Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Purmerend

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePurmerend
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college
CiteertitelReglement van orde voor het college 2002
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie - inrichting en werkwijze

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 52

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-11-2002Nieuwe regeling

05-11-2002

geen

41081

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

Het college van de gemeente Purmerend,

 

gelet op artikel 52 van de Gemeentewet,

 

besluit:

vast te stellen het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Samenstelling college (34 Gemeentewet)

  • 1.

    De burgemeester en de wethouders vormen te zamen het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De burgemeester is de voorzitter van het college.

Artikel 2 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

  • 1.

    Het college regelt de verdeling van zijn werkzaamheden.

  • 2.

    Het college regelt de onderlinge vervanging in geval van verhindering of ontstentenis van één van de wethouders.

  • 3.

     

    • a.

      Het college regelt de vervanging van de burgemeester in geval van diens verhindering of ontstentenis.

    • b.

      Bij verhindering of ontstentenis van alle wethouders wordt het ambt van burgemeester waargenomen door het langstzittende lid van de raad. Indien meer leden van de raad even lang zitting hebben, vindt de waarneming plaats door het oudste lid in jaren van hen. De raad kan een ander lid van de raad met de waarneming belasten. (77,2 Gemeentewet)

    • c.

      Indien de commissaris van de Koningin het in het belang van de gemeente nodig oordeelt, voorziet hij in afwijking van het gestelde onder a. en b. in de waarneming. Alvorens daartoe over te gaan hoort hij de raad, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. (78,1 Gemeentewet)

    • d.

      Ten aanzien van degene die met de waarneming van het ambt van burgemeester is belast, zijn de artikelen 68 en 69 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. (80 Gemeentewet)

Artikel 3 Machtigen (168 Gemeentewet)

  • 1.

    Het college kan een of meer leden van het college machtigen tot uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

  • 2.

    Een krachtens machtiging uitgeoefende bevoegdheid wordt uit naam en onder verantwoordelijkheid van het college uitgeoefend.

  • 3.

    Het college kan te dien aanzien alle aanwijzingen geven die het nodig acht.

Artikel 4 Ondertekening stukken (75,2 jo 105 Gemeentewet)

  • 1.

    De stukken die van het college uitgaan worden door de burgemeester ondertekend. Het college kan hem toestaan de ondertekening op te dragen aan een ander lid van het college, aan de secretaris of aan een of meer andere gemeenteambtenaren.

  • 2.

    De stukken die van het college uitgaan worden door de secretaris medeondertekend, tenzij de ondertekening van stukken die van het college uitgaan ingevolge het eerste lid aan de secretaris of een andere gemeenteambtenaar is opgedragen.

HOOFDSTUK 2 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen voor vergaderingen

Artikel 5 Dag, plaats en aard van de vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van het college worden met gesloten deuren gehouden. (54,1 Gemeentewet)

  • 2.

    Het college vergadert in de regel eenmaal per week op dinsdag en voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee wethouders dat nodig achten.

  • 3.

    Indien twee of meer wethouders een vergadering nodig achten, verzoeken zij onder opgaaf van redenen aan de voorzitter deze bijeen te roepen.

  • 4.

    De vergaderingen worden in de regel in het stadhuis gehouden.

  • 5.

    De secretaris is in de vergadering van het college aanwezig. (104 Gemeentewet)

Artikel 6 Agenda

  • 1.

    Uiterlijk twee werkdagen voor iedere vergadering wordt door de secretaris aan de leden van het college een agenda en de daarbij behorende stukken toegezonden.

  • 2.

    Indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden van het college daarmee instemt, kan in spoedeisende gevallen van het gestelde in het eerste lid afgeweken worden.

  • 3.

    De burgemeester kan onderwerpen aan de agenda voor een vergadering van het college toevoegen (53a,2 Gemeentewet)

  • 4.

    De burgemeester kan ten aanzien van geagendeerde onderwerpen een eigen voorstel aan het college voorleggen. (53a,3 Gemeentewet)

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 7 Quorum (56 Gemeentewet)

  • 1.

    In de vergadering van het college kan slechts worden beraadslaagd of besloten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 2.

    Indien het vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, belegt de burgemeester, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het college kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 8 Onschendbaarheid (57 Gemeentewet)

De leden van het college en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergadering van het college hebben gezegd of aan het college schriftelijk hebben overgelegd.

Artikel 9 Stemmingen

  • 1.

    Indien geen van de leden van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 2.

    Indien een lid van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt mondeling gestemd, tenzij het achtste lid wordt toegepast.

  • 3.

    Een lid van het college neemt niet deel aan de stemming over:

    • a.

      een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

    • b.

      de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort. (28,1 Gemeentewet)

  • 4.

    Een stemming is alleen geldig, indien ten minste de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen. (29,1 Gemeentewet)

  • 5.

    Het vierde lid is niet van toepassing:

    • a.

      ingeval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van een of meer personen ten aanzien van wie in een vorige vergadering een stemming op grond van dat lid niet geldig was;

    • b.

      in een vergadering waarin het quorum niet aanwezig is, voor zover het betreft onderwerpen die in de daaraan voorafgaande, ingevolge artikel 8, tweede lid, niet geopende vergadering aan de orde waren gesteld. (29,2 Gemeentewet)

  • 6.

    Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht. (30,1 Gemeentewet)

  • 7.

     

    • a.

      Indien bij een stemming, anders dan over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen, de stemmen staken, wordt opnieuw gestemd.

    • b.

      Staken de stemmen andermaal over hetzelfde voorstel, dan beslist de stem van de voorzitter. (59 Gemeentewet)

  • 8.

     

    • a.

      Indien een lid van het college dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende stembriefjes.

    • b.

      Indien daarbij de stemming is beperkt tot één persoon en de stemmen staken, beslist het lot.

    • c.

      Indien in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een tweede stemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

Artikel 10 Opleggen geheimhouding (55 Gemeentewet)

  • 1.

    Het college kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het college worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het college haar opheft

  • 2.

    Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de burgemeester of een commissie, ten aanzien van de stukken die zij aan het college overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

  • 3.

    Indien het college zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Paragraaf 3 Notulen

Artikel 11 Notulen

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor de notulen van de vergadering.

  • 2.

    De notulen bevatten tenminste:

    • a.

      de namen van de aanwezige en eventuele afwezige leden van het college, de secretaris en de loco-secretaris;

    • b.

      de namen van eventuele andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

    • c.

      de onderwerpen die in de vergadering aan de orde zijn geweest;

    • d.

      de ten aanzien van de onderwerpen door het college genomen besluiten;

    • e.

      een zakelijke samenvatting van de aanvullende beslissingen en de rondvraag.

  • 3.

    De notulen worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

  • 4.

    Na vaststelling worden de notulen ondertekend door de secretaris en de voorzitter.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist het college op voorstel van de voorzitter.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op de dag na die waarop het is vastgesteld.

  • 2.

    Op het in het eerste lid bedoelde tijdstip wordt ingetrokken het Reglement van orde voor het college van Burgemeester en Wethouders der gemeente Purmerend, zoals vastgesteld op 22 februari 1939.

Artikel 14 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als: Reglement van orde voor het college 2002.

Purmerend, 5 november 2002

de secretaris, A. Leijnse

de burgemeester, Th. van Dam

TOELICHTING

Artikel 52 van de Gemeentewet verplicht het college een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast te stellen. Tevens verplicht dit artikel een vastgesteld reglement van orde aan de raad te zenden.

De inhoud van dit reglement wordt deels door de Gemeentewet bepaald. Zo stelt artikel 54, tweede lid: 'Het reglement van orde voor de vergaderingen kan regels geven omtrent de openbaarheid van de vergaderingen van het college'. Deels echter is het college vrij om zelf te bepalen wat het in het reglement wil regelen.

Het onderhavige reglement vervangt het huidige, sterk verouderde - op 22 februari 1939 vastgestelde - reglement van orde.

Het reglement bevat een aantal algemene regels waaraan het college zich bij de uitoefening van zijn werkzaamheden heeft te houden.

De schuin gedrukte artikelen zijn - op verzoek van het college - in het reglement overgenomen bepalingen uit de Gemeentewet zelf. Achter ieder schuingedrukt artikel(lid) staat tussen haakjes welke bepaling uit de Gemeentewet het betreft.