Organisatie | Lisse |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Lokale Huisvestingsverordening 2006 |
Citeertitel | Lokale Huisvestingsverordening 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2006 | 10-10-2016 | nieuwe regeling | 31-03-2006 - |
De raad van de gemeente Lisse;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. …. 2006, nr. ….;
Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de Huisvestingswet;
het Huisvestingsbesluit;
degene die bevoegd is tot het in gebruik geven van woonruimte, daaronder begrepen de erfpachter, vruchtgebruiker, gerechtigde tot een appartementsrecht als bedoeld in artikel 106 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, of degene aan wie door een rechtspersoon het gebruiksrecht van een woonruimte is verleend.
de prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woonruimte, uitgedrukt in een bedrag per maand, dan wel, indien het betreft een standplaats voor een woonwagen of een ligplaats van een woonschip, het bedrag dat is verschuldigd voor het innemen van die standplaats onderscheidenlijk ligplaats, uitgedrukt in een bedrag per maand;
de huurprijs gelijk aan de maximale huurprijs waarbij nog huurtoeslag kan worden verkregen op grond van de Wet op de huurtoeslag;
de vergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet;
Artikel 2 woonwagenstandplaatsen
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk III van de Huisvestingsverordening Rijnland wordt de huisvestingsvergunning voor een standplaats voor een woonwagen verleend, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: De standplaats zoekende behoort ingevolge hoofdstuk II van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2005 tot de aangewezen categorieën van woningzoekenden die voor het verkrijgen van een huisvestingsvergunning in aanmerking komen.
Hoofdstuk 3 Wijziging van de samenstelling van de woonruimtevoorraad
Het is verboden om zonder splitingsvergunning een recht op een gebouw, aangewezen in artikel 3 van deze verordening, te splitsen in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en derde lid van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, indien een of meer appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van een of meer gedeelten van de het gebouw als woonruimte.
Artikel 6 Onvolledige aanvraag
Indien de aanvrager de in artikel 5 bedoelde gegevens en bescheiden niet of in onvoldoende mate verstrekt bij het indienen van de aanvraag, stellen burgemeester en wethouders aanvrager in de gelegenheid deze binnen een termijn van vier weken nadat hem dit is meegedeeld aan te vullen of te verbeteren.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien de aanvrager niet voldaan heeft aan het vorige lid gestelde, besluiten de aanvraag niet te behandelen. Een dergelijk besluit wordt aan de aanvrager bekend gemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag onvoldoende is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt verstreken is.
Artikel 7 Termijn van beslissing
1. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag om een splitingsvergunning binnen acht weken na ontvangst van een volledige aanvraag. De beslissing kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verdaagd.
Voor het gebied waarin het gebouw is gelegen waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van kracht is met het oog op de voorbereiding van een bestemmingsplan of van een herziening daarvan, b. Dat besluit is genomen voordat de aanvraag om vergunning werd ingediend, en c. Als redelijkerwijs verwacht mag worden dat er strijdigheid met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan is. 2. De aanhouding als bedoeld in het vorige lid duurt tot het moment dat het voorbereidingsbesluit ingevolge artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is vervallen.
Indien burgemeester en wethouders de beslissing op een aanvraag om een splitsingsvergunning overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid aanhouden, vermelden zij het besluit tot aanhouding welke gebreken met het oog op de voorgenomen splitsing moeten worden hersteld en binnen welke termijn zij dit redelijk achten.
Burgemeester en wethouders kunnen een splitingsvergunning intrekken indien:
Niet binnen één jaar nadat de beschikking onherroepelijk is geworden, is overgegaan tot overschrijving in de openbare registers van de akte van splitsing in appartementsrechten, bedoeld in artikel 109 van boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, of tot het verlenen van deelnemings- of lidmaatschapsrechten;
Het is verboden om zonder onttrekkingsvergunning een woonruimte, zoals omschreven in artikel 1:
Geheel of gedeeltelijk aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid onder a, van de Huisvestingswet te onttrekken;
Artikel 13 Onvolledige aanvraag
Indien de aanvrager de in de artikel 4 bedoelde gegevens en bescheiden niet of in onvoldoende mate verstrekt bij het indienen van de aanvraag, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid deze binnen een termijn van vier weken nadat hem dit is medegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien de aanvrager niet voldaan heeft aan het in het vorige lid gestelde, besluiten de aanvraag niet te behandelen. Een dergelijk besluit wordt aan de aanvrager bekend gemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag onvoldoende is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt verstreken is.
Artikel 15 Criteria voor vergunningverlening
Indien burgemeester en wethouders hebben vastgesteld dat het belang van de aanvrager niet opweegt tegen het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorrraad, maar het belang door het stellen van voorwaarden en voorschriften voldoende kan worden gediend, kunnen zij de gevraagde vergunning verlenen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 17 Overgangsbepalingen
De vóór de inwerkingtreding van deze verordening bij burgemeester en wethouders gedane aanvragen om splitsingsvergunning worden behandeld conform “Huisvestingsverordening 2004”, vastgesteld 27 mei 2004.