Organisatie | Hellevoetsluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 2010. |
Citeertitel | Beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 2010. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | vaststellen regel voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke bergraafplaatsen |
Hier hoort ''Beleidsregels gedenkteken Hellevoetsluis 2009'' bij.
Gemeentewet, art. 149 jo art. 35 Wet op de lijkbezorging.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | 01-02-2012 | Onbekend. | 10-12-2009 Groot Hellevoet, 15-06-2011 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Hellevoetsluis;
gehoord de commissie wonen, werk en recreatie;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2009, nummer 10-12-09/9;
overwegende dat het vereist is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats(en);
gelet op artikel 35, eerste lid van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de verordening op het beheer en gebruik van de algemene begraafplaats(en) in de gemeente Hellevoetsluis.
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR DE LIJKBEZORGING
Artikel 7 Kennisgeving begraven en as bezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur, twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van het graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het op de begraafplaats te werk gesteld personeel op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Te overleggen stukken
Begraving of de bezorging van as mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overlegd aan de beheerder. Tevens dient een verklaring van de gebruikte materialen te worden overlegd. De te gebruiken materialen dienen voor zover van toepassing te voldoen aan het Lijkomhulselbesluit 1998.
Bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel dient ten minste 24 uur voorafgaand aan het tijdstip van begraving een schriftelijke verklaring aan de beheerder te worden overgelegd omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen. Indien van een lijkhoes gebruik wordt gemaakt, zal de aanbieder tevens moeten overleggen a) een afschrift van een rapport waaruit blijkt dat de gebruikte hoes voldoet aan de normen van het Lijkomhulselbesluit 1998.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of indien deze is overleden, door een van de personen genoemd in artikel 15, tweede lid.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN
Artikel 10 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken of hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in of op de onder a, b, c, d en e in het derde lid genoemde voorzieningen. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur. De uitgifteduur kan hierbij niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte (zie "uitvoeringsbeleid").
Artikel 13 Termijnen eigen graven, urnennissen, urnengraven, plaatsen in de urnentuin en algemene graven
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaar voor een eigen graf en een eigen kindergraf, of voor vijf jaar voor een asbus met of zonder urn en gedenkplaatje op de obelisk, mits de aanvraag daartoe vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.
Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college van burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.
Artikel 16 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen, ten behoeve van de gemeente, van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college van burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 19 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt het college aan hem uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief zijn voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende dertien weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 17 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien wekenter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maakt het college aan hem uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief haar voornemen bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze elders opnieuw te doen begraven of om de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de bij de beheerder een aanvraag indienen om de asbus ter beschikking te houden om elders te doen bijzetten of om de as te doen verstrooien.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de “Beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 1994” is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3,4,5,6,7,8,9,17 en 20 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.