Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening gemeente Heythuysen |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening gemeente Heythuysen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De historie bij "Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen"is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-11-2000 | 01-01-2010 | Verlenging geldigheid | 09-12-2008 Streekbode 31 december 2008 | onbekend |
01-01-2007 | 01-11-2000 | 01-01-2009 | Nieuwe regeling | 24-10-2000 Onbekend | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
een plan dat een overzicht geeft van door de instelling voorgenomen activiteiten, zo mogelijk vertaald naar meetbare prestaties en beoogde effecten, alsmede de relatie van de voorgenomen activiteiten met het gemeentelijk beleid. Burgemeester en wethouders kunnen beleidsregels vaststellen met betrekking tot de inhoud van een activiteitenplan. Activiteitenplan:
Bij de toepassing van de procedureregels maakt de gemeente een onderscheid in professionele en niet-professionele instellingen. Dit onderscheid heeft met name betrekking op de zwaarte van de gegevens die moeten worden overgelegd bij de aanvraag voor subsidie en de verplichting (voorwaarden) die de gemeente aan een instelling kan opleggen.
Subsidiëring van activiteiten vindt slechts plaats voor zover deze naar de mening van het gemeentebestuur in voldoende mate in het algemeen gemeentelijke belang worden geacht.
Door middel van een deelverordening en/of beleidsregels kunnen de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald alsmede andere criteria, die voor die verstrekking gelden, worden vastgesteld.
Subsidiëring van activiteiten vindt in ieder geval niet plaats, indien de professionele instelling zelf in de kosten daarvan kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden of een combinatie daarvan, tenzij de gemeenteraad van oordeel is dat te leveren prestaties dermate van belang zijn dat van deze bepaling kan worden afgeweken.
In afwijking van het onder sub a bepaalde kan ook bij de vaststelling van het subsidie worden besloten dat mag worden overgegaan tot vorming van een reserve, fonds of voorziening tot een door het college te bepalen maximum, indien daarom door de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling nadrukkelijk wordt verzocht.
Het college kan jaarlijks de subsidieplafonds vaststellen binnen de financiële kaders die de raad bepaalt.
Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan het voorbehoud worden gemaakt, dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.
Het voorbehoud vervalt, indien het college daarop niet binnen vier weken na vaststelling of ontvangst van het bericht van goedkeuring van de begroting een beroep heeft gedaan.
Het college maakt het te verwachten subsidieplafond bekend v??r de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld. Bij die bekendmaking wordt de wijze van verdeling vermeld en wordt gewezen op de mogelijkheid tot verlaging van dat plafond en de gevolgen daarvan voor de reeds ingediende aanvragen om subsidie.
Als uitgangspunten voor zijn subsidiebeleid worden door het gemeentebestuur de volgende punten gehanteerd:
het streven van het gemeentebestuur is erop gericht voorwaardenscheppend te werken zodat er sprake kan zijn van een gevarieerd, evenwichtig en samenhangend aanbod van activiteiten/voorzieningen. Nieuwe activiteiten worden slechts gehonoreerd indien er naar het oordeel van het gemeentebestuur sprake is van een nog niet bestaande activiteit;
Voorschriften die verplichtingen inhouden die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie kunnen aan de beschikking worden verbonden, voor zover dit bij wettelijk voorschrift is bepaald en voor zover deze betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.
Indien de instelling de accommodatie, als bedoeld in het vorige lid, naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet meer overeenkomstig haar toestemming gebruikt, dient de instelling aan de gemeente een bedrag te betalen dat door burgemeester en wethouders in overleg met de instelling wordt vastgesteld.
Indien een subsidie-ontvangende instelling bij testamentaire beschikking tot erfgename wordt benoemd, zal deze nalatenschap bij het openvallen daarvan slechts mogen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Blijkt na boedelbeschrijving dat het saldo van de nalatenschap negatief is, is de instelling niet gerechtigd het ontbrekende uit eigen middelen te voldoen.
Het college wijst de instellingen aan die verplicht zijn uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het afgelopen subsidiejaar een accountantsrapport te overleggen. Dit rapport dient tenminste aan te geven of de verstrekte subsidies niet alleen rechtmatig maar ook doelmatig en doeltreffend zijn gebruikt. Het college kan terzake beleidsregels vaststellen.
Het college kan, zolang het subsidie niet is vastgesteld, een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen indien:
De instelling is bij vervreemding van onroerende zaken of bij wijziging van de bestemming van deze zaken welke met subsidiegelden tot stand zijn gekomen, aan de gemeente een vergoeding verschuldigd, welke in overleg met de instelling door het college wordt vastgesteld.
Het college houdt hierbij rekening met de mate waarin de subsidieverlening door de gemeente heeft bijgedragen tot het verwerven of verbeteren van de eigendommen en met de eventuele bijdragen van andere subsidiegevers en van particulieren.
Een instelling is verplicht ervoor te zorgen dat haar roerende- en onroerende zaken afdoende zijn verzekerd. Zij dient voorts een verzekering te hebben afgesloten tot dekking van schade, voortvloeiende uit de wettelijke- en contractuele aansprakelijkheid van het bestuur, de beroepskrachten en vrijwilligers.
Aan een eventueel batig liquidatiesaldo ten gevolge van subsidieverlening wordt een bestemming gegeven, die zoveel mogelijk overeenkomt met het doel en de werkzaamheid van de instelling.
Deze bestemming is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van het college, onverminderd het bepaalde in artikel 11.7.
Het college kan in bepaalde gevallen van een of meer bepalingen van deze verordening ontheffing verlenen.
Het college kan van deze verordening afwijken in onvoorziene gevallen en voorzover toepassing gelet op het belang van deze subsidieverordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend, blijven de bepalingen van toepassing zoals die in de verordeningen geldend op het moment van subsidieverlening zijn opgenomen. Aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden behandeld op basis van deze bestaande verordeningen.