Organisatie | Oudewater |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Hekendorp voor de gemeente Oudewater 2011 |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaatsen Oudewater 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats te Hekendorp in de gemeente Oudewater 2011, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 8 maart 2011 en in werking getreden op 30 maart 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-2011 | Nieuwe regeling | 17-03-2011 IJsselbode, 22 maart 2011 | Raad 201100012 Decos 191 |
Beheersverordening begraafplaatsen Oudewater 2011
De raad van de gemeente Oudewater
gelezen het voorstel van het college d.d. 31 januari 2011
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging;
besluit : I. in te trekken de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999’ van 25 november 1999, en II. vast te stellen de volgende
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Hekendorp voor de gemeente Oudewater 2011
Titeldeel 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. begraafplaats: De gemeentelijke begraafplaats die de gemeente Oudewater ten tijde van de verordening in beheer heeft, tenzij anders vermeld, betreffende:
- de begraafplaats Hekendorp aan de Hekendorpse buurt.
b. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van een of meer lijken;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van een of meer asbussen met of zonder urn;
c. particulier dubbelgraf: twee naast elkaar gelegen particuliere graven die gelijktijdig worden uitgegeven en waarin enkeldiep wordt begraven waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;
d. urnennis: een nis, bij de gemeente in beheer, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het voorrecht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van een of meer overledene(n);
e. algemeen graf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan inwoners van de gemeente gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een of meer lijken;
f. urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een particulier urnengraf;
g. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
h. urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;
i. grafbedekking: gedenkteken, grafbeplanting en andere voorwerpen op een graf of bij een urnenruimte;
j. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;
k. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oudewater, ieder voor zover verantwoordelijk;
l. rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf of een urnennis;
m. belanghebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf, of een algemene urnennis;
n. eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;
o. grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht of het gebruik wordt verleend;
p. grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier (dubbel)graf of particuliere urnennis.
q. gebruik: het gebruik van een algemeen graf of algemene urnennis.
Titeldeel 1 Beheer, bestemming en registratie
Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:
a. de aanwezige administratie van de begraafplaats;
b. de dagelijkse leiding van de begraafplaats;
c. het onderhoud van de begraafplaats;
De onder artikel 1, lid a (Begripsomschrijvingen) van de beheersverordening begraafplaatsen, genoemde begraafplaats is bestemd voor:
a. het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van een of meerdere lijken;
b. het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van een of meerdere asbussen bevattende de as van personen;
Artikel 5 Register en plaatsregistratie
De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of de bijzetting. In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de belanghebbenden van de graven met hun namen en adressen opgenomen.
Het is verboden op de begraafplaats:
a. zich op hinderlijke wijze te gedragen;
b. zich te bevinden in kennelijke staat van dronkenschap of onder invloed van drugs;
c. te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;
d. op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;
e. op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;
f. de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;
g. dieren mee te nemen, met uitzondering van een hond ter begeleiding van een blinde;
i. te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;
j. zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;
k. iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene.
Het is verboden op de begraafplaats:
a. rij- of voertuigen, met uitzondering van invalidenwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;
Titeldeel 1 Indeling begraafplaats en onderscheid graven
Artikel 13 Aantal overledenen en asbussen
Het college stelt nadere regels betreffende het aantal overledenen en asbussen dat in een particulier graf en algemeen graf kan worden begraven en bijgezet.
Artikel 14 Grafrechttermijn particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het uitsluitend recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het grafrecht is uitgegeven.
a. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanig periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.
b. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 23, lid 1 (Overdracht), bedoelde personen.
c. Het recht tot bijzetting vervalt indien de laatste begraving niet binnen 75 jaar na datum van uitgifte heeft plaatsgevonden.
Artikel 15 Gebruikstermijn algemene graven
Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn van 20 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. De lichamelijke resten kunnen echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de belanghebbende volgens de bepalingen van deze verordening in een ander particulier graf worden herbegraven.
Titeldeel 1 Vereisten voor begraving of bijzetting
Artikel 17 Kennisgeving begraven en asbezorging
De rechthebbende of belanghebbende die wil doen begraven of een asbus wil doen plaatsen, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk of telefonisch kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
Artikel 18 Openen en sluiten van het graf
De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van of namens de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:
a. de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 17 (Kennisgeving begraven en asbezorgen), 18 (Openen en sluiten van het graf) en 19 (Te overleggen documenten) opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend;
b. alleen bij begraving van een lijk, het personeel van de begraafplaats de identiteit van de overledene heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.
Artikel 21 Lijkomhulsel en grafgiften
Rechthebbenden of belanghebbenden leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998.
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het grafrecht op het particulier graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 25 Vervallen grafrechten
Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:
a. indien de betaling van de gebruiks- en onderhoudsrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;
b. indien de rechthebbende of de belanghebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
c. indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 23, lid 2, (Overdracht) gestelde termijn is overgeschreven.
Titeldeel 1 Gedenktekens en grafbeplantingen
Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats. Tegen betaling van de rechthebbende van het daarvoor jaarlijks verschuldigd recht kan de gemeente voorzien in het onderhoud van het gedenkteken. Onder dit onderhoud wordt verstaan: het schoonhouden van het gedenkteken; het in ordelijke staat houden, het zo nodig snoeien en opbinden van planten, alsmede het verwijderen van verdorde bladeren, planten en plantdelen.
Artikel 28 Onderhoud rechthebbende / belanghebbende
Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking (geheel of gedeeltelijk) doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in lid 4, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de belanghebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken en/of de grafbeplanting. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom houden van de in artikel 26 (Vereisten grafbedekkingen) bedoelde gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende te zijn aangebracht.
Artikel 30 Tijdelijke verwijdering
Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in het particulier graf of algemeen graf geschiedt namens de rechthebbende of belanghebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende.
Een rechthebbende of belanghebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder gedurende 2 jaar voor het verlopen van het grafrechttermijn een aanvraag indienen om de overblijfselen en de asbus(sen) te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze in een ander particulier graf opnieuw te doen begraven respectievelijk te verstrooien.
Indien na de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Na het vervallen van het grafrecht kunnen rechthebbenden of belanghebbenden geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.
Titeldeel 1 Overige bepalingen
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999’, vastgesteld op 25 november 1999, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Artikel 38 Beslissingsbevoegdheid
In geval waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Oudewater in de vergadering van 17 maart 2011,
de griffier, mr. R.P.A. van Aalst
de voorzitter, mw. M.C.A.A. Ruigrok
Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats te Hekendorp in de gemeente Oudewater 2011 1
Het gemeentebestuur van de gemeente Oudewater
gelet op de ‘Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats te Hekendorp in de gemeente Oudewater 2011’.
vast te stellen de volgende nadere regels:
Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats te Hekendorp in de gemeente Oudewater 2011.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In de verordening wordt verstaan onder:
a. gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren daaronder begrepen kettingen en hekwerken;
b. grafbeplanting: vaste- en winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of het college op een graf wordt aangebracht;
c. duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, kera¬miek, kunststof en metaal, die van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen, e.d. gewaarborgd is.
Artikel 2 Openstelling en begraaftijden
1. De openingstijden van de begraafplaats zijn van zonsopgang tot zonsondergang.
2. De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as is op werkdagen en op zaterdagen van 08.00 uur tot 16.00 uur.
3. Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.
Artikel 3 Mogelijkheden lijkbezorging
1. Op de gemeentelijke begraafplaats worden de volgende mogelijkheden tot lijkbezorging geboden:
- het begraven in een particulier graf;
- asbussen bij te zetten in een particuliere urnennis;
2. Op de gemeentelijke begraafplaats wordt eveneens de mogelijkheid geboden om:
- te begraven in een algemeen graf;
- asbussen bij te zetten in een algemene urnennis;
De afmetingen van het grafoppervlak van de graven komen overeen met de afmetingen van de liggende gedenktekens genoemd in artikel 7.
Artikel 5 Indeling en onderscheid graven en aantallen overledenen
1. In een particulier graf, gelegen in de vakken L1 t/m L10 kan maximaal één lijk worden begraven en één asbus worden bijgezet;
2. In een particuliere en algemene urnennis, betreffende de nummers 1 t/m 56 kunnen maximaal twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet;
4. In een algemeen graf, gelegen in de vakken R4 t/m R10 kan maximaal één lijk worden begraven;
5. In een particulier en algemeen urnengraf, betreffende de nummers 57 t/m 65 kunnen maximaal twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet;
Artikel 6 Vereisten vergunning
1. Een vergunning voor het aanbrengen of vervangen van een gedenkteken of grafkelder dient schriftelijk bij het college te worden aangevraagd, onder overlegging van een ontwerptekening, schaal 1:10 en een duidelijke omschrijving van de toe te passen materialen.
2. Op deze ontwerptekening dienen tenminste vermeld te worden een boven , voor en zijaanzicht met alle hoogte , breedte , dikte en lengtematen;
- een boven , voor en zijaanzicht met alle hoogte , breedte , dikte en lengtematen;
- de soort, de kleur en de bewerking van het te gebruiken materiaal;
- of de letters e.d. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;
- de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;
- de handtekening van de rechthebbende.
3. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.
4. De aanvraag zoals bedoeld in lid 1, dient minstens vier weken voor het plaatsen te worden ingediend bij het college. Het college geeft schriftelijk bericht wanneer de rechthebbende het gedenkte¬ken kan plaatsen.
5. Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:
a. niet voldaan is aan de in deze nadere regels gestelde bepalingen;
b. de grafbedekking of andere voorwerpen afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
d. de constructie van de grafbedekking of andere voorwerpen ondeugdelijk is.
Artikel 7 Afmetingen grafmonument
1. De maximum afmetingen voor het staande gedeelte van een grafmonument zijn:
- breedte 80 cm en hoogte 100 cm;
- de minimum dikte van een staande steen bij een hoogte van 60 cm moet bedragen 4 cm
- de minimum dikte van een staande steen bij een hoogte van 60 - 80 cm moet bedragen 5 cm
- de minimum dikte van een staande steen bij een hoogte van 80 - 100 cm moet bedragen 6 cm
2. De maximum afmetingen voor het liggende gedeelte van een grafmonument zijn:
- op een enkel graf: breedte 80 cm en lengte 175 cm;
3. Op een dubbelgraf is het alleen toegestaan twee enkele grafmonumenten te plaatsen, die beide aan de afmetingen in lid 1 van dit artikel voldoen. De afzonderlijke monumenten dienen gecentreerd boven de overledene geplaatst te worden.
4. Het college kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere afmetingen;
5. De bovenkant van afdekplaten van graven mag zich niet hoger bevinden dan het omliggende maaiveld.
Artikel 8 Fundering grafmonument
1. Het gedenkteken moet geplaatst worden op een gewapende betonplaat;
2. Een staande steen dient zodanig te worden bevestigd op de fundering of het liggende grondvlak dat de verbinding voldoende star is.
Artikel 9 Tijdstip van plaatsing
1. Het tijdstip van plaatsing, herstel of vervanging van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. Het plaatsen van een gedenkteken dient plaats te vinden op werkdagen van maandag t/m zaterdag van 09:00 uur tot 15:00 uur.
2. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.
Artikel 10 Overige grafbedekking
1. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen en eenjarige gewassen te planten.
2. Het planten van bomen op het graf is niet toegestaan.
3. Voor het planten van heesters is toestemming van de beheerder nodig.
4. Het aanbrengen van kettingen en hekwerken is niet toegestaan.
5. Het is niet toegestaan op of naast een graf, voor of naast het gedenkteken of voor of naast de beplan¬ting één of meerdere kantafzettingen aan te brengen.
6. Potten, vazen of andere voorwerpen buiten de voor het graf beschikbare oppervlakte kunnen van gemeentewege verwijderd worden zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.
Het vermelden van een firmanaam of enige andere reclame op een gedenkteken of onderdeel daarvan is verboden.
Artikel 12 Afval en beschadigingen
1. Alle sporen van afval, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekenen, moeten van de begraafplaats meegenomen worden.
2. Beschadigingen, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekenen moeten worden hersteld door de rechthebbende, belanghebbende of veroorzaker van de schade.
1. De oppervlakte van een particulier of algemeen graf kan door de rechthebbenden of de belanghebbende van het graf worden beplant met gewassen die de voor het graf beschikbare oppervlakte volgens artikel 7 (Afmetingen grafmonument) niet overschrijden of door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De hoogte van deze gewas¬sen mag niet meer zijn dan maximaal 100 cm.
2. Gewassen buiten bovengenoemde ruimte kunnen van gemeentewege verwijderd worden zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.
Artikel 14 Onderhoud rechthebbende/ belanghebbende
1. De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking op het graf “behoorlijk te onderhouden of te herstellen”. Onder dit onderhoud wordt verstaan: Het schoonmaken van het gedenkteken, het indien nodig stellen van het gedenkteken, het verven of vergul¬den van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en eventueel vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige planten, het verwijderen van dode planten, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekking.
2. Het groenafval dat vrij komt bij het onderhoud dient door een ieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.
3. Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.
1. Deze voorschriften treden in de plaats van alle voorafgaande voorschriften van de gemeentelijke begraaf¬plaats met betrekking tot de grafbedekkingen.
2. Deze voorschriften kunnen worden aangehaald als ‘Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaats te Hekendorp in de gemeente Oudewater 2011’.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in zijn vergadering van 8 februari 2011 onder de bepaling dat deze voorschriften per 30 maart 2011 in werking treden.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oudewater
de burgemeester, mw. M.C.A.A. Ruigrok