Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsnotitie uitwerking groenfonds |
Citeertitel | Beleidsnotitie uitwerking groenfonds |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | projectenlijst |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2009 | 11-04-2012 | Nieuwe regeling | 09-12-2008 Streekbode 18 november 2009 | Onbekend |
Op 26 juni 2007 heeft de gemeenteraad de beleidsregel compensatie bij woningbouwontwikkeling ‘groen voor rood’ vastgesteld. Deze beleidsregel voorziet in de instelling van een groenfonds ter compensatie van woningbouwontwikkeling. Het groenfonds is een door de gemeente ingesteld fonds, waarin financiële bijdragen worden gestort door derden. Dit kunnen particulieren, bedrijven of projectontwikkelaars zijn. Het fonds is gelabeld waardoor de inhoud alleen gebruikt kan worden voor groenprojecten binnen de gemeente Leudal.
Deze notitie bevat een uitwerking van het groenfonds. De reikwijdte van het groenfonds is daarbij uitgebreid met potentiële baten die voortkomen uit initiatieven in het buitengebied. Ook geeft deze notitie duidelijkheid over de projecten die worden uitgevoerd met inkomsten uit het groenfonds.
Er zijn diverse inkomstenbronnen voor het groenfonds. Dit betreft:
Naast het bestaande beleid ‘compensatie bij woningbouwontwikkeling groen voor rood’ is door de gemeenteraad op 15 mei 2007 de notitie ’uniformering beleid bestemmingsplan buitengebied Leudal 2007’ vastgesteld. Deze notitie bevat onder andere beleidsregels over woningsplitsing en uitbreiding van burgerwoningen in het buitengebied waarbij een tegenprestatie wordt gevraagd. Deze tegenprestatie kan bestaan uit een bijdrage in het groenfonds indien er op de locatie van het initiatief geen of onvoldoende mogelijkheden zijn voor compensatie, zoals natuur- of landschapsontwikkeling.
Soms komt het voor dat er onvoldoende mogelijkheden zijn voor landschappelijke inpassing ter plaatse bij bijvoorbeeld uitbreiding van agrarische bedrijven (bouwkavel op maat plus) of bij andere initiatieven. In deze gevallen kan een bijdrage gestort worden in het groenfonds ter waarde van de niet te realiseren landschappelijke inpassing.
Daarnaast kan er sprake zijn van zogenaamde ‘VORm-plichtige’ (Verhandelbare Ontwikkelingsrechten methode) plannen. ‘VORm’ is een instrument van de Provincie Limburg gebaseerd op het ‘voor-wat-hoort-wat-beginsel’ en het principe ‘groen voor rood’. Concreet houdt dit in dat woningbouw, uitbreiding van bedrijven en commerciële bedrijven buiten de kern (de zogenaamde rode contour) bij dienen te dragen aan een kwaliteitsverbetering van het landelijk gebied. Deze kwaliteitsverbetering kan gerealiseerd worden door natuurontwikkeling in de provinciale omgevingszone groen (POG). Ingevolge het beleid van de gemeente Leudal dient deze natuurontwikkeling plaats te vinden binnen of nabij de gemeentegrenzen van Leudal.
Op 1 juli 2008 is de grondexploitatiewet en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De grondexploitatiewet biedt – binnen bepaalde wettelijke regels - mogelijkheden om kosten te verhalen bij de uitgifte van gronden voor woningbouw. Deze baten kunnen tevens worden aangewend voor het groenfonds. Hiervoor is het noodzakelijk dat de gemeente een structuurvisie opstelt waarin wordt aangegeven op welke locaties natuurontwikkeling gewenst is.
Van belang is dat gelden uit het groenfonds alleen gebruikt worden voor natuurontwikkelingsprojecten of landschapsprojecten en niet voor andere doeleinden.
Om deze reden zijn er projectvoorstellen gemaakt waarin de concrete projecten worden beschreven. De voorwaarden zijn:
Het gaat om natuur- of landschapsprojecten die leiden tot een kwaliteitsverbetering in de omgeving. Van belang is dat de omgeving in een breder verband hiermee gebaat is. Het kan gaan om natuurprojecten die betrekking hebben om de realisatie van de ecologische hoofdstructuur of provinciale omgevingszone groen maar ook om projecten die leiden tot een verbetering van natuur of landschap ter plaatse.
Als basis is het landschapsontwikkelingsplan tuin van Limburg (LOP) gebruikt. Dit plan is in 2006 door de voormalige gemeenten van Leudal vastgesteld. De projecten zullen tevens een basis moeten hebben in de nog op te stellen structuurvisie. Dit is namelijk een vereiste van de grondexploitatiewet. De bedoeling is dat de gemeenteraad periodiek een lijst met projecten vaststelt.
De initiatiefnemer stort een bijdrage (tegenprestatie) in het groenfonds van de gemeente. Deze bijdrage wordt besteed aan een natuur- of landschapsproject zoals opgenomen op de projectenlijst. De tegenprestatie wordt direct gekoppeld aan een project zoals opgenomen op de projectenlijst. Daarbij gelden de volgende
De zogenaamde VORm bijdragen dienen besteed te worden aan realisatie van de provinciale omgevingszone groen (POG). Dit is op dit moment provinciaal beleid. De provincie heeft plannen om dit beleid te wijzigen. Als dit beleid gewijzigd is kunnen deze gelden besteed worden aan andere groenprojecten binnen de gemeente Leudal.
Gezien de raakvlakken met diverse beleidsterreinen en afdelingen binnen de ambtelijke organisatie is het wenselijk dat er één aanspreekpunt binnen de organisatie wordt benoemd. Zo wordt tevens gewaarborgd dat de bijdragen uit het groenfonds uitsluitend worden besteed aan natuur- en landschapsprojecten zoals opgenomen op de projectenlijst. Deze contactpersoon bewaakt de kwaliteit van de projecten, beheert het budget en bepaalt mede aan welke projecten de bijdrage ten goede komt.
In de beleidsregel compensatie bij woningbouwontwikkeling ‘groen voor rood’ (binnen de kernen) en het beleid uniformering bestemmingsplan buitengebied is beleid opgenomen voor compensatie. In onderstaande tabel is deze compensatie verder uitgewerkt.
In de tabel staan per onderdeel compensatie bijdragen opgenomen. De maatregelen die leiden tot een kwaliteitsverbetering in de omgeving moeten een waarde hebben ter hoogte van deze compensatie. Door bijdragen te koppelen aan de compensatie kunnen de diverse aanvragen beter met elkaar vergeleken worden en is de hoogte van de tegenprestatie voor elke aanvrager even hoog. Indien de aanvrager geen mogelijkheden heeft voor compensatie, kan een bijdrage in het groenfonds worden gestort. De compensatie moet worden besteed aan (groen)projecten die leiden tot een kwaliteitsverbetering in de omgeving.
De bedoeling is dat de initiatiefnemer eerst plannen aandraagt ter verbetering van zijn eigen woonomgeving. Voorbeelden zijn sloop van overtollige bedrijfsgebouwen, aanleg natuur of kleine landschapselementen, wandelpaden met voorzieningen zoals banken e.d. en extra architectonische verbeteringen aan een gebouw. Deze kosten blijken uit offertes. Voor sloop van oude, overtollige (bedrijfs)gebouwen wordt een vaste vergoeding van €25,- per m2 vloeroppervlak gebouw gerekend. Eigen werkzaamheden mogen hierbij ook in rekening worden gebracht indien dit goed onderbouwd wordt.
Uit diverse aanvragen blijkt dat het niet altijd mogelijk is om ter plaatse van het initiatief een kwaliteitsverbetering te realiseren. In deze gevallen kan een storting in het groenfonds worden gedaan ter hoogte van de bijdrage genoemd in de tabel.
BOM+ plan / bijgebouw burgerwoning
Hiermee wordt het beleid ‘bedrijfskavel op maat plus bedoeld’. Agrarische bedrijven die willen uitbreiden zijn daarbij verplicht om hun bedrijf in het landschap in te passen door de aanplant van bomen en hagen. In de meeste gevallen is landschappelijke inpassing ter plaatse mogelijk.
De waarde van deze noodzakelijke landschappelijke inpassing vormt het uitgangspunt. Indien dit niet of onvoldoende mogelijk is dient een bijdrage in het groenfonds te worden gestort ter hoogte van de compensatie die noodzakelijk was als landschappelijke inpassing wel ter plaatse mogelijk zou zijn. De waarde van de grond (die in dit geval niet hoeft te worden ingebracht voor landschappelijke inpassing) wordt hierbij geteld.
Dit uitgangspunt geldt ook bij toepassing van een ontheffingen procedure op basis van de Wro voor een bijgebouw bij een burgerwoning indien er onvoldoende mogelijkheden zijn voor landschappelijke inpassing.
De VORm bijdrage wordt volgens een vast format van de provincie Limburg bepaald. Ingevolge het beleid van de provincie dienen deze gelden te worden besteed aan realisatie van de provinciale omgevingszone groen (POG). Dit beleid gaat in de toekomst waarschijnlijk wijzigen. Ingevolge de beleidsnotitie uniformering bestemmingsplan buitengebied moeten deze gelden worden besteed aan realisatie van de provinciale omgevingszone groen binnen de gemeentegrenzen van Leudal of in de directe nabijheid ervan.
Uitgangspunt is het aanbrengen van streekeigen en inheemse erfbeplanting als aanvullende voorwaarde naast het compensatiebedrag. Dit heeft betrekking op het aanbrengen van bomen, grote struiken en hagen op het erf van het initiatief. Dit past in de strategische visie van Leudal die inzet op een versterking van de groene en ruimtelijke kwaliteiten in de gemeente. Indien dit ter plaatse niet of onvoldoende mogelijk is, wordt een extra bijdrage in het groenfonds vereist van € 500,-. Als op de locatie deze erfbeplanting reeds is aangebracht, dan hoeft geen bijdrage in het groenfonds te worden gestort. De aanvrager kan zelf een plan maken waarin deze erfbeplanting is opgenomen.
Een aanvraag is ingediend voor uitbreiding van een woning tot 800 m3. Op de locatie staat een 10 m2 groot oud bijgebouw. Daarnaast wil de initiatiefnemer een boomgaard aanplanten. Uit de offerte blijkt dat deze boomgaard €400,- kost, inclusief werkzaamheden. De initiatiefnemer plant de bomen zelf aan.
Ingevolge de beleidsnotitie is een compensatiebijdrage van €1000,- vereist.
Door sloop is voldaan aan: 25 x 10= € 250,
Initiatiefnemer moet nog €350,- in het groenfonds te storten. Daarnaast geldt als voorwaarde dat er erfbeplanting rondom de woning moet worden aangebracht. Indien er geen mogelijkheden zijn tot het aanbrengen van erfbeplanting zijn, zal de initiatiefnemer nog eens € 500,- extra in het groenfonds moeten storten.
De tegenprestatie, de compensatiebijdrage, het erfbeplantingsplan en het project waaraan de bijdrage wordt besteed wordt opgenomen in een overeenkomst. Deze overeenkomst wordt getekend door de gemeente en de initiatiefnemer (en tevens de provincie Limburg in geval van VORm-plichtige plannen.) De bijdrage wordt gestort voordat het planologische besluit wordt genomen. In deze overeenkomst staat o.a. de hoogte van de tegenprestatie en het project waaraan de bijdrage ten goede komt vermeld.
Indien de werkzaamheden in eigen beheer worden uitgevoerd, zal de initiatiefnemer garant moeten staan dat deze werkzaamheden daadwerkelijk worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld door het stellen van een bankgarantie.
Door deze beleidsnotitie zullen eerdere beleidsnotities op kleine onderdelen moeten worden aangepast om onduidelijkheden te voorkomen. Dit betreft de volgende aanpassingen:
-Beleidsnotitie uniformering bestemmingsplan buitengebied:
Uitbreiding van burgerwoningen: Het aanbrengen van erfbeplanting geldt als aanvullende voorwaarde en niet als compensatievoorwaarde.
-Beleidsnotitie compensatie bij woningbouwontwikkeling groen voor rood:
Deze beleidsnotitie wordt aangevuld met het uitgangspunt dat eerst in de omgeving van het plan wordt gekeken of compensatie mogelijk is, voordat een bijdrage in het groenfonds wordt gestort.