Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dordrecht

Rechtspositieverordening raads- en commissieleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dordrecht
Officiële naam regelingRechtspositieverordening raads- en commissieleden
CiteertitelRechtspositieverordening raads- en commissieleden 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 95, 96, 97 en 99
  2. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-03-201001-06-2013Nieuwe regeling

16-02-2010

Gemeentenieuws, 2010-02-24

GRIF/2010/285707

Tekst van de regeling

Intitulé

Rechtspositieverordening raads- en commissieleden

De RAAD van de gemeente Dordrecht,

 

gezien het voorstel van het presidium van 10 december 2009, nr. GRIF/2010/285707

 

gelet op de artikelen 95, 96, 97 en 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    raadslid: een lid van de gemeenteraad van Dordrecht, dat niet tevens tijdelijk ook het ambt van wethouder bekleedt;

  • 2.

    commissie: een door de raad op grond van artikel 82 van de Gemeentewet ingestelde raadscommissie;

  • 3.

    commissielid: een burgerraadslid als genoemd in artikel 1 onder e van de Commissieverordening 2007;  

  • 4.

    rechtspositiebesluit: het Rechtspositiebesluit raads– en commissieleden;

  • 5.

    de griffier: de griffier van de gemeente Dordrecht.

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoeding raadsleden

  • 1.

    Aan een raadslid wordt per maand een vergoeding voor de werkzaamheden als raadslid toegekend ter hoogte van het bedrag, dat wordt genoemd in tabel I behorend bij het rechtspositiebesluit.

  • 2.

    Aan een raadslid wordt per maand een onkostenvergoeding toegekend ter hoogte van het bedrag, dat wordt genoemd in tabel II behorend bij het rechtspositiebesluit.

  • 3.

    Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef, en onderdeel F van de wet op de loonbelasting voor de toepassing van die wet als een dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt per maand een onkostenvergoeding toegekend ter hoogte van het bedrag, dat wordt genoemd in tabel III behorend bij het rechtspositiebesluit.

  • 4.

    De vergoeding voor de werkzaamheden en de onkosten worden aan het raadslid toegekend met ingang van de dag van beëdiging en eindigt op het tijdstip van beëindiging van het raadslidmaatschap.

Artikel 2a Vergoeding voor waarneming van het voorzitterschap van de raad

Het raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoedingen.

Artikel 3 Presentiegeld commissieleden

Commissieleden ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding die gelijk is aan het bedrag vermeld in tabel IV, behorend bij het rechtspositiebesluit.

Artikel 4 Reis- en verblijfskosten

  • 1.

    Raads- en commissieleden hebben aanspraak op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van de raad, het college of de burgemeester.

  • 2.

    Commissieleden hebben tevens aanspraak op een vergoeding van € 6,-- per maand voor reiskosten gemaakt in verband met reizen voor het bijwonen van een vergadering van de commissie.

  • 3.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid bedraagt:

    a. bij gebruik van het openbaar vervoer: het volledige bedrag van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke kosten;

    b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    c. bij verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente: de in redelijkheid gemaakte kosten.

  • 4.

    De reis- en verblijfkosten worden gedeclareerd bij de griffier door middel van het formulier opgenomen in bijlage 3 bij deze verordening .

Artikel 5 Computer- en communicatietoebehoren

  • 1.

    Een raads- of commissielid, dat de in bijlage 1 bij deze verordening opgenomen verklaring heeft ondertekend, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf en het gebruik van computer- en communicatietoebehoren geschikt voor breedbandinternet.

  • 2.

    De tegemoetkoming , bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 40,-- per maand.

  • 3.

    De redelijkerwijs noodzakelijke aanlegkosten van een breedband internetverbinding op het huisadres komen in het geheel voor rekening van de gemeente en worden gedeclareerd bij de griffier door middel van het formulier opgenomen in bijlage 2 bij deze verordening.

Artikel 6 Compensatie bij korting wegens samenloop van het raadslidmaatschap met een WW of WAO uitkering

  • 1.

    Het raadslid dat een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet ontvangt en op deze uitkering gekort wordt wegens het bekleden van het ambt van raadslid, heeft een aanspraak op een vergoeding ten laste van de gemeente Dordrecht.

  • 2.

    De vergoeding wordt toegekend als de korting hoger is dan de vergoeding voor werkzaamheden die het raadslid ontvangt. Hierbij wordt de vergoeding voor werkzaamheden toegerekend aan het aantal uren waarover geen werkloosheidsuitkering wordt ontvangen.

  • 3.

    De vergoeding wordt berekend over de bruto verschillen, waarbij het verschil bruto wordt toegekend.

  • 4.

    De vergoeding wordt op aanvraag toegekend na het overleggen van de betreffende bewijsstukken.

  • 5.

    Op verzoek van een raadslid dat een uitkering ontvangt in verband met geheel of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, kan de vergoeding voor werkzaamheden worden verlaagd.

Artikel 6a Cursus, congres, seminar of symposium

De kosten van deelname door raads- en commissieleden aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 6b Voorziening bij tijdelijk ontslag van raadsleden wegens zwangerschap/bevalling of langdurige ziekte

  • 1.

    De artikelen 2, 5 en 6 van deze verordening blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of langdurige ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding de helft bedraagt van de in artikel 2, tweede lid, bepaalde vergoeding.

  • 2.

    De artikelen 2, 4, 5, 6, 6a en 6b van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 11 maart 2010 en kan worden aangehaald als ‘Rechtspositieverordening raads- en commissieleden 2010’.

  • 2.

    Met ingang van 11 maart 2010 wordt de Rechtspositieverordening raads- en commissieleden, vastgesteld op 28 februari 2006, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 februari 2010.

 

De griffier,                                                            De voorzitter,

 

 

 

 M. van Hall    A.A.M. Brok

Nota-toelichting

Toelichting

 

Algemeen

Op 28 februari 2006 is de huidige Rechtspositieverordening voor raads- en commissieleden vastgesteld. Sindsdien zijn er wijzigingen opgetreden in landelijke regelgeving, die aanpassing van de Rechtspositieverordening nodig of wenselijk maken.  Wat de wijzigingen inhouden wordt in de artikelsgewijze toelichting nader omschreven.

 

De rechtspositie van raads- en commissieleden heeft als basis drie niveaus van wet- en regelgeving. In de eerste plaats regelt de Gemeentewet. In de artikelen 95 t/m 99 is een aantal aanspraken geregeld, die een raadslid toekomen vanaf het moment dat zijn of haar benoeming is geaccepteerd. In de tweede plaats geeft het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden aanspraken die deels verplicht en deels facultatief zijn. De facultatieve aanspraken hebben in de regel betrekking op secundaire voorzieningen. In de derde plaats worden aanspraken geregeld in gemeentelijke verordeningen. Gemeenten hebben enige mate van keuzevrijheid bij het bepalen van welke aanspraken een raads- of commissielid heeft en de wijze waarop dit wordt vormgegeven. Behalve wat bij wet- of regelgeving aan het raads- of commissielid is toegekend, kunnen geen financiële aanspraken op de gemeente worden gedaan. Dit is vastgelegd in artikel 99 van de Gemeentewet.

 

Het politieke ambt van raadslid is een taakfunctie. Dat wil zeggen dat een raadslid zeven dagen per week en 24 uur per dag raadslid is. Het uitgangspunt van de wetgever is dat het raadslidmaatschap geen hoofdfunctie en geen voltijdse functie is. De vergoeding voor werkzaamheden is hierbij gebaseerd op de invulling van het raadslidmaatschap als nevenfunctie, naast een hoofdfunctie. Dit heeft ook tot gevolg dat een raadslid dat naast de raadsvergoeding aanspraak heeft op een uitkering krachtens een sociale zekerheidswet, beschikbaar blijft voor arbeidsmarkt wanneer geen andere werkzaamheden worden beoefend. Anderzijds wordt de raadsvergoeding ook aangemerkt als inkomsten die voor verrekening met de uitkering in aanmerking komen. Nergens in de wet- of regelgeving is dan ook vastgelegd hoeveel tijd een raadslid aan de invulling van het ambt dient te besteden. Echter voor de toepassing van de verrekening in de sociale zekerheidswetgeving worden door UWV vaste criteria gehanteerd. Voor raadsleden in de gemeenteklasse 14 wordt uitgegaan van een tijdsbesteding van 24 uur per week.

Een raadslid heeft geen arbeidsrelatie met de gemeente. Ook in het geval een raadslid heeft gekozen voor het zogenaamde pseudowerknemerschap leidt dat niet tot een arbeidsrelatie. Het pseudowerknemerschap heeft slechts betrekking op de wijze waarop loon- of inkomstenbelasting wordt ingehouden: door de gemeente bij uitbetaling (pseudowerknemerschap) of door het raadslid zelf (fiscale status van zelfstandige).

Er is ook geen direct verband tussen de rechtspositie van raadsleden en de rechtspositie van ambtenaren. Voor wethouders ligt dit genuanceerder omdat zijwel geacht worden het ambt als hoofdfunctie te bekleden, tenzij de raad heeft besloten een of meer wethouders in deeltijd te benoemen. Hierdoor wordt voor de rechtspositie van wethouders regelmatig aangesloten bij de rechtspositie van ambtenaren. Om de uitvoering en vormgeving van rechtspositionele aanspraken van raadsleden eenvoudig, efficiënt en uniform te houden, wordt echter wel gekeken naar de wijze waarop dit voor wethouders geregeld is. Daarom is ook in deze verordening op enkele punten een regeling getroffen die overeenkomt met die voor ambtenaren.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoeding raadsleden

Lid 1.

In dit artikellid wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld op het maximale bedrag dat raadsleden op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden mogen ontvangen. Het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO-lonen overheid, inclusief bijzondere beloningen. Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig omdat het bedrag van de vergoeding is gekoppeld aan het maximumbedrag dat de minister van BZK jaarlijks bijstelt.

Lid 2

In dit lid is de vaste vergoeding voor aan het raadslidmaatschap verbonden kosten geregeld. De volgende kostencomponenten worden geacht hieruit bekostigd te worden:

  • • representatie

  • • vakliteratuur

  • • contributies, lidmaatschappen

  • • telefoonkosten

  • • bureaukosten, porti

  • • zakelijke giften

  • • bijdrage aan fractiekosten

  • • ontvangsten thuis

  • • excursies.

In de onkostenvergoeding zijn niet langer de kostensoorten fax/pc en cursussen en congressen opgenomen. In verband daarmee is de maximale hoogte van deze vergoeding, zoals opgenomen in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden verlaagd en zijn voor fax/pc en cursussen en congressen aparte vergoedingen opgenomen. Zie de artikelen 5 en 6a.

Het bedrag van de onkostenvergoeding is eveneens geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van de consumentenprijsindex.

Lid 3

De vaste vergoeding voor werkzaamheden kan sinds 1 januari 2001 niet meer onbelast worden verstrekt. Om netto het bedrag van de vaste vergoeding gelijk te houden is het bedrag gebruteerd tegen het belastingtarief van 52%. Deze brutering heeft echter geen betrekking op raadsleden die niet hebben geopteerd voor het loonbelastingregime (pseudowerknemerschap). Voor hen blijven de aftrekmogelijkheden van de werkelijk gemaakte kosten op het resultaat uit onderneming bestaan. Zij ontvangen de vaste kostenvergoeding zonder de brutering. Voor zover de werkelijke kosten niet aannemelijk worden gemaakt, wordt de vaste onkostenvergoeding alsnog belast.

Lid 4

In het vierde lid van dit artikel is het moment vastgelegd waarop de raadsvergoeding aanvangt en eindigt.

 

  

Artikel 2a. Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

In artikel 77 van de Gemeentewet is geregeld dat het voorzitterschap van de gemeenteraad bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester wordt waargenomen door het langstzittende raadslid. De gemeenteraad kan ook een ander raadslid met de waarneming van het voorzitterschap belasten. In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat de toeslag gelijk is aan 8% van geldende vergoeding voor de werkzaamheden en onkostenvergoeding. Na verloop van 30 kalenderdagen wordt de vergoeding met terugwerkende kracht toegekend.

 

Artikel 3. Presentiegeld commissieleden

In dit artikel is het presentiegeld voor leden van gemeentelijke commissies ex art. 82 geregeld. Deze bepaling geldt niet voor raadsleden die in de commissie zitten. De hoogte van het presentiegeld wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is het maximale bedrag aangegeven, zij het dat de raad bevoegd is een hogere vergoeding vast te stellen wanneer het commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid is aangetrokken (leden van bestuurscommissies of commissies als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet) dan wel wanneer de vergoeding niet in een redelijke verhouding staat tot de werkzaamheden. Het bedrag van het presentiegeld is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid, inclusief bijzondere beloningen.

Bij de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting moeten de gelden opgegeven worden.

 

Artikel 4. Reis– en verblijfkosten

Lid 1

In dit lid is de aanspraak op de vergoeding van reis- en verblijfkosten buiten de gemeente geregeld. De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 97 van de Gemeentewet. De vergoeding kan worden toegekend als het raads- of commissielid een dienstreis buiten de gemeente maakt ter uitvoering van een besluit van de raad, het college of de burgemeester. De beperking dat de dienstreis buiten de gemeentegrenzen moet plaatsvinden, geldt niet voor commissieleden.

Lid 2

Op grond van artikel 96, eerste lid, onder b van de Gemeentewet hebben commissieleden aanspraak op een vergoeding van reis- en verblijfskosten in verband met reizen binnen de gemeente. Deze aanspraak was totnogtoe niet verwerkt in de verordening. In dit lid is deze aanspraak voor commissieleden uitgewerkt door het toekennen van een vergoeding van reiskosten voor het bijwonen van een vergadering van de commissie waarin zij zijn benoemd. De vergoeding bedraagt € 6,-- per maand, waarmee wordt aangesloten bij de vergoeding die ambtenaren van de gemeente Dordrecht ontvangen.

Lid 3

Vergoed worden de kosten van openbaar vervoer of, bij gebruik van eigen vervoermiddelen, een kilometervergoeding zoals die op grond van de Regeling Rechtspositie wethouders voor deze bestuurders geldt. Het gaat om het vergoedingsbedrag voor reiskosten in verband met de uitoefening van het ambt. Dit bedraagt € 0,37 per kilometer.

Lid 4

De kosten kunnen worden gedeclareerd bij de griffier, waarbij gebruik kan worden gemaakt van het formulier, dat als bijlage 3 bij deze verordening is opgenomen. Daarbij moeten bewijsstukken worden overgelegd, zoals trein- of buskaartjes en/of een opgave van de gelegenheid ten behoeve waarvan de reiskosten zijn gemaakt.

 

Artikel 5. Computer- en communicatieapparatuur

Lid 1.

Een computer met een breedband internetverbinding is een belangrijk hulpmiddel bij de uitoefening van het ambt van raadslid. Een raads- of commissielid heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf en het gebruik van computer- en communicatietoebehoren geschikt voor breedbandinternet. Daarvoor moet de verklaring worden ondertekend die is opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening.

Lid 2.

Het bedrag van de vergoeding is € 40,-- per maand. In de ‘oude’ verordening was een bedrag opgenomen van € 32,60. Dat bedrag was opgebouwd uit drie onderdelen. In de eerste plaats het vaste deel voor het gebruik van de infrastructuur. In de regel wordt dit betaald aan KPN voor gebruik van de telefoonlijn, maar ook betalingen aan de kabelexploitant zijn denkbaar. Dit deel van de vergoeding mag onbelast verstrekt  worden en bedroeg  € 20,-. Ten tweede was een onderdeel opgenomen dat aan de provider moet worden betaald voor het gebruik van de verbinding. Dit onderdeel maakte € 10,-- van het vergoedingsbedrag uit. En ten derde was een bedrag van € 2,60 opgenomen als compensatie voor belastingheffing. Dit laatste is als gevolg van gewijzigde fiscale wetgeving niet langer toegestaan. Voor de berekening van het bedrag dat in deze verordening is opgenomen, is de component van € 12,60 uit de ‘oude’ verordening gebruteerd, waarbij is uitgegaan van een heffingspercentage van 52%. Het totaalbedrag is naar boven afgerond op € 40,--.

Lid 3.

Op grond van dit artikellid komen de kosten voor de aanleg van een breedband internetverbinding voor rekening van de gemeente. Het gaat om de ‘redelijkerwijs noodzakelijke’ kosten. Dat betekent de hoogte van de te vergoeden kosten verband moet houden met de eisen die het lidmaatschap van raad of commissies aan de verbinding stelt. Ook hiervoor moet een declaratieformulier worden gebruikt; zie bijlage 2.

 

Artikel 6. Compensatie bij korting wegens samenloop van het raadslidmaatschap met een WW of WAO uitkering.

Lid 1. t/m 4.

Door de systematiek van de Werkloosheidswet zal de WW uitkering van een raadslid gekort worden wegens de vergoeding voor werkzaamheden die het raadslid ontvangt. In sommige gevallen kan deze korting hoger zijn dan de vergoeding voor werkzaamheden. Hierdoor ontstaat een (verdere) inkomensdaling vanwege de samenloop van een WW uitkering met het raadslidmaatschap. Dit verschil kan door de gemeente gecompenseerd worden. Dit artikel regelt deze compensatie.

Lid 5.

Ook voor raadsleden die geheel of gedeeltelijk een beroep doen op een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid, kunnen onevenredige nadelige inkomenseffecten ontstaan door de samenloop met het raadslidmaatschap. Deze kunnen niet worden gecompenseerd, maar het raadslid kan op verzoek afstand doen van een deel van de vergoeding voor werkzaamheden. Hierdoor kunnen onevenredige inkomenseffecten worden vermeden.

 

Artikel 6a. Cursus, congres, seminar of symposium.

De kosten van door de gemeente georganiseerde en/of noodzakelijk geachte cursussen, seminars congressen of symposia behoren tot de gemeentelijke bedrijfsvoering. In de ‘oude’ verordening was deze bepaling abusievelijk niet opgenomen. In de praktijk werden deze kosten wel vergoed. Denk aan het jaarlijkse VNG-congres, debattrainingen en het introductieprogramma voor nieuwe raads- en commissieleden. Het gaat om cursussen en congressen etc. die in het gemeentelijke belang worden georganiseerd.

De kosten van cursussen voor individuele raads- en commissieleden, die nodig zijn met het oog op een goede vervulling van hun lidmaatschap van raad of commissie, kunnen worden bestreden uit de fractievergoeding.

 

Artikel 6b. Vervanging bij zwangerschap of langdurige ziekte.

Het opnemen van dit artikel is noodzakelijk als gevolg van het opnemen van de mogelijkheid in de Kieswet, dat raadsleden tijdelijk ontslag vragen bij zwangerschap en bevalling en bij langdurige ziekte. In de vacature wordt voorzien door de benoeming van een tijdelijke vervanger. Het gaat steeds om vaste periodes van 16 weken. Het is dus niet nodig afspraken te maken over de duur van de vervanging. Daardoor is het ook niet mogelijk om binnen de termijn van 16 weken de uitoefening van het raadslidmaatschap te hervatten.

In de artikelen X10 t/m X12 van de Kieswet zijn de voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan voor vervanging, de ingangsdatum van de vervanging en de datum waarop deze eindigt. De verklaring van een verloskundige dan wel een behandelend arts is bepalend voor de aanvang van de vervanging. De benoeming van de vervanger kan later plaatsvinden, maar wijzigt het tijdstip van het einde van het tijdelijke ontslag niet. De feitelijke vervanging kan daardoor korter zijn dan 16 weken. Na afloop van de termijn wordt, zonder dat enig verzoek of besluit nodig is, de oude situatie weer hersteld. Dat geldt zowel voor de hervatting van het raadslidmaatschap als voor het einde van het tijdelijke raadslidmaatschap en de rechtspositionele aspecten daarvan.

 

 

Artikel 7. Slotbepalingen

De verordening treedt in werking op de datum waarop de nieuwe raad voor de periode 2010 – 2014 aantreedt.

Bijlage 1 bij de Rechtspositieverordening Raads- en commissieleden

 

 

-------------------------------------

Verklaring besteding tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en gebruik van breedband internetapparatuur

 

 

Hierbij verklaart:

 

 

Naam:

Voorletters:

Functie:                                                                 (raadslid/commissielid)

 

 

 

De tegemoetkoming in de kosten voor het ter beschikking krijgen van breedband internetapparatuur te gebruiken ter bestrijding van de kosten die voortvloeien uit een breedband internetabonnement.

 

 

En verklaart tevens:

 

 

Op de hoogte te zijn van de geldende fiscale regels die betrekking hebben op deze tegemoetkoming en de verbinding voor ten minste 50% van de tijd voor aan het ambt van raadslid verbonden activiteiten te besteden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handtekening                                                                   Datum, plaats

 

 

-----------------------------------------------

Bijlage 2 bij de Rechtspositieverordening Raads- en commissieleden

 

 

Declaratieformulier kosten aansluiting breedband internetverbinding

 

 

 

 

Naam:

Voorletters:

Functie:                                                                 (raadslid/commissielid)

 

 

 

Dient hierbij, met bijgevoegd een kopie van de originele factuur, een declaratie in van de werkelijke gemaakte kosten voor de aanleg of aansluiting van een breedband internetverbinding.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handtekening                                                                            Datum, plaats

Bijlage 3 bij de Rechtspositieverordening Raads- en commissieleden

 

-------------------------------------------

Declaratieformulier vergoeding reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen commissielid

 

 

 

Naam:

Voorletters:

Functie: lid van de Adviescommissie

 

 

 

declareert hierbij de reis- en/of verblijfskosten, gemaakt in verband met

(omschrijving reis en doel van de reis)

 

 

op

(datum waarop de reis werd gemaakt)

                                                       

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handtekening                                                                            Datum, plaats