Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Edam-volendam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Edam-volendam
CiteertitelHandhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Edam-volendam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren (WIJ) artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) artikel 35, eerste lid, onderdeel c en van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) artikel 8a Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 147, eerste lid Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201001-01-201001-01-2012Nieuwe regeling

13-12-2010

Stadskrant 20 december 2010

89-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam.

De raad van de gemeente Edam-Volendam, gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 2 november 2010;

gelet op:

artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren (WIJ) artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) artikel 35, eerste lid, onderdeel c en van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) artikel 8a Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 147, eerste lid Gemeentewet (Gw);

overwegende dat:

het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of een inkomensvoorziening, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet,

 

besluit vast te stellen de navolgende:

 

 “Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam”

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Edam-Volendam;

    b. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004);

    c. handhaven: bewerkstelligen dat de wet wordt nageleefd;

    d. fraude: het verwijtbaar informatie achterhouden, of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering of inkomensvoorziening te ontvangen anders dan waarop

    op grond van juiste en/of volledige informatie recht zou hebben bestaan.

    e. misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een (bijstands)uitkering of inkomensvoorziening in strijd met de wettelijke voorschriften;

    f. oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een (bijstands)uitkering of inkomensvoorziening volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan;

    g. belanghebbende: persoon die bijstand of een uitkering heeft aangevraagd dan wel ontvangt of heeft ontvangen dan wel de jongere die gebruik wil maken, maakt of gemaakt heeft van een werk-leeraanbod en/of inkomensvoorziening; indien het een gehuwde betreft wordt onder de belanghebbende elk van de echtgenoten verstaan.

     

  • 2.

    De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, WIJ, IOAW, IOAZ of Bbz 2004.       

Artikel 2. Handhaving, voorlichting en communicatie

  • 1.

    Het college zorgt voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude alsook van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2.

    Het college geeft informatie over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand, een uitkering of inkomensvoorziening zijn verbonden alsmede over de consequenties van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik middels de website, lokale media, brochures en correspondentie.

  • 3.

    Het college voert onderzoeken en bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd. Op grond hiervan kunnen (bijstands)uitkeringen en inkomensvoorzieningen na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast.

  • 4.

    Het college kan nadere beleidsregels vaststellen met betrekking tot het in dit artikel gestelde.

Artikel 3. Terugvordering

  • 1.

    Het college geeft uitvoering aan haar bevoegdheid ingevolge artikel 58 en 59 van de WWB, artikel 54, 55 en 56 van de WIJ, artikel 25 van de IOAW en IOAZ en artikel 44 van het Bbz 2004 (Bbz 2004) de kosten van bijstand/uitkering/inkomensvoorziening terug te vorderen.

  • 2.

    Het college vordert de kosten van bijstand/uitkering/inkomensvoorziening terug met inachtneming van paragraaf 6.4 van de WWB, hoofdstuk 7 van de WIJ, paragraaf 5 van de IOAW en IOAZ en hoofdstuk 6 van het Bbz 2004.

  • 3.

    Het college stelt nadere beleidsregels vast omtrent terugvordering, het afzien hiervan, invordering en kwijtschelding.

Artikel 4. Verhaal

  • 1.

    Het college geeft uitvoering aan haar bevoegdheid tot verhaal zoals bedoeld in de artikelen 61, 62 en 62a tot en met 62i WWB en art. 57 WIJ.

  • 2.

    Het college stelt nadere beleidsregels vast met betrekking tot verhaal, het afzien hiervan, invordering en kwijtschelding.

Artikel 5. Afstemming van de bijstand of de inkomensvoorziening

Indien de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de bijstand, de uitkering of inkomensvoorziening, verlaagt het college de bijstand, de uitkering of inkomensvoorziening conform hetgeen hierover is bepaald in de verordening maatregelen Wet Investeren in Jongeren cq afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand, uitkering of inkomensvoorziening.

Artikel 6. Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 5 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten (laatstelijk Aanwijzing sociale zekerheidsfraude 23 december 2008, nr. 2373).

Artikel 7. Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende

    aard leidt.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam”.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt, na behoorlijk te zijn bekendgemaakt, in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

  • 2.

    De Handhavingsverordening vastgesteld ter raadsvergadering d.d. 23 december 2003 komt gelijktijdig te vervallen.

Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Edam-Volendam in de openbare vergadering van d.d. 13 december 2010.

de griffier,                                       de voorzitter,

 

Toelichting Handhavingverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ gemeente Edam-Volendam.

Algemene toelichting

Deze verordening gaat in op de bestrijding en voorkoming van het ten onrechte ontvangen van bijstand, IOAW, IOAZ of een ten onrechte ontvangen werkleeraanbod en de daaraan gekoppelde inkomensvoorziening Wet Investeren in Jongeren. Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de Wet werk en bijstand, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld. In artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) is eveneens vastgelegd dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WIJ. Vanaf 1 januari 2010 geldt deze verplichting ook voor de IOAW en IOAZ in verband met de wet bundeling inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG). Vermoedelijk is de zinsnede ‘voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand’ in de WIJ geschrapt, omdat deze bewoordingen vaak (ten onrechte) zijn opgevat als opdracht om het terugvorderingbeleid in een verordening vast te leggen, hetgeen evenwel een taak van het college is, getuige de beschikbare jurisprudentie (zie o.a. CRvB 30 januari 2007, LJN: AZ8022). Dit komt tot uitdrukking in artikel 3 van deze verordening.

Gezien invoering van de Wij en de wet BUIG ligt het voor de hand één gecombineerde handhavingverordening WIJ-WWB-IOAW-IOAZ vast te stellen. Diverse argumenten pleiten daarvoor:

• de WWB, IOAW, IOAZ en WIJ kennen op het punt van voorkomen en bestrijden van misbruik veel verwantschap (juist om die reden en om de eenheid in beleid te waarborgen is één verordening gewenst);

• Het handhavingsbeleid in het kader van de WIJ, IOAW en IOAZ zal niet of nauwelijks afwijken van dat in het kader van de WWB;

• De Handhavingsverordening heeft een ‘procedureel’ karakter, dat wil zeggen dat in de verordening is opgenomen dat het college onderzoek verricht en bestandsvergelijkingen uitvoert.

• Bij het ontwerp van de nieuwe verordening kan met het bestaande handhavingsbeleid in het kader van de WWB worden aangesloten.

• Gezien het relatief gering aantal Wij, IOAW en IOAZ uitkeringen is het niet doelmatig voor deze wetten afzonderlijke verordeningen vast te stellen

In deze nieuwe verordening zijn naast de noodzakelijke technische aanpassingen in verband met de ingevoerde WIJ en wet BUIG geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Tenslotte: er is bewust voor gekozen in deze verordening te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar gaat meer uit van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Een goede voorlichting over rechten en plichten maakt hier wezenlijk onderdeel van uit.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt een toelichting gegeven op de diverse gebruikte begrippen.

Artikel 2. Handhaving, voorlichting en communicatie

In dit artikel wordt aangegeven dat de opdracht voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, bij het college ligt. Preventie speelt een belangrijke rol bij de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand of de inkomensvoorziening. Het college dient daarom nadrukkelijk aandacht te besteden aan het verstrekken van informatie over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand, een uitkering of inkomensvoorziening zijn verbonden. Vervolgens is vastgelegd dat het college het onderzoek naar de juistheid van verstrekte uitkeringen planmatig aanpakt, bijvoorbeeld via bestandsvergelijkingen. Via nader vast te stellen beleidsregels kan nadere invulling worden gegeven aan de handhavingstaak.

Artikel 3. Terugvordering

Dit artikel geeft aan dat het college gebruik maakt van haar wettelijke bevoegdheid bijstand of de inkomensvoorziening terug te vorderen. Ten aanzien van het afzien van invordering en kwijtschelding wordt een verwijzing gemaakt naar de nader door het college vast te stellen beleidsregels aangezien dit een taak van het college is.

Artikel 4. Verhaal

Dit artikel geeft aan dat het college gebruik maakt van haar wettelijke bevoegdheid bijstand of de inkomensvoorziening te verhalen. Ten aanzien van het afzien van verhaal of kwijtschelding wordt een verwijzing gemaakt naar de nader door het college vast te stellen beleidsregels aangezien dit een taak van het college is.

Artikel 5. Afstemming van de bijstand of de inkomensvoorziening

Indien belanghebbende na constatering van het niet nakomen van de inlichtingenplicht rechthebbende in de zin van de WIJ, WWB, IOAW of IOAZ blijft, volgt een verlaging van de bijstand of inkomensvoorziening conform hetgeen hierover door de Raad is vastgelegd in de afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ of de Maatregelenverordening WIJ.

Artikel 6. Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van een belanghebbende leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte verstrekte bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten. In de praktijk zal dit betekenen dat er een strafrechtelijk onderzoek wordt opgestart.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Aan een verordening kan, voor zover zulks met het rechtszekerheidsbeginsel in overeenstemming is, terugwerkende kracht worden verleend. Terugwerkende kracht is alleen toegestaan wanneer de nieuwe verordening geen verslechtering inhoudt van een op dat moment vigerende verordening. Het betreft hier voor de WIJ, IOAW en IOAZ een nieuwe en wettelijk verplichte verordening die geen voorgaande versie kent. De in de verordening opgenomen bepalingen zijn derhalve niet aan te merken als een verslechtering.