Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woerden

Regeling rechtspositionele bezwaarschriften 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoerden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling rechtspositionele bezwaarschriften 2011
CiteertitelRegeling rechtspositionele bezwaarschriften 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervallen ivm. WNRA

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-03-201101-01-200801-01-2020vervallen ivm WNRA

01-03-2011

Woerdense Courant 9 maart 2011

2011/06

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling rechtspositionele bezwaarschriften 2011

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Woerden,   gelet op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;   gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van de rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel wordt opgedragen aan het College;   gelet op de verkregen instemming van het Georganiseerd Overleg d.d. 22 november 2010;   besluit;   vast te stellen de "Regeling inzake behandeling van rechtspositionele bezwaarschriften".

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Verwerend orgaan : het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b. Wet : Algemene wet bestuursrecht;

c. Externe commissie : vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften als bedoeld in artikel 7:13 van de wet;

d. Voorzitter : de voorzitter van de externe commissie

e. Portefeuillehouder : de portefeuillehouder Personeelszaken van de gemeente Woerden;

f. Bezwaarde : de belanghebbende volgens de wet in de hoedanigheid van degene die bezwaar heeft ingediend.

Artikel 2 Inleidende bepaling externe commissie

1. Er is een externe commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

2. De externe commissie adviseert het verwerend orgaan ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend op grond van rechtspositieregelingen omtrent de volgende onderwerpen:

- resultaten personeelsbeoordeling

- resultaten functiewaardering

- beëindiging dienstverband

- disciplinaire maatregelen

- beheersbeslissingen ten aanzien van de bezoldiging

- gedwongen overplaatsing naar een andere functie

- gevallen waarin het door het verwerend orgaan raadzaam wordt geacht van de externe commissie gebruik te maken, al dan niet op verzoek van bezwaarde.

3. Over bezwaarschriften die zijn ingediend op grond van rechtspositieregelingen, die niet de onderwerpen in het vorige lid betreffen, wordt geadviseerd aan het verwerend orgaan door de portefeuillehouder.

Artikel 3 Samenstelling van de externe commissie

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders.

2. De voorzitter wordt benoemd op voordracht van burgemeester en wethouders, op voordracht van de leden genoemd in lid 3 en lid 4.

3. Eén lid wordt benoemd op voordracht van het Georganiseerd Overleg.

4. Eén lid wordt benoemd op voordracht van burgemeester en wethouders.

5. De voorzitter en de leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het verwerend bestuursorgaan.

6. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

Bij de behandeling van bezwaarschriften wordt de externe commissie dan wel de portefeuillehouder ondersteund door een secretaris afkomstig van de afdeling Personeel & Organisatie.

Artikel 5 Ingediend bezwaarschrift

1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. Het bezwaarschrift met de daarbij behorende stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de externe commissie dan wel de portefeuillehouder gesteld.

3. Bezwaarde verneemt tijdig of de externe commissie dan wel de portefeuillehouder advies uitbrengt over het bezwaar.

Artikel 6 Uitoefening bevoegdheden

De volgende bevoegdheden worden voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door de voorzitter van de externe commissie dan wel de portefeuillehouder:

a. Hij kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.

b. Hij kan de indiener van een bezwaarschrift de gelegenheid geven het verzuim te herstellen binnen een daartoe gestelde termijn, indien niet is voldaan aan artikel 6:5 van de wet of aan enig ander bij de wet gestelde vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep.

c. Hij zendt de op de zaak betrekking hebbende stukken in elk geval aan de gemachtigde, indien iemand zich laat vertegenwoordigen.

d. Hij legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste één week voor bezwaarde ter inzage.

e. Hij kan voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, het achterwege laten om, in het geval belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, ieder van hen op de hoogte te stellen van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.

Artikel 7 Vooronderzoek

1. De voorzitter van de externe commissie dan wel de portefeuillehouder is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

2. De voorzitter dan wel de portefeuillehouder kan uit eigen beweging of in het geval van de voorzitter op verlangen van de externe commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 8 Hoorzitting

1. De voorzitter van de externe commissie dan wel de portefeuillehouder bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de bezwaarde en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de externe commissie dan wel de portefeuillehouder te laten horen.

2. De voorzitter dan wel de portefeuillehouder beslist over gevallen waarin van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien conform artikel 7:3 van de wet.

3. Indien de voorzitter dan wel de portefeuillehouder op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de bezwaarde en het verwerend orgaan.

Artikel 9 Uitnodiging zitting

1. De voorzitter dan wel de portefeuillehouder deelt de bezwaarde en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting mee dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de bezwaarde of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter dan wel de portefeuillehouder verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De beslissing van de voorzitter dan wel de portefeuillehouder op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in elk geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de bezwaarde en het verwerend orgaan meegedeeld.

4. De voorzitter dan wel de portefeuillehouder is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijkingen toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 10 Het horen

1. Het horen geschiedt door de externe commissie dan wel door de portefeuillehouder.

2. De externe commissie kan het horen opdragen aan de voorzitter of een lid van de commissie.

Artikel 11 Niet deelnemen aan de behandeling

1. De voorzitter en de leden van de externe commissie dan wel de portefeuillehouder nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

2. In voorkomende situaties laat de portefeuillehouder zich vervangen door een persoon die niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest.

Artikel 12 Openbaarheid zitting

De zitting van de externe commissie dan wel de portefeuillehouder is niet openbaar.

Artikel 13 Schriftelijke verslaglegging

1. Het verslag van de hoorzitting vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij de vermelding van hun hoedanigheid.

2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

3. Indien bezwaarde respectievelijk zijn of haar gemachtigde en de verweerder niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter dan wel de portefeuillehouder en de secretaris.

Artikel 14 Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter dan wel de portefeuillehouder uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de bezwaarde toegezonden.

3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de bezwaarde kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter dan wel de portefeuillehouder een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter dan wel de portefeuillehouder beslist op zo’n verzoek.

4. Op een nieuwe hoorzitting, als bepaald in het derde lid, zijn de bepalingen in deze regeling die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Raadkamer en advies

1. De commissie dan wel de portefeuillehouder beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

4. Het advies wordt door de voorzitter dan wel de portefeuillehouder en de secretaris ondertekend.

Artikel 16 Uitbrengen advies

1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 13 en eventueel door de commissie dan wel portefeuillehouder ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

3. Indien naar het oordeel van de portefeuillehouder de termijn van zes weken als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

4. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie dan wel de portefeuillehouder en de bezwaarde een afschrift.

Artikel 17 Bezwaarschriften van de griffie

Voor de behandeling van rechtspositionele bezwaarschriften van medewerkers van de griffie wordt de rol van portefeuillehouder vervuld door het presidium of door een door het presidium aan te wijzen lid of aantal leden.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2008.

Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de voorzitter van de commissie dan wel de portefeuillehouder.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling rechtspositionele bezwaarschriften 2011”.

Aldus besloten in de vergadering van 1 maart 2011;

Het college van Burgemeester en Wethouders,  

W. Wieringa                          mr. H.W. Schmidt

secretaris                             burgemeester

Nota-toelichting  

Artikelsgewijze toelichting op de Regeling inzake behandeling van rechtspositionele bezwaarschriften   Artikel 1 Begripsbepaling

In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht voorkomen. Zo ontbreekt er een omschrijving van het begrip ‘bestuursorgaan’, hoewel dat op meerdere plaatsen in de regeling voorkomt. Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, wordt in de regeling aangeduid als ‘verwerend orgaan’. Dit kan de gemeenteraad betreffen, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of een commissie waaraan via delegatie bepaalde bevoegdheden van de hiervoor genoemde bestuursorganen zijn overgedragen.   Artikel 4 Secretaris

Hoewel in de Algemene wet bestuursrecht nergens over een secretaris wordt gesproken, is het gebruikelijk dat een commissie beschikt over een secretaris ter ondersteuning van de werkzaamheden. Dit is evenzo van toepassing in het geval de portefeuillehouder het bezwaarschrift behandelt.   Artikel 6 Uitoefening bevoegdheden

De genoemde bevoegdheden zijn afkomstig uit de Algemene wet bestuursrecht en zijn omwille van de leesbaarheid overgenomen in onze regeling. Voor de juistheid van de regeling volgt hier de opsomming van de bedoelde artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht:

a. Artikel 2:1, tweede lid.

b. Artikel 6:6, wat betreft het stellen van de bedoelde termijn.

c. Artikel 6:17 voorzover het de verzending van de bedoelde stukken betreft.

d. Artikel 7;4, tweede lid.

e. Artikel 7:6, vierde lid.   Artikel 8 Hoorzitting

Artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht geeft aan in welke gevallen van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien. Voor een ingediend bezwaarschrift is dat indien:

a. Het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is;

b. Het bezwaar kennelijk ongegrond is;

c. De belanghebbenden verklaard hebben geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord;

d. Aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.   Artikel 9 Uitnodiging hoorzitting

Volgens het eerste lid van dit artikel wordt ook het verwerend orgaan uitgenodigd voor de zitting. Het is van groot belang dat dit orgaan zich ook ter zitting laat vertegenwoordigen. Daarmee kan worden voorkomen dat er, vanwege de inbreng van bezwaarde, een eenzijdig beeld ontstaat. Voorts is het met name voor een externe commissie maar ook voor de portefeuillehouder van groot belang om van bestuurlijke zijde te vernemen hoe een beslissing tot stand is gekomen.   Artikel 14 Nader onderzoek

Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. Dit artikel voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden.