Organisatie | Bronckhorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het verlenen/weigeren van vrijstelling van bestemmingsplanvoorschriften voor het plaatsen van gsm- en umts-antennedragers |
Citeertitel | Beleidsregels voor het verlenen/weigeren van vrijstelling van bestemmingsplanvoorschriften voor het plaatsen van gsm- en umts-antennedragers |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-11-2007 | 11-04-2012 | Nieuwe regeling | 11-09-2007 Contact, 06-11-2007 | College B&W, 110907 O-14 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst; overwegende dat: - het op basis van voortschrijdend inzicht gewenst is om de beleidsregels voor het verlenen/weigeren van vrijstelling van bestemmingsvoorschriften voor het plaatsen van GSM- en UMTS-antennedragers te herzien; - zij van 31 mei tot en met 11 juli 2007 nieuwe ontwerp-beleidsregels met toelichting voor een ieder ter inzage hebben gelegd met de mogelijkheid een inspraakreactie aan hen kenbaar te maken; - van deze mogelijkheid schriftelijk gebruik is gemaakt door de Vereniging MoNet, Wilhelminalaan 3 te Baarn; - zij ten aanzien van de ingebrachte zienswjzen overwegen en concluderen overeenkomstig hun voorstel aan de gemeenteraad van 11 september 2007;
gelet op de artikelen 15, 17 en 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Woningwet en de Algemene wet bestuursrecht;
I. de op 23 augustus 2005 vastgestelde “Beleidsregels voor het verlenen/weigeren van vrijstelling van bestemmingsvoorschriften voor het plaatsen van GSM- en UMTSantennedragers” in te trekken;
II. vast te stellen de volgende BELEIDSREGELS VOOR HET VERLENEN/WEIGEREN VAN VRIJSTELLING VAN BESTEMMINGSPLANVOORSCHRIFTEN VOOR HET PLAATSEN VAN GSM- EN UMTS-ANTENNEDRAGERS.
antennedrager: antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne; antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie; basisstation: samenstelsel van antenne, antennedrager en apparatuurkastGSM: Global System for Mobile communication UMTS: Universal Mobile Telecommunications System
Artikel 2 Randvoorwaarden en uitgangspunten.
Burgemeester en wethouders verlenen in principe medewerking aan verzoeken om vrijstelling van bestemmingsvoorschriften (ex artikel 15, 17 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) voor vergunningplichtige antennedragers bij GSM- en/of UMTSbasisstations indien wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten:
Verzoeker heeft – ter voldoening aan het uitgangspunt dat het aantal masten, ter beperking van negatieve ruimtelijke- en landschappelijke effecten, tot een minimum beperkt blijft – afdoende met een schriftelijke rapportage aangetoond/onderbouwd dàt en waaròm de plaatsing van de gewenste GSM-antenne(s)/ apparatuur niet mogelijk is op achtereenvolgens: a. een bestaande andere antennedrager; b. een bestaand gebouw of ander bouwwerk; c. een bestaande infrastructurele voorziening in de omgeving.
De afstand tussen de nieuwe antennedrager en een woning in de omgeving bedraagt tenminste 250 meter. Afwijking is mogelijk als – en voorzover – de eigenaar en/of bewoner(s) van de woning(en) binnen deze zone kenbaar heeft/hebben gemaakt, dat hij/zij geen bezwaar heeft/hebben tegen de aanwezigheid van de nieuwe antennedrager op kortere afstand.
De negatieve ruimtelijke- en landschappelijke effecten van antenne(drager)s worden zoveel mogelijk beperkt door plaatsing op een locatie met overwegend afschermende opgaande beplanting, bij voorkeur centraal in een groot/groter bosgebied. Slechts indien dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders aantoonbaar niet mogelijk, redelijk of wenselijk is, dan is gestreefd naar plaatsing bij bestaande infrastructurele voorzieningen en bouwwerken.
Bij plaatsing in een bos worden bestaande houtopstanden zoveel mogelijk gehandhaafd. Datzelfde geldt voor de (aanleg van een) toegangsweg. Verzoeker heeft zich bereid verklaard tot het, overeenkomstig nadere eisen van burgemeester en wethouders, voor zijn rekening compenseren van eventueel noodzakelijk te kappen houtopstanden.