2: Purmerend kiest er voor om voor de participatie van cliënten die gebruik (moeten) maken van de voorzieningen die in het kader van de Wmo worden verstrekt en de ondersteuning die hen in kader van die wet wordt geboden, vorm te geven middels het instellen van een Wmo-cliëntenraad. Diverse partijen kunnen kandidaten voordragen. De vertegenwoordigers dienen over draagvlak bij hun respectievelijke achterban(nen) te beschikken.
Sub2: Het gaat hierbij om alle onderdelen van Wmo-beleid waarbij sprake is van gemeentelijke beleidsruimte.Hierbij zijn de door de gemeenteraad vastgestelde kaders en de op basis daarvan door het college opgestelde Wmo-visie richting gevend.
Sub1: De Wet maatschappelijke ondersteuning beslaat een zeer groot aantal beleidsvelden. In goed overleg tussen college en de Wmo-cliëntenraad zal worden vastgesteld op welke terreinen wel of geen advies zal worden gevraagd of gegeven.
Sub2: De Wmo-cliëntenraad beperkt haar activiteiten tot zaken die inhoudelijk, procedureel van aard zijn en die de kwaliteit van uitvoering in het algemeen aangaan. Personeels- en organisatiebeleid zijn voorbehouden aan het college.
Het college kan besluiten een lid van de Wmo-cliëntenraad als adviseur te laten functioneren in de gemeentelijke Bezwarencommissie.
Sub 4: In overleg tussen de aangewezen contactambtenaar en de Wmo-cliëntenraad worden specifieke afspraken over de werkwijze waarin o.a. wordt vastgelegd welke termijnen worden gehanteerd voor aanlevering van stukken en doorlooptijden van behandeling bij de Wmo-cliëntenraad.
Sub 7: In dit overleg komen in elk geval evaluatie over gevoerd beleid en uitvoering aan de orde en de voornemens voor nieuw beleid.
Sub 12: De Wmo-cliëntenraad is zelf verantwoordelijk voor het organiseren van haar achterbanraadpleging. De wijze waarop dit gebeurt, kan in het huishoudelijk reglement worden opgenomen.
Sub 1 In principe gaat hier om één representant per doelgroep. Samen vormen zij een afspiegeling van de doelgroepen die onder de wet vallen.
Sub 2: In het huishoudelijk reglement wordt de vervangingsmogelijkheid verder uitgewerkt.
Sub 3: Er is sprake van een professionele voorzitter die zonder stemrecht de vergaderingen in goede banen leidt en bewaakt dat de afgesproken procedures, planningen en afspraken worden nageleefd en gehaald.
Sub 5: De gemeentelijke contactpersoon draagt na overleg met de Wmo-cliëntenraad een kandidaat-voorzitter voor benoeming voor.
Sub 6: Vertegenwoordiging van de volgende doelgroepen wordt nagestreefd in de Wmo-cliëntenraad; ouderen, chronisch zieken, GGZ-doelgroep, mensen met een verstandelijke beperking, personen met een lichamelijk beperking,dak- en thuislozen, mantelzorg, Nederlanders met een niet-Westerse achtergrond en jongeren.
Sub 1, 2 en 3: De leden en voorzitter worden in principe benoemd voor een periode van 2 jaar. Het is echter niet wenselijk voor de continuïteit en ervaring om de gehele samenstelling van de Wmo-cliëntenraad telkens per 2 jaar te wijzigen. De raad kan in het huishoudelijk reglement aangeven hoe deze continuïteit wordt geregeld en voor de startfase een overloopregeling vaststellen.
Sub 4: De maximale zittingsduur van leden van de Wmo-cliëntenraad is zes jaar.
De Wmo-cliëntenraad heeft de mogelijkheid om een en ander zelf vast te leggen in een huishoudelijk reglement. Dit hoeft niet door het college te worden vastgesteld.
Sub1: Het college stelt jaarlijks een budget beschikbaar, waarbij de hoogte van de presentiegelden wordt vastgesteld.
Sub 3: Een dergelijke aanvraag dient te zijn voorzien van een plan van aanpak en financiële onderbouwing.
Sub 1: Het streven is er op gericht om in goed onderling overleg te komen tot oplossingen voor situaties waarin deze verordening niet voorziet. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij het gemeentebestuur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Purmerend op 30 november 2006.